Les 8: hart- en vaatziekten

Les 8: hart- en vaatziekten
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Les 8: hart- en vaatziekten

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
- Je kunt de oorzaken en gevolgen van hart- en vaatziekten noemen.
- Je kunt aangeven hoe je de kans op hart- en vaatziekten kunt verkleinen.

Slide 2 - Slide

Inhoud
-Herhalingsopgaven
-Extra uitleg
-Opgave hart- en vaatziekten
-Flimpjes

Slide 3 - Slide

In de afbeelding hiernaast zie je een schematische tekening van het bloedvatenstelsel.
Welke bloedvaten horen bij de kleine bloedsomloop? Geef ook de namen van deze bloedvaten.

Slide 4 - Open question

In de afbeelding hiernaast zie je een schematische tekening van het bloedvatenstelsel.
In welke bloedvaten bevat het bloed veel zuurstof? Geef ook de namen van deze bloedvaten.

Slide 5 - Open question

Over de buitenkant van het hart lopen de kransslagaders, deze aders horen bij de:
A
Grote bloedsomloop
B
Kleine bloedsomloop

Slide 6 - Quiz

Wat is een vaccin?

Slide 7 - Open question

Een splinter is een klein stukje hout, glas of metaal. Omdat een splinter klein en scherp is, prikt het gemakkelijk in je huid.
Leg uit dat je een infectie kunt krijgen als je een splinter niet verwijdert.

Slide 8 - Open question

Hart- en vaatziekten
Het bloed vervoert allerlei stoffen door het lichaam, zoals voedingsstoffen en zuurstof. Ook schadelijke of verslavende stoffen worden door het bloed vervoerd. Daardoor kunnen bloedvaten kapotgaan. 


Slide 9 - Slide

Bloeddruk
De bloedruk is de druk die het bloed uitoefent op de wanden van de slagaders als het wordt rondgepompt. De bloeddruk wordt gemeten met een bloeddrukmeter. Bij toenemende inspanning of al je je opwindt, stijgt de bloedruk tijdelijk. In rust daalt de bloeddruk weer. Een te lage hoge bloeddruk komt vaker voor, en kan wel schadelijk zijn. Oorzaken van te hoge bloeddruk zijn onder andere stress, roken, overgewicht en zout eten. Langdurig hoge bloeddruk beschadigt de wanden van de slagaders.

Slide 10 - Slide

Slagaderverkalking
Als de wand van een slagader beschadigd, kunnen er witte bloedcellen en vette stoffen uit het bloed doorheen dringen. Deze hopen zich op in de wand van het bloedvat. Hierdoor ontstaat een verdikking, die uiteindelijk hard wordt door kalk. Dit noem je slagaderverkalking. 




Het bloedvat wordt nauwer en stijver (minder elastisch). Hierdoor stijgt de bloeddruk. Het hart moet meer kracht leveren om het bloed door de vernauwde bloedvaten te pompen en kan belast raken. Het weefsel achter het vernauwde bloedvat krijgt minder bloed, en dus minder zuurstof. Daardoor werkt het weefsel of orgaan slechter of helemaal niet meer.

Slagaderverkalking is een proces dat jaren duurt en al op jonge leeftijd begint. Iedereen krijgt het uiteindelijk, maar niet iedereen krijgt er ook last van. Door niet te roken, gezond te eten en regelmatig te bewegen verlaag je de kans op slagaderverkalking

Slide 11 - Slide

Hartinfarct
De verdikking wordt meestal niet zo groot dat hij de slagader afsluit. Maar er kunnen wel scheurtjes ontstaan. Als dat gebeurt. stolt het bloed op het scheurtje en ontstaat er een bloedstolsel. Dit kun je vergelijken met een wondje op de huid waar een korstje op komt.  Zo'n bloedstolsel kan de slagader wel snel afsluiten. Ook kan er een stukje van het bloedstolsel afbreken. Dit wordt dan door de bloedstroom meegevoerd. Verderop kan het stolsel terechtkomen in een bloedvat waar het niet doorheen past. Dat bloedvat raakt dan plotseling verstopt.

Gebeurt dit bij een kransslagader van het hart, dan heeft iemand een hartaanval of 
hartinfarct. Een deel van het hart krijgt ineens geen zuurstof meer en raakt beschadigd.

Slide 12 - Slide

Gezonde leefstijl (1)
Gezond leven verkleint de kans op hart- en vaatziekten. Hart- en vaatziekten is de verzamelnaam voor ziekten aan het hart en bloedvaten. Sommige mensen hebben door erfelijke factoren meer kans op hart- en vaatziekten. Aan deze oorzaak kun je niets doen. Aan andere oorzaken van hart- en vaatziekten kun je meestal zelf wel wat doen. Het allerbelangrijkste is een gezonde leefstijl (zie tips).

Slide 13 - Slide

Gezonde leefstijl (2)
Stress en spanning vergroten de kans op hoge bloeddruk en op hart- en vaatziekten. Stress merk je bijvoorbeeld aan gespannen kaken of gespannen gezicht, een snelle of hoge ademhaling of druk op de borst. Ook uit je emoties of gedrag kan blijken dat je last hebt van stress. Je wordt bijvoorbeeld sneller boos of je voelt je gefrustreerd. Sommige mensen zijn eerder bang of nerveus. Het kan ook zijn dat je bepaalde situaties vermijd of jezelf terugtrekt.

Als je last hebt van spanning of stress, probeer er dan iets aan te doen (zie tips). Ga naar de huisarts als je lange tijd last hebt van stress.

Slide 14 - Slide

Verder lezen
Lees nog eens over hart- en vaat ziekten via deze link:
https://maken.wikiwijs.nl/140683#!page-5087460

Slide 15 - Slide

Slagaderverkalking kan de oorzaak zijn van een hartinfarct.
Wat is slagaderverkalking?

Slide 16 - Open question

Welk bloedvat is bij een hartinfarct aangetast door slagaderverkalking?
A
Aorta
B
Kransader
C
Kransslagader
D
Onderste of bovenste holle ader

Slide 17 - Quiz

Welk gevolg heeft slagaderverkalking voor de bloeddruk?
A
De bloeddruk zal dalen, omdat het bloed gemakkelijk door de slagaders kan stromen.
B
De bloeddruk zal stijgen, omdat het bloed gemakkelijk door de slagaders kan stromen.
C
De bloeddruk zal dalen, omdat het bloed moeilijker door de slagaders kan stromen.
D
De bloeddruk zal stijgen, omdat het bloed moeilijker door de slagaders kan stromen.

Slide 18 - Quiz

In de afbeelding hiernaast zie je de kans op een hartinfarct bij rokers en niet-rokers.
Iemand heeft nooit gerookt. Vul hele getallen in: De kans dat deze persoon een hartinfarct krijgt, is gemiddeld......%. Iemand rookt elke dag een pakje sigaretten. De kans op een hartinfarct is dan ........ keer zo groot als bij iemand die nooit rookt.

Slide 19 - Open question

In één keer stoppen met roken is het meest verstandig. Maar sommige rokers vinden dat zo moeilijk, dat ze besluiten om minder te gaan roken.

Wordt de kans op hart- en vaatziekten kleiner als iemand minder gaat roken? Leg je antwoord uit.

Slide 20 - Open question

Door slagaderverkalking kan de wand van de aorta zwakker worden. Daardoor kan het bloedvat in het onderste deel wijder worden. Op deze plek kan het bloedvat openknappen.
Welke letter uit de afbeelding hiernaast geeft het onderste deel van de aorta aan?
A
Letter P
B
Letter Q
C
Letter R
D
Letter S

Slide 21 - Quiz

Het openknappen van de aorta komt veel vaker voor dan het openknappen van een holle ader.
Waardoor wordt het veroorzaakt?
A
De bloeddruk in de aorta is veel hoger dan die in een holle ader.
B
De bloeddruk in een holle ader is veel hoger dan die in de aorta.
C
De wand van de aorta is dunner dan de wand van een holle ader.
D
Het bloed in de aorta bevat meer zuurstof dan het bloed in een holle ader.

Slide 22 - Quiz

In de afbeelding hiernaast zie je een buitenaanzicht van het hart. Een verstopping van een kransslagader kan gevolgen hebben voor de werking van het hart.
Wanneer zijn de gevolgen het grootst: bij een verstopping op plaats 1 of bij een verstopping op plaats 2? Leg je antwoord uit.

Slide 23 - Open question

Bij een medisch onderzoek wordt de bloeddruk gemeten. De arts doet een manchet om de bovenarm en pompt de manchet op. De manchet drukt de armslagader dicht. Vervolgens laat de arts de lucht uit de manchet weglopen tot er weer bloed door de slagader stroomt.
Op welke plaats in de afbeelding zal de bloeddruk dan het eerste stijgen?
A
Op plaats 1
B
Op plaats 2
C
Op plaats 3
D
Op plaats 4

Slide 24 - Quiz

Je moet eerst een tijdje rustig blijven voordat je bloeddruk wordt gemeten. Leg uit waarom dit nodig is.

Slide 25 - Open question

Wat verhoogt de kans op een te hoge bloeddruk?
A
vaak bewegen
B
veel stress
C
weinig zout eten

Slide 26 - Quiz

Schrijf 2 dingen op die je deze les geleerd hebt.

Slide 27 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 28 - Open question

Slide 29 - Video