Winkelpresentatie - Artikelen en assortimenten - Les 1

LE Winkelpresentatie
1 / 29
next
Slide 1: Slide
HandelMBOStudiejaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

LE Winkelpresentatie

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze LE leren?
Tijdens deze leereenheid ga je product specifieke kennis opdoen. Ook leer je hoe je producten met elkaar kunt vergelijken hoe het komt dat er soms prijsverschillen ontstaan. Verder gaan we in deze leereenheid kijken naar verwantschap van artikelen en artikelpresentaties. Je gaat ook zelf een artikelpresentatie  maken op je BPV-bedrijf.

Slide 2 - Slide

Aan het einde van deze les kun je:
- verschillende soorten artikelen benoemen (van jouw bedrijf)
- de opbouw van het assortiment benoemen (van jouw bedrijf)
- het verschil uitleggen tussen breed en smal assortiment
- het verschil uitleggen tussen diep en ondiep assortiment


Slide 3 - Slide

Soorten artikelen
Convenience goods (voorkeursgoederen)
Shopping goods
Speciality goods

Slide 4 - Slide

Convenience goods
Dagelijkse gebruiksgoederen
(eten, drinken, schoonmaakmiddelen)

De consument koopt deze goederen vaak en doet weinig moeite of research voor het product

Slide 5 - Slide

Voorkeursgoederen
Hoort bij convenience goods (dagelijkse gebruiksgoederen)
(eten, drinken, schoonmaakmiddelen)

Voorkeursgoederen zijn ook goederen die je dagelijks gebruikt, alleen heeft de consument een sterke voorkeur voor een bepaald merk.

Slide 6 - Slide

Shopping goods
Afwegingsgoederen
(meubels, keukenapparatuur, reizen, telefoon, laptop)

Doorgaans duurzame goederen waarvoor de consument echt 'uit winkelen' gaat. De consument neemt de moeite om research te doen en gaat eigenschappen als de prijs en kwaliteit met elkaar vergelijken. 

Slide 7 - Slide

Speciality goods
Goederen met specifieke producteigenschappen
(auto, huisdier, tickets voor concert van idool)

De consument doet veel moeite om dit product aan te schaffen en is actief op zoek naar informatie. De consument heeft vaak een sterke voorkeur voor een merk of type.

Slide 8 - Slide

Voor het Galabal wil Shakira een lange zwarte galajurk. Ze is zich aan het oriënteren op het internet en heeft al een shopmiddag gepland met haar beste vriendin. Deze jurk hoort voor Shakira bij de:
A
convience goods
B
shopping goods
C
voorkeursgoederen
D
specialitygoods

Slide 9 - Quiz

Brian wil alleen cola van het merk Freeway drinken. Deze cola hoort bij Brian in de categorie:
A
convience goods
B
shoppinggoods
C
voorkeursgoederen
D
specialitygoods

Slide 10 - Quiz

Sascha krijgt na jarenlang lang zeuren bij haar ouders eindelijk een hond. Haar broertje is allergisch en daarom heeft de familie zich verdiept in rassen die geschikt zijn voor mensen met een allergie. De keuze is gevallen voor een labradoodle.
Een hond aanschaffen is voor deze familie een:
A
conviencegood
B
shoppinggood
C
voorkeursgoederen
D
specialitygoods

Slide 11 - Quiz

Assortiment
Alle artikelen die in de winkel worden aangeboden

(voorbeeld kledingwinkel)

Slide 12 - Slide

Assortimentsgroepen
Een groep vergelijkbare productgroepen

(voorbeeld dameskleding, herenkleding, kinderkleding)

Slide 13 - Slide

Artikelgroepen
Een groep vergelijkbare artikelen

(broeken, jurken, blouses)

Slide 14 - Slide

Artikelsoort
Meerdere artikelen die bij elkaar horen

(korte broek, lange broek, pantalen, spijkerbroek)

Slide 15 - Slide

Artikelvariëteit
Een individueel artikel

(maat, kleur, merk)

Slide 16 - Slide

Assortimentendimensies
breed vs smal
diep vs ondiep

Slide 17 - Slide

Breed of smal
Het aantal artikelgroepen

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Diep of ondiep
Het aantal artikelsoorten en artikelvariëteiten

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Het assortiment van de Hema is:
A
Breed en diep
B
Breed en ondiep
C
Smal en diep
D
Smal en ondiep

Slide 25 - Quiz

Wat is een artikelvariëteit binnen de Hema?
A
Kantoorartikelen
B
herenblouses
C
blauwe balpen
D
taarten

Slide 26 - Quiz

Wat is een assortimentsgroep binnen de Hema?
A
kantoorartikelen
B
herenblouses
C
blauwe balpen
D
taarten

Slide 27 - Quiz

Het assortiment van een speciaalzaak is doorgaans:
A
breed en diep
B
breed en ondiep
C
smal en ondiep
D
smal en diep

Slide 28 - Quiz

Week 1: 
Assortiment- en product kennis


1. Wat voor soort artikelen (shopping good, convience good, speciality good) worden in je bedrijf verkocht? Leg je antwoord uit en noem voorbeelden.
2. Is er sprake van een breed of een smal assortiment? Leg je antwoord uit.
3. Is er sprake van een diep of ondiep assortiment? Licht je antwoord toe.

Lever je antwoord in op Teams.



Slide 29 - Slide