Verhoudingen Les 3 : Werken met breuken

Verhoudingen 

Les 3 : Rekenen met breuken

De volgende slides bevatten instructies voor de docent.

Slides: 2,4,7,9,11

Instructie docent les 3a:

Teken 4 cirkels op het bord. 

- Hoeveel cirkels zie je in totaal?

Kleur 1 van de 4 cirkels blauw. 

- Hoeveel cirkels zijn  blauw. 

Schrijf het deel als een breuk. 

Instructie docent les Verhoudingen3b Rekenen met breuken

Instructie docent Verhoudingen les 3c Rekenen met breuken voorbeeld 1:

Bespreek met de leerlingen:

Welk deel zaagt Mark af?

1/4 deel

In hoeveel delen moet je de plank dus verdelen?

4 delen.

Hoelang was de plank?

40 cm

Hoeveel is een vierde deel van 40 centimeter?

10 cm

Mark zaagt 10 cm af. 

Instructie docent Verhoudingen les 3c Rekenen met breuken voorbeeld  2

Bereken samen met de leerling hoeveel Minke uitgeknipt heeft. 

Instructie docent les 3 voorbeeld 3

Bereken met de leerlingen  hoeveel fooi Liam krijgt.

Maak in Learnbeat les 3:

Opgaven : 1 - 15

Einde les 3

Ga verder met LessonUp!

1

2

3

4

5

3

5

Dennis verft 3/4 van de planken rood.

Hoeveel planken verft Dennis rood?

1. 3
2. 4
3. 5
4. 2

Marly wast 5/6 van de auto's.

Hoeveel auto's wast Marly?

1. 6
2. 5
3. 4
4. 1

1

9

3

6

5

4

Ilona wast 1/3 deel van 15 tomaten.
Hoeveel tomaten wat Ilona?
..............tomaten

1. 3
2. 15
3. 1
4. 5

Samira knipt 1/5 deel van een stuk
inpakpapier van 30 centimeter.
Hoeveel centimeter knipt Samira
van het inpakpapier af?

1. 5
2. 4
3. 6
4. 3

6

5

11

12

3

4

Rowan zaagt 1/10 deel van een
stoeprand van 100 cm af.
Hoeveel centimeter zaagt Rowan
van de stoeprand af?
Welke berekening is juist?

1. 10 : 100 = 10
2. 100 : 10 = 1
3. 100 : 1 = 10
4. 100: 10 = 10

Remo vervangt 1/3 deel van een
dakgoot van 15 meter.
Hoeveel meter van de dakgoot
vervangt Remo?

1. 3 : 15 = 5
2. 5 : 15 = 3
3. 15 : 5 = 3
4. 15 : 3 = 5

5

10

1

15

20

3

5

1

3

21

7

5

Welke berekening is juist?

10 : 70 = 7

70 : 1 = 70

70 : 10 = 7

10 : 1 = 70

Welke berekening is juist?

5 : 35 = 7

35 : 5 = 7

35 : 7 = 5

 7 : 35 = 5

Welke berekening is juist?

24 : 3 = 8

cupcakes

24 : 1 = 24

cupcakes

24 : 8 = 3

cupcakes

 3 : 24 = 8

cupcakes

Lucas werkt bij bakkerij De Slagroom toef.
Lucas heeft 28 bonbons.
Hoeveel doosjes kan hij met de
bonbons vullen?
Kies de juiste berekening.

4 bonbons

1. 4 : 28 = 7
2. 28 : 7 = 8
3. 7 : 28 = 4
4. 28: 4 = 7

Lucas rolt het deeg voor de koekjes uit.
Hij snijdt 1/5 deel van 40 centimeter
deeg af. Hoeveel centimeter snijdt Lucas
van het deeg af?
Kies de juiste berekening.

1. 40 : 1 = 40centimeter
2. 40 : 40 = 1 centimeter
3. 5: 40 = 1 centimeter
4. 40 : 5 = 8 centimeter

Einde Breuken

Les 3: Werken met breuken