Par. 7.5: Frequenties berekenen

7.5 Een populatie vol allelen
Blz 247
Frequenties berekenen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

7.5 Een populatie vol allelen
Blz 247
Frequenties berekenen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van de les kun je de genotypefrequenties en de allelfrequenties van een populatie berekenen en weet je welke formules je daarvoor nodig hebt. 

Slide 2 - Slide

Formules
Genotypefrequentie: Gebruik om het voorkomen van een genotype te berekenen. p2+2pq+q2 = 1

Allelfrequentie: Gebruik om het percentage van een bepaald allel te berekenen. p+q=1

Slide 3 - Slide

Genotype
frequentie

Slide 4 - Slide

Casusopdracht
In een populaties van 1000 individuen komen de volgende vachtkleuren voor, rood en zwart. Een zwarte vacht wordt bepaald door een dominant allel, de rode vachtkleur door een recessief allel. 
150 van de individuen hebben een rode vacht. 
Hoeveel individuen van de populatie zijn heterozygoot voor de vachtkleur zwarte vachtkleur?

Slide 5 - Slide

Casusopdracht: gegevens
In een populaties van 1000 individuen komen de volgende vachtkleuren voor, rood en zwart. Een zwarte vacht wordt bepaald door een dominant allel, de rode vachtkleur door een recessief allel
150 van de individuen hebben een rode vacht
Hoeveel individuen van de populatie zijn heterozygoot voor de vachtkleur? 

Slide 6 - Slide

Gevraagd
Hoeveel individuen zijn heterozygoot voor de vachtkleur?

Slide 7 - Slide

Wat is bekend?
Rood = recessief - aa
Zwart = dominant - AA of Aa
150  rode vacht - totale populatie 1000
Genotype frequentie is deels bekend. 

p2+2pq+q2 = 1
p+q=1

Slide 8 - Slide

Berekening
Reken met de rode vachtkleur, wat dat is het genotype die je 100% zeker weet - aa
150 van de 1000 = aa
Bereken het percentage aa = 15%
Zet het percentage om in een kommagetal
15% = 0,15 -> Je hebt nu q2 berekend. 
1 = p2 + 2pq + 0,15

Slide 9 - Slide

Berekening
Genotypefrequentie van aa = 0,15
Allelfrequentie a = ? -->  √q2 =  √0,15 = 0,39
Allelfrequentie populatie:
1=p+q
1=p+0,39
p=0,61


Slide 10 - Slide

Berekening
p = 0,61 - q = 0,39
p2 = ? - q2 = 0,15
p2 = 0,61^2 = 0,37
Gevraagd = 2pq (genotypefrequentie)
1=p2+2pq+q2
1=0,37 + 2pq + 0,15
2pq = 0,48 -> 0,48 x 1000 = 480 individuen. 

Slide 11 - Slide

Controle
- Heb je alle berekeningen?
- Heb je uitgerekend wat er gevraagd werd?

Slide 12 - Slide

Huiswerk
Par 7.5: opdr. 3, 4, 6, 8

Slide 13 - Slide