H12 Elektriciteit par 2

Elektriciteit
Hoofdstuk 12
1 / 31
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 4

This lesson contains 31 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Elektriciteit
Hoofdstuk 12

Slide 1 - Slide

Spanning transformeren
§2

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 4K

Slide 3 - Slide

Leerdoelen 4GT

Slide 4 - Slide

Het elektriciteitsnet → probleemstelling

Slide 5 - Slide

Het elektriciteitsnet
  • De generatoren van de elektriciteitscentrale leveren wisselspanning.
  • Deze spanning kan je makkelijk verhogen of verlagentransformeren.
  • Bij een centrale wordt de spanning tot 400kV omhoog getransformeerd.
  • In het dorp en in de wijk wordt deze omlaag getransformeerd tot 230V. *
  • Dit is de netspanning.
f=50Hz

Slide 6 - Slide

Effectieve netspanning van 230V

Slide 7 - Slide

Een adapter zet wisselspanning om naar gelijkspanning.  Symbolen kennen!

Slide 8 - Slide

Een adapter
  • Zet hoge spanning om naar lage (en veilige) spanning. *
  • Bevat een gelijkrichter en zet wisselspanning om naar gelijkspanning.

Slide 9 - Slide

Wisselspanning
Gelijkspanning

Slide 10 - Slide

De transformator
  • Bestaat uit 2 spoelen en een week-ijzeren kern.
  • Tekening transformator.

Slide 11 - Slide

Omhoog transformeren
spoel met laag aantal windingen
60 windingen
spoel met hoog aantal windingen
600 windingen
10x meer windingen
120V → 1200V

Slide 12 - Slide

Omlaag transformeren
spoel met hoog aantal windingen
600 windingen
spoel met laag aantal windingen
6 windingen
100x minder windingen
120V → 1,2V

Slide 13 - Slide

Verband tussen aantal windingen en de spanning
  • aantal windingen primair →
  • aantal windingen secundair →
  • primaire spanning (V) →
  • secundaire spanning (V) →
nsnp=UsUp
np
ns
Up
Us

Slide 14 - Slide

De transformator heeft een primaire spoel met 600 windingen en een secundaire spoel met 12.000 windingen. De primaire spoel is aangesloten op het lichtnet (230 V).
Bereken de secundaire spanning.
Gegevens
  •  
  •  
  •  
Gevraagd
  •  
Oplossing
Conclusie:
nsnp=UsUp

Slide 15 - Slide

Het rendement van een transformator
  • Rendement             %.
  • Verlies aan warmte en aan trillingen.
  • Voor de berekeningen gaan we uit van 100%. *
  • Daarom is het primaire vermogen = secundaire vermogen.
99
Pp=Ps
UpIp=UsIs

Slide 16 - Slide

Een pizzabezorger drukt op de deurbel van een bezorgadres. Door de bel loopt dan een stroom van 1,5 A bij een spanning van 9,2 V. De spanning van 9,2 V wordt geleverd door een transformator die aan de primaire kant is aangesloten op het lichtnet (230 V).

Bereken de stroomsterkte door de primaire spoel. Ga ervan uit dat de transformator ideaal is.
Gegevens
  •  
  •  
  •  
Gevraagd
  •  
Oplossing
Conclusie:

Slide 17 - Slide

Leerdoelen check 4K

Slide 18 - Slide

Leerdoelen check 4GT

Slide 19 - Slide

Lezen en maken met potlood
  • 4K → blz 21 - 35
  • 4GT → blz 217 - 231

Slide 20 - Slide

Serie- en parallelschakeling
§3

Slide 21 - Slide

Leerdoelen 4K

Slide 22 - Slide

Leerdoelen 4GT

Slide 23 - Slide

Serie en parallel?
  • Serieschakeling → 1 stroomkring.
  • Parallelschakeling → meerdere stroomkringen.
  • Voordelen parallelschakeling: alle onderdelen krijgen dezelfde spanning, onderdelen apart in- en uitschakelen. *
  • Schakelaars staan steeds in serie → stroomkring onderbreken.

Slide 24 - Slide

Serieschakeling
Parallelschakeling

Slide 25 - Slide

Serieschakeling
  • Spanning wordt verdeelt over de componenten → 
  • Stroomsterkte overal even groot →      *
  • De weerstanden van de componenten moeten opgeteld worden.  Deze kan je vervangen door 1 weerstand → vervanginsweerstand.
Rv=R1+R2+R3
I
U1
U2

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Twee weerstanden, de een van 5 Ω, de ander van 10 Ω, zijn in serie geschakeld. De bronspanning is 12 V.  Bereken hoe groot de spanning is over beide weerstanden.
Gegevens
  •  
  •  
  •  
Gevraagd
  •  
Oplossing
Conclusie:

Slide 28 - Slide

Parallelschakeling
  • Spanning is overal even groot → 
  • Stroomsterkte kan anders zijn in iedere kring →

  • Vervangingsweerstand → 
U
I1
I2
Rv1=R11+R21+R31

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Bereken 
Rv

Slide 31 - Slide