6.1 rekenen met procenten

• Wiskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Wat gaan we vandaag doen?

1. voorkennis ophalen over procenten

2. Uitleg bij H6.1 en oefenen

    3. Zelf aan het werk

wat is een procent?

Breuken en decimalen

De breuk         betekent eigenlijk 1 gedeeld door 10. 

Als je dat schrijft als decimaal getal krijg je 0,1 
De breuk is precies hetzelfde als het decimale getal, maar het is een andere manier om het op te schrijven.

​10​​1​​

breuken, decimalen en procenten

De breuk          en het decimale getal 0,1 zijn dus hetzelfde.

Er hoort ook een percentage bij.

Het woord procent betekent per honderd. 
1% is dus één van de honderd ofwel een honderdste deel. 

       1% =                           10% =                           

​100​​1​​

​100​​10​​=​10​​1​​

​10​​1​​

Wat is een decimaal getal?

1. 8
2. ​4​​3​​
3. 0,8
4. 0,8%

Welke horen bij elkaar?

1%

0,1%

0,001

1

0,1

100%

10%

0,01

0,1%

0,001

Wat is het verschil tussen:

50% van 200 =

50 van de 200 =

Wat is het verschil tussen:

50% van 200 =

50% = 0,5      De helft van 200 is 100.

50 van de 200 =

50 van de tweehonderd = 50/200 = 1/4 = 0,25
50 past namelijk 4 keer in 200. 

0,25 x 100% = 25%

Hoeveel procent is 51 van de 83?
Afronden op 2 decimalen

Rekenen met procentuele toename

Een toegangskaartje voor een pretpark kost 20 euro. 

De prijs wordt verhoogd met 15%

Wat kost het nieuwe kaartje?

Rekenen met procentuele toename

Nieuw = oud + (percentage x oud)

Rekenen met procentuele toename

Prijs van het oude kaartje is 20 euro

De prijsstijging is 15%

                                   NIEUW = OUD +  (% in decimalen) x OUD

                                   NIEUW =    20 +         .....................       x 20

                                      ........... =  20 + ..................

Rekenen met procentuele toename

Prijs van het oude kaartje is 20 euro

De prijsstijging is 15%

                                   NIEUW = OUD +  (% in decimalen) x OUD

                                   NIEUW = 20 + 0,15 x 20

                                   NIEUW = 20 +     3 

                                   Dus nieuwe prijs is 23 euro. 

Een paraplu kost eerst 12 euro.
De winkel verhoogt het bedrag met 20%.
Hoeveel kost de paraplu nu?

nieuw = oud + % in decimalen x oud

1. 18,40 euro
2. 16,40 euro
3. 14,40 euro
4. 15,40 euro

Een voetballer is 200.000 euro waard. Hij scoort 3 keer en zijn waarde stijgt met 9%. Hoeveel is de voetballer nu waard?

Rekenen met procentuele afname

Een toegangskaartje voor een pretpark kost 23 euro. 

De prijs wordt verlaagd met 15%

Wat kost het nieuwe kaartje?

Rekenen met procentuele afname

Nieuw = oud - (percentage x oud)

Rekenen met procentuele afname

Prijs van het oude kaartje is 23 euro

De prijsdaling is 15%

                                   NIEUW = OUD -  (% in decimalen) x OUD

                                   ............. =   23     -             ..........    x   23

                                   .............. =  23     -     .........................

                                   

Rekenen met procentuele afname

Prijs van het oude kaartje is 23 euro

De prijsdaling is 15%

                                   NIEUW = OUD -  (% in decimalen) x OUD

                                   NIEUW = 23 - 0,15 x 23

                                   NIEUW = 23  -     3,45 

                                   Dus nieuwe prijs is 19,55 euro. 

De prijs van een zwembroek is 19,99
Er is een korting van 30%
Hoeveel kost een zwembroek nu?

Nieuw = oud - % in decimalen x oud

1. 14,00 euro
2. 13,99 euro
3. 15,00 euro
4. 14,99 euro

De prijs van een ipad is 495 euro
Er is een korting van 10%
Hoeveel kost een ipad nu?

Nieuw = oud - % in decimalen x oud

1. 445,50 euro
2. 455 euro
3. 49,50 euro
4. 45,50 euro

De prijs van een fiets is 225 euro
Er is een prijsstijging van 2,5%
Hoeveel kost de fiets nu?

1. 225 euro
2. 230,63 euro
3. 219,38 euro
4. 281,25 euro

Vorig jaar zijn er 1200 zwemabonnementen verkocht. Dit jaar is er een afname van 4%. Hoeveel zwemabonnementen zijn er verkocht?

Dus wat hebben we gezien?

Toename van 12%

Nieuw = oud + 0,12 x oud

Afname van 12%

Nieuw = oud - 0,12 x oud

Aan het werk met het volgende:

opgaven:

Voorkennis 1 t/m 5

H6.1 opgave 5, 6, 7, 8, 9, 10

0

Kan je nu zelf de toename en afname berekenen ?

0100