3B woorden P. 4

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

les 1 / paragraaf 4.5 op blz. 96

Doel van de les is: leren van nieuwe woorden om je woordenschat uit te breiden.

• Bespreken van de woordenlijst.
• Samen opdracht 2 maken. 
• wie wat welke woorden Quizzzzzz 
• (Geen paniek, je mag je woordenlijst er nog bij houden

Let op!

Bij een gelijke stand, is degene die het snelst de vragen beantwoordt de winnaar!

De Nederlandse volleybaldames .......................de Russische ......
en winnen goud.

1. ergens in trappen
2. hoge ogen gooien
3. ondervinden
4. aftroeven

Bas is een .....................: laatst sprong hij over een heel brede sloot. Mij niet gezien.

1. geniaal
2. medeplichtig
3. virtueel
4. durfal

Een nieuwe iPhone voor 100 euro is ......................, hij is vast gestolen.

1. de win-winsituatie
2. te mooi om waar te zijn
3. de strategie
4. virtueel

Mees bezoekt op het internet een ................ dokter.

1. medeplichtig
2. alert
3. de durfal
4. virtuele

Eva stond op de uitkijk en daardoor is ze ............ aan de overval.

1. alert
2. geniaal
3. gering
4. medeplichtig

Ik vraag vaak advies aan mijn oma, want zij heeft veel .................. .

1. levenservaring
2. strategie
3. ondervinden
4. tactiek

Ik geef mijn zus 50 euro en ik heb nu haar oude longboard: een ............................... .

1. tactiek
2. ondervinden
3. ergens in trappen
4. win-winsituatie

De laatste tijd ............. Fenna veel last van haar oude blessure.

1. het verloop
2. passeren
3. ondervinden
4. ergens in trappen

Mijn broer .............. mijn 1 aprilgrap en nam een flinke slok koffie met zout!

1. hoge ogen gooien
2. medeplichtig
3. het verloop
4. ergens in trappen

Het ........... van de wedstrijd is verrassend: eerst stonden we met 0-2 achter, nu staan we op 5-2 winst!

1. te mooi om waar te zijn
2. de tactiek
3. passeren
4. het verloop

Onze hond is zo .............. , hij staat al bij de deur nog voordat er is aangebeld.

1. alert
2. aftroeven
3. gering
4. medeplichtig

Toen de voetballers weer verloren hadden, probeerden ze een andere ...................

1. de abonnee
2. aftroeven
3. aftroeven
4. tactiek

Mijn broer ..................... .......
mijn 1 aprilgrap en nam een flinke slok koffie met zout!

1. alarmbellen doen rinkelen
2. aftroeven
3. ergens in trappen
4. ondervinden

Mijn .................. om een goed cijfer voor Engels te halen: één week lang elke dag de woordjes oefenen.

1. virtueel
2. strategie
3. campagne
4. het verloop

Een tweedehands fiets voor maar 20 euro .........bij mij .......................

1. zich identificeren
2. alle alarmbellen doen rinkelen
3. het attribuut
4. compenseren

Hoedjes en gekke brillen zijn de .................. tijdens onze voorstelling.

1. de strategie
2. de tactiek
3. de durfal
4. attributen

Einstein is een ............... wetenschapper.

1. gering
2. medeplichtig
3. geniaal
4. alert

Voor het ........... bedrag van 1 euro kun je in onze kantine al een broodje gezond kopen.

1. gering
2. compenseren
3. virtueel
4. geniaal

De Nederlandse schaatsers ....................... op de tien kilometer.

1. compenseren
2. ondervinden
3. alarmbellen doen rinkelen
4. hoge ogen gooien

Door mijn 5 te ........... met een 8 sta ik weer ruim voldoende.

1. te mooi om waar te zijn
2. compenseren
3. aftroeven
4. ondervinden

Met mijn supersnelle racefiets ................. ik zelfs veel scooters!

1. ondervinden
2. compenseren
3. passeren
4. aftroeven

En de winnaar is?????

Les 2 'woorden' (4.5)

Terugblik. Wie kan er zo nog een paar woorden uit de lijst naar boven halen?

Instructie van de opdrachten 2 t/m 5

Zijn er vragen over deze opdrachten

zelfstandig werken aan die opdrachten.

Wat heb je vandaag geleerd?

Les 3 'woorden' (4.5) blz. 99

Terugblik. Wie kan er zo nog een paar woorden uit de lijst naar boven halen?

Bespreken van de opdrachten 9, 10 en 11
 Instructie van de opdrachten 13 t/m 19 (18 niet)

Zijn er vragen over deze opdrachten

zelfstandig werken aan die opdrachten.

Wat heb je vandaag geleerd?

En wat nu?

• Maak de opdrachten online of in je boek.
  
• Maak de 'Testjezelf' opdrachten.
• Leer de 'oefentoets'