Week 2 - les 1 - (7.1 De Verlichting)

Tijdvak 7 - Pruiken & revoluties (1700-1800)
Week 2 -les 1 
1 / 11
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Tijdvak 7 - Pruiken & revoluties (1700-1800)
Week 2 -les 1 

Slide 1 - Slide

Programma les 1 - week 2
1. Herhalen vroeg moderne tijd (10 min) 
2. Leerdoel 1, 2, 3 bij §7.1 nakijken (20 min) 
3. Huiswerk leerdoel 4 (20 min) 

Slide 2 - Slide

TV 7 Pruiken en revoluties 1700-1800
Op de achtergrond een proef met een elektriseermachine in Felix Meritis (Verlichting), op de voorgrond de guillotine (Franse revolutie) 



Slide 3 - Slide

HERHALING Schrijf op:
A. In de renaissance haalde geleerde kennis uit:
B. In de wetenschappelijke revolutie verkregen ze kennis door:
C. Tijdens de Verlichting ontstond rationeel optimisme.

Slide 4 - Open question

Vroeg moderne tijd 
1500-1800
  1. Renaissance: herinteresse in de Klassieke oudheid. (TV5 1500-1600)
  2. Wetenschappelijke revolutie: door zelf te experimenteren en observeren tot de waarheid komen. (Empirisme) (TV6 1600-1700)
  3. De Verlichting: Door gebruik van het verstand konden mensen grote problemen oplossen (Rationeel optimisme)  (TV7 1700-1800)
Erasmus
Newton

Slide 5 - Slide

§7.1 De Verlichting 
 27 Kenmerkend aspect

Rationeel optimisme       en ‘Verlicht denken’      dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen 

Rationeel: toepassing van het verstand (de rede) ]
Optimisme: Met een positieve blik iets bekijken

Verlicht denken = Gebruiken van het verstand

Slide 6 - Slide

(Huiswerk) Leerdoelen (KA 27, §7.1) 
1. Leg in jouw eigen in jouw eigen woorden uit welk verband er is tussen de wetenschappelijke revolutie (uit tijdvak 6) en de Verlichting. 

2. Leg uit aan welke ouderwetse denkwijzen en houding het rationele denken van de Verlichting een einde aan wilde maken. 

3. Wie was verantwoordelijk voor het Verlichtingsdenken over godsdienst en wat wilde hij bereiken? 

Slide 7 - Slide

1. Welk verband is er tussen de wetenschappelijke revolutie (uit tijdvak 6) en de Verlichting. 
  
  • In de zeventiende eeuw (1600-1700) werd er tijdens de wetenschappelijk revolutie wetenschappers naar de ware kennis gezocht door te experimenteren en te onderzoeken. 
  • In de achttiende eeuw (1700-1800) werd hierop voortgebouwd: er ontstond een denkwijze waarbij optimisme ontstond (een positieve kijk) over de mogelijkheid om met de rede (ratio/het verstand) alles te begrijpen en te verbeteren. 



Slide 8 - Slide

2. Leg uit aan welke ouderwetse denkwijzen en houding het rationele denken van de Verlichting een einde aan wilde maken. 
  • Het rationele denken van de Verlichting wilde een einde maken aan de ‘duisternis’ van onwetendheid, domheid en intolerantie.  (bijv. bijgeloof)

Slide 9 - Slide

3. Wie was de bekendste Verlicht denker over godsdienst en wat wilde hij bereiken? 
  • Voltaire was een bestrijder van godsdienstige bekrompenheid en bijgeloof, Voltaire wilde het volgende bewijzen: 
  • Hij vond dat alle religies gelijk aan elkaar waren, er kon immers niet bewezen worden wie er gelijk had.
  • Hij was een deïst; hij geloofde dat god de wereld in elkaar had gezet, (als een horloge) Voltaire geloofde daarom niet dat god ingreep in het leven van mensen. 

Slide 10 - Slide

Huiswerk leerdoel 4 (7.1)
4 Wie waren de bekendste Verlichte denkers over de politiek en wat wilden zij bereiken?

Slide 11 - Slide