Capitulum quartum
nullus
A
slechts
B
negen
C
beschuldigt
D
geen enkele
1 / 15
Items in this lesson
nullus
A
slechts
B
negen
C
beschuldigt
D
geen enkele
Slide 1 - Quiz
imperat
A
gehoorzaamt
B
gebiedt
C
gaat weg
D
zwijgt
Slide 2 - Quiz
ponit
A
legt neer
B
beschuldigt
C
pakt op
D
gaat weg
Slide 3 - Quiz
meervoud van MUNT in het Latijn is
A
numma
B
nummus
C
nummi
D
nummum
Slide 4 - Quiz
rursus
A
telt
B
slechts
C
opnieuw
D
zijn, haar
Slide 5 - Quiz
tantum
A
geen enkele
B
opnieuw
C
zijn eigen
D
slechts
Slide 6 - Quiz
Klopt de zin?
Ceteri servi adsunt
Ceteri servi adsunt
A
de zin klopt
B
de zin klopt niet
Slide 7 - Quiz
Klopt de zin?
Quintus et Marcus absunt
Quintus et Marcus absunt
A
de zin klopt
B
de zin klopt niet
Slide 8 - Quiz
Klopt de zin?
Sacculus Medi vacuus est
Sacculus Medi vacuus est
A
de zin klopt
B
de zin klopt niet
Slide 9 - Quiz
Klopt de zin?
In sacculo Medi est unus nummus
In sacculo Medi est unus nummus
A
de zin klopt
B
de zin klopt niet
Slide 10 - Quiz
Klopt de zin?
In sacculo Davi unus nummus est
In sacculo Davi unus nummus est
A
de zin klopt
B
de zin klopt niet
Slide 11 - Quiz
Klopt de zin?
Medum Davus accusat
Medum Davus accusat
A
de zin klopt
B
de zin klopt niet
Slide 12 - Quiz
Medus roept Davus. Hij roept:
A
Dave! Veni!
B
Dave! Vene!
C
Davus! Veni!
D
Davus! Vene!
Slide 13 - Quiz
De meester zegt dat Medus moet zwijgen. Hij zegt:
A
Tace, improbus servus!
B
Taca, improbus servus!
C
Tace, improbe serve!
D
Tace, improbus serve!
Slide 14 - Quiz
Aemilia zegt dat Davus moet antwoorden:
A
Davus, responde!
B
Davi, responde!
C
Dave, respondi!
D
Dave, responde!
