What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Taalgereedschap Brons - les 4 - voltooid deelwoord + herhaling t/m bwb - '24-'25
Les 4 - werkwoorden
werkwoordspelling
Grammatica zinsdelen
Grammatica woordsoorten
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Les 4 - werkwoorden
werkwoordspelling
Grammatica zinsdelen
Grammatica woordsoorten
Slide 1 - Slide
Begintaak - werkwoordspelling
1. De jongen heeft ...... (fietsen).
2. Dat meisje heeft .... (dribbelen).
3. De toets is .... (beoordelen).
4. De foto is ..... (vergroten).
5. Het huis is ...... (verbouwen).
Slide 2 - Slide
Lezen
Slide 3 - Slide
Begintaak antwoorden - vd
1. gefietst
2. gedribbeld
3. beoordeeld
4. vergroot
5. verbouwd
Slide 4 - Slide
Voltooid deelwoord
Voltooid betekent dat het af is, het is klaar. Er gebeurt daarna niets meer.
Hij heeft
gerend
.
Ik heb
gehuild
.
Kenmerken:
Vd beginnen vaak met: ge-, be-, ver- of ont-
Staat vaak aan het eind van de zin
Samen met werkwoorden: zijn, worden, hebben
Slide 5 - Slide
Schrijfwijze voltooid deelwoord
't x Kofschip
1. Pak de stam van het werkwoord;
2. Kijk naar de laatste letter;
3. Zit de laatste letter in het woord 't x Kofschip?
ja? --> t
Nee? --> d
Slide 6 - Slide
Planner
Dinsdag 4 februari
-
3.2.A
- kolom A t/m D
3.2.D
3.3.D + E
Slide 7 - Slide
Lesdoelen
Ik kan de inprentwoorden foutloos schrijven.
Ik kan het voltooid deelwoord in een zin herkennen en foutloos schrijven.
Ik kan een hww en zww in een zin herkennen.
Slide 8 - Slide
woorddictee
1. januari 6. kritisch
2. sieraad 7. yoghurt
3. pyjama's 8. enthousiast
4. verrassing 9
. interessant
5. cadeaus 10. conciërge
Slide 9 - Slide
Leg uit wat het verschil is tussen een enkelvoudige en samengestelde zin.
Slide 10 - Open question
Bedenk een samengestelde zin.
Slide 11 - Open question
Mijn moeder geeft mij een kus op de wang.
wg =
A
geeft
B
geeft mij
C
Mijn moeder
D
een kus op de wang
Slide 12 - Quiz
Mijn moeder geeft mij een kus op de wang.
ow =
A
geeft
B
mij
C
mijn moeder
D
een kus op de wang
Slide 13 - Quiz
Mijn moeder geeft mij een kus op de wang.
lv =
A
geeft
B
mij
C
mijn moeder
D
een kus op de wang
Slide 14 - Quiz
Mijn moeder geeft mij een kus op de wang.
mv =
A
Mijn moeder
B
geeft
C
mij
D
een kus op de wang
Slide 15 - Quiz
Mijn moeder geeft mij een kus op de wang.
bwb =
A
Mijn moeder
B
geeft
C
mij
D
-
Slide 16 - Quiz
Ik heb ... (fluisteren).
Ik heb de juf ... (bedanken).
Slide 17 - Open question
More lessons like this
De spelling van de werkwoorden
May 2024
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Thema 6: hoofdvormen werkwoorden en meewerkend voorwerp.
May 2022
- Lesson with
44 slides
Taal
Primary Education
Werkwoorden
January 2025
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
groep 8 werkwoord spelling cito
October 2024
- Lesson with
44 slides
nederlands
Primary Education
De spelling van de werkwoorden
6 days ago
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Groep 8 3.2 samengestelde zinnen, vaste voorzetsels, trema, bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
November 2022
- Lesson with
12 slides
groep 8 werkwoord spelling cito
January 2025
- Lesson with
44 slides
nederlands
Primary Education
het perfectum
June 2024
- Lesson with
23 slides
NT2
Secundair onderwijs