This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Lezen/
Kijken & luisteren
Ga zitten op je plaats
Pak je spullen
Slide 1 - Slide
Wat gaan we
vandaag doen?
Nabespreken SE Lezen;
Aan de slag met kijken & luisteren.
Slide 2 - Slide
Tip top 3:
1. Geef genoeg antwoorden;
2. Lees de gehele vraag;
3. Ben je klaar? Controleer de antwoorden van je toets nogmaals
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Niet alle leerlingen zijn aanwezig. Vindt Diederik dat erg?
A
Ja. Hij zegt dat hij het niet erg vindt, maar aan zijn houding kun je zien dat hij hiervan flink baalt
B
Nee. Door wat hij zegt en zijn houding weet je dat de lage opkomst hem niet uitmaakt.
Slide 5 - Quiz
Diederik laat vier experimenten zien. Welk experiment maakt op de leerling het minst indruk?
A
fles verdwijnt in olie
B
sneeuw maken
C
wolk maken
D
handschoen in stikstof
Slide 6 - Quiz
Diederik laat vier experimenten zien. Welk experiment maakt op de leerling het meest indruk?
A
fles verdwijnt in olie
B
sneeuw maken
C
wolk maken
D
handschoen in stikstof
Slide 7 - Quiz
In het fragment krijg je drie keer een toelichting op de les: twee keer door Diederik en een keer door Tahir. Wanneer zijn de toelichtingen opgenomen
A
Voor de les
B
Na de les
C
Tijdens de les
Slide 8 - Quiz
Hoe wordt Diederik in beeld gebracht door de programmamakers?
A
Een enthousiaste docent
B
Een sarcastische docent
C
Een strenge docent
Slide 9 - Quiz
Iris komt te laat binnen. Wat kun je zeggen over haar binnekomst?
A
Aan haar houding zie je dat ze bang en zenuwachtig is
B
Ze doet spottend en wantrouwend tegenover Diederik
C
Ze gedraagt zich onbeleefd en ongeïnteresseerd
D
Ze komt enthousiast en verontschuldigend binnen
Slide 10 - Quiz
Waarom vindt Diederik het niet erg om op zondagochtend les te geven? Omdat...
A
dan niet iedereen aanwezig is en hij dus een klein en rustig klasje heeft
B
hij geen belangrijke stof hoeft uit te leggen waarover ze een toets krijgen
C
iedereen wetenschap interessant en leuk vindt om over te leren
D
op zondag alleen maar leuke lesonderwerpen op het programma staan
Slide 11 - Quiz
Tahir vertelt dat hij de les 'superleuk' vond. Kon je dat ook aan hem zien tijdens de les?
A
Ja. Met zijn houding en gezichtsuitdrukking liet hij zien dat hij heel geïnteresseerd was.
B
Een beetje. Zijn houding was ongeïnteresseerd, maar aan zijn gezicht kon je soms zien dat hij het leuk vond.
C
Nee. Met zijn houding en gezichtsuitdrukking liet hij zien dat hij niet geïnteresseerd was.
Slide 12 - Quiz
Het meisje met het roze jack krijgt een chocoladereep van Diederik.
Aan haar non-verbale communicatie kun je aflezen dat ze
A
geen noten en chocola mag, omdat ze allergisch is
B
het belachelijk vindt dat een leraar snoep uitdeelt
C
niet zo goed weet hoe ze op de situatie moet reageren
D
zich schaamt voor het goede antwoord dat ze gaf
Slide 13 - Quiz
Waarom deelt Diederik chocoladerepen uit?
A
Hij wil dat de leerlingen stil zijn en als ze eten, zullen ze minder praten
B
Hij wil de leerlingen belonen, omdat ze les hebben op zondagochtend
C
Hij wil de leerlingen omkopen, zodat ze opletten
D
Hij wil de les anders maken, zodat de leerlingen enthousiast worden
Slide 14 - Quiz
Het meisje in het donkerblauwe shirt geeft een goed antwoord, maar krijgt geen chocoladereep. Zij zegt alleen maar ‘Eh...’.
Toch begrijpt Diederik wat ze bedoelt, want
A
ze kijkt boos in de richting van de repen
B
ze kijkt teleurgesteld in de richting van de repen
C
ze kijkt verdrietig in de richting van de repen
D
ze kijkt vragend in de richting van de repen
Slide 15 - Quiz
Diederik zegt dat het best moeilijk is om als jongere twee uur lang je best te doen. Hoe krijgt hij het volgens hemzelf voor elkaar dat de leerlingen dat wel doen?
A
Hij deelt snoep uit, zodat de les leuk wordt en de tijd sneller gaat.
B
Hij doet zijn best voor hen en dan willen ze wel wat terugdoen.
C
Hij stelt heel veel vragen, zodat ze wel moeten opletten.
D
Hij geeft streng en rechtvaardig les, zodat iedereen blijft luisteren.
Slide 16 - Quiz
Diederik doet een experiment met een gele handschoen. Waarom slaat hij met een hamer op de handschoen? Meerdere antwoorden kunnen juist zijn.
A
Dat moet bij het experiment dat Diederik laat zien
B
Diederik wil de aandacht van de leerlingen trekken
C
Diederik wil de gevaren van experimenten laten zien