We horen graag of je een voorkeur hebt voor vis, vlees of vegetarisch.
Standaardnederlands
Zij hebben heel veel geld.
Geen stopwoorden of tussenwerpsels
X
Uitspraak "zoals het hoort", geen samentrekkingen en afkortingen
Goedemorgen, Albert Heijn, even, oude, dat is, dat vind ik grappig.
Zinnen grammaticaal correct.
Toen zijn we samen een ijsje gaan eten.
Slide 9 - Slide
In welke twee situaties is correct schrijven extra belangrijk?
Slide 10 - Open question
Lange en ontspoorde zinnen
Controleer deze dus altijd extra goed.
Herschrijf ze of splits ze op.
Orden informatie en maak met signaalwoorden en verwijswoorden duidelijk wat de samenhang is.
Slide 11 - Slide
Overbodige woorden en contaminatie
Lange zinnen kun je inkorten, haal daarbij overbodige woorden weg.
Niet: Examentraining kan een groot verschil maken voor de resultaten van de leerlingen en de kans op slagen wordt dan vergroot.
Wel: Examentraining vergroot de kans op slagen.
Als er staat licht toe --> geef toelichting: waarom vergroot examentraining de kans op slagen?
Slide 12 - Slide
Overbodige woorden en contaminatie
Bij een contaminatie halen mensen twee woorden of uitdrukkingen door elkaar.
-Hij verkocht de sneakers voor een appel en een peer. (appel en een ei en een appel met een peer vergelijken).
-Die trui kost duur. (kost veel of is duur).
-Uitprinten. (uitdraaien of printen).
-Nachecken. (checken of nakijken).
Slide 13 - Slide
Lange en ontspoorde zinnen
Hoe langer de zin, hoe groter de kans dat deze onduidelijk is of fouten bevat.
Niet: Aan het eind van een drukke schooldag met wel zes, zeven of acht lessen word je meestal en beetje onrustig en heb je geen zin meer.
Wel: Een drukke schooldag heeft vaak wel zes, zeven of acht lessen. Aan het eind van zo'n dag word je meestal een beetje onrustig. Je hebt dan namelijk geen zin meer.
Een ontspoorde zin loopt niet. Meestal doordat je op een andere structuur overgaat. Lees hardop, dan hoor je vaak vanzelf wat er niet klopt.
Slide 14 - Slide
Overbodig of niet: De vrouw deed "erg" boos tegen de medewerker van de klantenservice.
A
Ja
B
Nee
Slide 15 - Quiz
Overbodig of niet: Zij vindt het vast niet "erg" dat je haar passer leent voor de wiskundetoets.
A
Ja
B
Nee
Slide 16 - Quiz
Deel de zin op in kortere zinnen. "Afgelopen week, toen ze haar telefoon kwijt was, voordat ze er -heel dom- achter kwam dat hij gewoon in haar jasza zat, en ze helemaal in paniek was omdat ze een belangrijk berichtje verwachtte, wilde ze naar huis fietsen om te kijken of ze hem daar soms had laten liggen."
Slide 17 - Open question
Deel de zin op in kortere zinnen. "Omdat veel leerlingen snel zijn afgeleid, aangezien ze een slechtere concentratie hebben dan de leerlingen van tien jaar geleden, kunnen ze steeds minder goed lezen en daarom proberen scholen er alles aan te doen om de leerlingen weer in een boek te laten kijken in plaats van op hun telefoon."
Slide 18 - Open question
Oefeningen
Wie?
Zelfstandig.
Wat?
.
Maak oefening 4 t/m 11 op blz. 32 oefenboek.
Hulp?
Docent.
Tijd?
Tot het einde van de les.
Uitkomst?
Je beheerst de leerdoelen.
Klaar?
Lezen uit je boek
Slide 19 - Slide
Welke leerdoelen beheers je nu?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Je weet wat de belangrijkste stijlfouten zijn en hoe je die voorkomt.
Je kan stijlfouten in een tekst aanwijzen.
Je kan zinnen verbeteren en opsplitsen in kortere zinnen.
Je kan zelf teksten meet correcte zinnen schrijven.