Les 1. Zo werkt dat: instructies lezen en opvolgen

Methode DoorNederlands 2F
  • Digitaal en boek
  • Portal Drenthe College -> afgenomen licenties MBO Webshop -> Methode DoorNederlands
  • Lesoverzicht per periode per mail
  • Actieve bijdrage 
  •  Studiepunten
1 / 21
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 21 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Methode DoorNederlands 2F
  • Digitaal en boek
  • Portal Drenthe College -> afgenomen licenties MBO Webshop -> Methode DoorNederlands
  • Lesoverzicht per periode per mail
  • Actieve bijdrage 
  •  Studiepunten

Slide 1 - Slide

Instructies lezen
en opvolgen

Slide 2 - Mind map

Lesdoelen
Aan het eind van de les:
  • weet ik 3 communicatiedoelen 
  • kan ik 4 manieren van lezen onderscheiden
  • kan ik een leesstrategie toepassen
  • weet ik dat een tekst bestaat uit een doel, soort en vorm

Slide 3 - Slide

Communicatiedoelen
  • Lezer: ontvanger -> Schrijver: zender


  • Informeren (nieuws)
  • Instrueren (kookboek)
  • Overtuigen (reclame)

Slide 4 - Slide

Manieren van lezen
  • Oriënterend lezen (titel, tussenkopjes, afbeeldingen, bron, inleiding, slot)
  • Globaal lezen (hoofdzaken, kernzinnen begin/ eind alinea)
  • Intensief lezen (betekenis woorden, hoofdgedachte)
  • Kritisch lezen (beoordeelt informatie,
    info volledig/actueel)

Slide 5 - Slide

Oriënterend lezen
  • Titel
  • Tussenkopjes
  • Illustraties
  • Bron
  • Inleiding
  • Slot 

Slide 6 - Slide

Globaal lezen
  • Onderwerp
  • Hoofdzaken
  • Kernzinnen (begin/ eind alinea)
  • Signaalwoorden (helpt je tekst te begrijpen)
  • Samenvatting

Slide 7 - Slide

Intensief lezen
  • Tekst helemaal begrijpen
  • Aandachtig lezen
  • Leest informatie, standpunt, argumenten en voorbeelden
  • Zoekt betekenis moeilijke woorden op
  • Opbouw tekst
  • Hoofdgedachte

Slide 8 - Slide

Kritisch lezen
  • Beoordeelt de tekst
  • Leest vanuit de ogen van de schrijver
  • Wat wil de schrijver met de tekst bereiken 
  • Standpunt schrijver
  • Argumenten

Slide 9 - Slide

Leesstrategieën
  • Voordat je gaat lezen (voorspellen onderwerp tekst)
  • Tijdens het lezen (aantekeningen, betekenis woorden)
  • Na het lezen (samenvatten/ schematiseren)

Slide 10 - Slide

Teksten: doel, soort, vorm
  • 1 hoofddoel: informeren, instrueren, overtuigen 
  • soorten: informatieve teksten (krant, verslag, artikel, studie) 
    de instructie (gebruiksaanwijzing, recept) het betoog (blog, column, verkiezingsstuk) 
  • vorm: eigen vorm zoals recept, krant

Slide 11 - Slide

Evalueren
Aan het eind van de les:
  • ik weet 3 communicatiedoelen 
  • ik kan 4 manieren van lezen onderscheiden
  • ik kan een leesstrategie toepassen
  • ik weet dat een tekst bestaat uit een doel, soort en vorm

Slide 12 - Slide

Volgende keer
Thema: Instructies en procedures
Zo werkt dat instructies lezen en opvolgen

Slide 13 - Slide

Maken
 Thema: Instructies en procedures
Taak 16: Zo werkt dat instructies lezen en opvolgen
Opdracht boek introductie 1, 2,
 in het dagelijks leven 3 en 4 



Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van de les:
  • kan ik een woordenboek te gebruiken en woordraadstrategie toepassen;
  • kan ik voorbeelden geven van vormgeving in teksten;
  • weet ik welke functie beeld in teksten heeft;
  • kan ik kenmerken van instructies en gebruiksaanwijzingen benoemen.

Slide 16 - Slide

76. woordenboek en woordraadstrategie
  • Woordenboek: examen, meerdere betekenissen
  • Woordraadstrategie
  • Context: teruglezen, verder lezen
  • Samenstelling: Het bedrijf leverde essentiële composieten voor de vleugels van vliegtuigen (onderdelen)
  • Synoniem: ander woord dezelfde betekenis
  • Illustratie: plaatjes in de tekst

Slide 17 - Slide

19. Vormgeving van teksten
  • Doel: aandacht lezer trekken en vasthouden
  • Lay-out (opmaak)
  • Illustraties (plaatjes)
  • Kleurvlakken
  • Korte inleiding
  • Tussenkopjes
  • Indeling in alinea's

Slide 18 - Slide

20. Beeld in teksten
  • Foto's, schema's, lijndiagrammen en schema's voorbeelden van  beeld in teksten.
  • Beeldtaal: als beeld ter
      ondersteuning is voor
    tekst en niet andersom.
  • Voorbeeld: infographic 

Slide 19 - Slide

27. Kenmerken instructie
  • In stappen uitgelegd hoe of wat te doen
  • Korte zinnen
  • Zin begint met werkwoord in ik-vorm
  •  Taalgebruik past bij doelgroep
  • Voorbeeld gebruiksaanwijzing

Slide 20 - Slide

Evalueren
Ik heb geleerd dat:
  • ik een woordenboek kan gebruiken en woordraadstrategie kan toepassen;
  • ik voorbeelden kan geven van vormgeving in teksten;
  • ik weet welke functie beeld in teksten heeft;
  • ik kenmerken van instructies en gebruiksaanwijzingen kan benoemen.

Slide 21 - Slide