Maagsonde, sondevoeding en PEG sonde

1 / 27
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

waarom ga je sondevoeding geven en wie komt hiervoor in aanmerking?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

welke soort voedingssondes zijn er?

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Op welke manieren kan je sondevoeding toedienen?

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Welke complicaties kunnen optreden bij het geven van sondevoeding?

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

om de ligging van de neus/maagsonde te controleren moet je:
A
ph waarde controle doen
B
met de stethoscoop controleren of de sonde goed zit
C
beide zijn juist
D
beide zijn onjuist

Slide 22 - Quiz

Wat is een PEG-sonde?
A
een sonde die via de neus naar de dunne darm gaat
B
een sonde die via de buikwand naar de maag gaat
C
een sonde die via de buikwand naar de dunne darm gaat
D
een sonde die via de neus naar de dikke darm gaat

Slide 23 - Quiz

Bij een pH lager dan of gelijk aan …... ligt de sonde waarschijnlijkheid in de maag.
A
4,5 pH
B
5,5 pH
C
6,5 pH
D
7 pH

Slide 24 - Quiz

Wat is de juiste positie die en zorgvrager kan aannemen bij het inbrengen van een sonde?
A
Liggend
B
Half zittend
C
Op rechter zij
D
Op de linker zij

Slide 25 - Quiz

Wanneer moet je de ligging van de sonde controleren met de pH-strip
A
Elke keer als je nieuwe voeding aanhangt
B
Iedere 24 uur
C
Als je twijfelt aan de ligging van de sonde
D
Als de cliënt flink heeft moeten hoesten of braken

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide