Discussie

1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je...

...uitleggen wat een probleemoplossende discussie is;

...oplossingen bedenken voor een probleem;

...een probleemoplossende discussie voeren.

Slide 2 - Slide

Een discussie is...
A
een vraaggesprek.
B
een gesprek tussen twee of meer mensen.
C
een gesprek tussen twee of meer partijen.
D
een gesprek.

Slide 3 - Quiz

In een discussie mag je alleen maar feiten noemen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Een subjectief argument is een mening.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Noem twee kenmerken van een goede discussie.

Slide 6 - Mind map

Slide 7 - Video

Aan de slag!
Het probleem is dat het in de kantine bij jullie op school na elke pauze een grote bende is. 

De schoolleiding wil dit probleem oplossen en vraagt afgevaardigden van verschillende groepen (leraren, leerlingen, conciërges, ouders, kantinemedewerkers, schoonmakers, schoolleiding) om mee te discussiëren. 

Jullie mogen als groep één oplossing inbrengen in de discussie.

Slide 8 - Slide

Wie ben ik?
3 leraren
3 leerlingen
3 conciërges

Slide 9 - Slide

Stap 1
1. Laat ieder groepslid zo veel mogelijk oplossingen opschrijven. Neem voor elke oplossing een apart papiertje.

Dit doe je voor jezelf, in stilte!




timer
3:00

Slide 10 - Slide

Stap 2
Bespreek de voorgestelde oplossingen met elkaar. 

Welke is volgens jullie de beste en waarom?


timer
5:00

Slide 11 - Slide

Stap 3
Wat zijn de voor- en nadelen van jullie oplossing?

Bespreek de voor- en nadelen en noteer de oplossing die jullie gaan inbrengen in de discussie.


timer
3:00

Slide 12 - Slide

Stap 4
oefendiscussie

Een afgevaardigde van elke groep gaat in discussie met de andere afgevaardigden.

Verdedig je standpunt, maar probeer uiteindelijk consensus te bereiken.

Wat wordt DE oplossing??

Slide 13 - Slide

Welkom!
Aan het einde van de les kun je...

...je standpunt goed formuleren;

...minimaal 3 argumenten bij je standpunt noemen;

...vanuit je eigen rol meedoen met de discussie.

Slide 14 - Slide

Standpunt
Ik vind dat ...

Mijn mening is ...

Ik ben van mening dat ...

Mijn standpunt is ...

Slide 15 - Slide

Argument
Mijn belangrijkste argument is ...

De reden dat ik vind ...

Bovendien is er ...

Tegelijkertijd hebben jullie geen rekening gehouden met ...

Slide 16 - Slide

Aan de slag!
Leef je in in je rol.

Formuleer je standpunt op papier.

Ga op zoek naar argumenten die jouw standpunt ondersteunen.

Schrijf deze argumenten op.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je...

...vier fases van een probleemoplossende discussie noemen;

...jouw standpunt en argumenten uitleggen aan je klasgenoten;

...uitleggen wat de taak is van de voorzitter.

Slide 19 - Slide

Fases
1. Voorzitter introduceert het probleem.

2. Deelnemers stellen zichzelf voor, noemen hun standpunt  met 1e argument.

3. Deelnemers reageren op elkaars standpunt / oplossing.

4. Er wordt een oplossing gekozen.

Slide 20 - Slide

Rol voorzitter
1. Introduceert het probleem.

2. Nodigt elke deelnemer uit om zich voor te stellen en zijn/haar standpunt te noemen.

3. Zorgt dat iedereen het woord krijgt.

4. Sluit de discussie af door de beste oplossing te noemen.

(Voorzitter neutraal.)

Slide 21 - Slide

Oefenen!
Je hebt je standpunt en minimaal 3 argumenten geformuleerd vanuit jouw rol.

Je gaat met je groepje de discussie oefenen.

Maak een spiekbriefje.
Kijk samen hoe je je standpunt en argumenten het best verwoord 

Na het oefenen , volgt de echte discussie!


Slide 22 - Slide