Het interbellum paragraaf 2

    § 2 Opkomst van het  nationaalsocialisme
1 / 39
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 39 slides, with interactive quiz, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

    § 2 Opkomst van het  nationaalsocialisme

Slide 1 - Slide

Samenvattingsvragen paragraaf 2
  • Wat waren de belangrijkste ideeën van de nationaal socialisten?
  • Hoe maakte de nazi van Duitsland en totalitaire staat?
  • Hoe was het leven voor joden in nazi-Duitsland

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

wat weet je nog van
de dolkstootlegende?

Slide 4 - Mind map


2.1| Ideeën van de nationaalsocialisten

Slide 5 - Slide

Dieptepunt 1933
- 8 miljoen werklozen
- geen daadkrachtige regering, hielden het niet langer dan 2 jaar vol.

gunstig voor: NSDAP
Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

NSDAP: de partij van Hitler
Hitler: 
  • Geboren in 1889 in Oostenrijk
  • Verhuist in 1913 naar Duitsland​
  • In 1945 Berlijn overleden (zelfmoord gepleegd)​
  • 3 broers en 2 zussen, drie boers en een zus stierven op jonge leeftijd​
  • Erg strenge vader, alcoholist en was niet vies van klappen uitdelen.


Slide 8 - Slide

Teleurgesteld!
  • Adolf Hitler had meegevochten in de Eerste Wereldoorlog​
  • Hij en andere militairen waren in 1918 teleurgesteld.​
  • Duitsland werd Weimarrepubliek (democratisch)​
  • Hitler gaf de joden en communisten de schuld. Zij hadden de soldaten niet gesteund



Slide 9 - Slide


Steeds meer aanhangers voor de NSDAP; 

Hitler hield vast aan zijn beloftes en standpunten:
  1. Economisch herstel;
  2. Schande van het verdrag van Versailles ongedaan maken. Schuldigen hiervoor straffen.
  3. Een Duitsland om trots op te zijn.

Aanhangers NSDAP: worden NAZI'S genoemd.







Slide 10 - Slide

Wat is Nationaalsocialisme





Geloof in 1 sterke leider

Hitler geloofde in een rassenleer.

= het idee dat er meerdere rassen zijn en het ene ras beter is dan het andere.


Slide 11 - Slide

  • Ideeën Hitlers' NSDAP: 
  • Anti-democratisch
  • Één sterke leider
  • Rassenleer
  • Het Arische ras is beter dan andere rassen.
  • Antisemitisme
  • 'Jodenhaat'

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link


2.2| Duitsland wordt een totalitaire staat

Slide 14 - Slide

NSDAP
Nationaalsocialisten of nazi's

Door de crisis van 1929 en slimme propaganda groeide te partij snel. 

1932 verkiezingsoverwinning

Slide 15 - Slide


Hitler wordt kanselier
30 januari 1933



NSDAP wordt grootste partij, maar had geen meerderheid

Slide 16 - Slide


Rijksdagbrand
27 februari 1933



Een Nederlandse communist, Marinus van der Lubbe, wordt 
opgepakt, veroordeeld en geëxecuteerd. 

Aan zijn schuld wordt echter nu nog steeds ernstig getwijfeld...

Slide 17 - Slide

Hitler wordt dictator
Begin 1933: Parlementsgebouw in brand.

Hitler roept noodtoestand uit en krijgt tijdelijk de macht om ze (de communisten) aan te pakken. 

Hitler kon nu bevelen geven zonder overleg met het parlement.

Maart 1933: nieuwe verkiezingen

Slide 18 - Slide

Hitler wordt dictator
Hitler de grootste partij van het land nog steeds geen meerderheid in het parlement

Met steun van twee andere partijen kreeg Hitler de meerderheid wel. Die partijen stemde in met een wet, wat einde maakte aan de bevoegdheden van het parlement. 

Hitler was dus als enige aan de macht

Slide 19 - Slide


Kenmerken Duitsland als totalitaire staat
1. Duitsland wordt een dictatuur 
  • Persoonsverheerlijking.
2. Er was sprake van gelijkschakeling
  • Censuur, indoctrinatie, 
3. De nazi's gebruikten terreur

Slide 20 - Slide

1. Duitsland wordt een dictatuur
  • Dictatuur: Een manier van regeren waarbij één persoon of kleine groep alle macht heeft.
  • Persoonsverheerlijking: Een mens als een soort God vereren.
Kenmerken totalitaire staat onder Hitler:
2. Gelijkschakeling: de gedachten en het gedrag van de bevolking controleren en aan passen aan de ideeën van de nazi's -> door censuur / propaganda en indoctrinatie
  • Indoctrinatie: Continu je mening en ideeën aan andere op dringen door eenzijdige, partijdige informatie te geven.
  • Hitlerjugend:  jongens leren marcheren en met wapens om te gaan.
  • Bund Deutscher Mädel: meisjes leren hun taak als moeder en huisvrouw
3. Terreur De nazi's gebruikten verschillende groepen om macht te houden.
  • Gestapo: de geheime politie in nazi-Duitsland
  • SA: Knokploegen, zij intimideerden politieke tegenstanders
  • SS: In het begin een soort lijfwacht

Slide 21 - Slide

Bund Deutscher Mädel
Hitlerjugend

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide


2.3| Joden in Nazi-Duitsland

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

NSDAP 
Rassenleer = ene ras is beter dan het anderen. Duits ras (Arisch ras) is het beste, kenmerkend blond haar en blauwe ogen. 
Antisemitisme = Jodenhaat

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Antisemitisme, iets van alle tijden?
Antisemitisme betekent: haat tegen Joden

Oudheid: weigeren keizer verering en worden gezien als 'moordenaars van Jezus'

Middeleeuwen:  Joden worden bij rampen ( de pest) gezien als schuldigen 

Slide 30 - Slide

Antisemitisme, iets van alle tijden?

20e eeuw: "De Joden zijn schuldig aan nederlaag Eerste Wereldoorlog en economische crisis"

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Antisemitisme in nazi-Duitsland
  • 1935: Neurenberger rassenwetten
    (discriminerende wetten tegen de Joden) het werd joden verboden om:
  • Te trouwen met mensen van Duits of Arisch bloed.
  • Een seksuele relatie te hebben met Duitsers of Ariërs.
  • Vrouwelijke burgers van Duits of Arisch bloed in dienst te hebben.
  • 1938: Kristallnacht
    Joodse winkels / synagoges en huizen worden in brand gestoken. Joden worden in elkaar geslagen en vermoord.

Slide 34 - Slide

Neurenberger Rassenwetten
1935


Deze wetten moesten de rechten voor Joden sterk beperken, met als doel dat ze 'vrijwillig' uit Duitsland zouden vertrekken.

Deze wetten waren bedoeld om het Arische ras, 'zuiver te houden'

Slide 35 - Slide

Kristallnacht 9 november 1938


Na een vlammende radiotoespraak van Joseph Goebbels, trekken Duitsers massaal de straat op om eigendommen van Joden te vernielen.
De politie en SS kregen de opdracht om niet in te grijpen.

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video

Slide 38 - Video

Slide 39 - Video