Examentraining 2

Welkom!
Leesvaardigheid oefenen......
1 / 37
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Leesvaardigheid oefenen......

Slide 1 - Slide

Taalgebruik beoordelen
Je leert hoe je houding, intenties, opvattingen en gevoelens van de schrijver kunt afleiden uit zijn taalgebruik.

Slide 2 - Slide

Soort tekst
Herken de tekstsoort (uiteenzetting, beschouwing, betoog of een mix) en bepaal het schrijfdoel van de tekst (amuseren, informeren, opiniëren, overtuigen en activeren).

Slide 3 - Slide

Noteer de woorden met emotie 
Met het Suriname comité GMAP, Geen moordenaar Als President, vind ik de onthulling van het Vlaggenplein in Paramaribo een schaamteloos misbruik van de vlaggen van bevriende naties ten bate van politieke geweldsverheerlijking. Het zonder expliciete toestemming van de betrokken staten en internationale organisaties gebruiken van de vlaggen is het zoveelste bewijs van de smoezelige kunstgrepen die de in strijd met de grondwet indirect gekozen president Bouterse nodig heeft om zijn onherstelbaar geschonden blazoen op te poetsen.

Slide 4 - Slide

Met het Suriname comité GMAP, Geen moordenaar Als President, vind ik de onthulling van het Vlaggenplein in Paramaribo een schaamteloos misbruik van de vlaggen van bevriende naties ten bate van politieke geweldsverheerlijking. Het zonder expliciete toestemming van de betrokken staten en internationale organisaties gebruiken van de vlaggen is het zoveelste bewijs van de smoezelige kunstgrepen die de in strijd met de grondwet indirect gekozen president Bouterse nodig heeft om zijn onherstelbaar geschonden blazoen op te poetsen.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Ironie
Ironie wordt vaak gebruikt om te laten merken dat je het ergens niet mee eens bent  ->  milde spot. 

Kern: je neemt afstand. Vaak het tegengestelde wordt gezegd van hetgeen men bedoelt.

De ANWB meldde dat de gipsvluchten het dit jaar weer goed hadden gedaan.
Goh, precies op tijd.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

Sarcasme
Bijtende spot, bitterder en cynischer dan ironie



"Je moet vooral zó doorwerken, dan kom je er in ieder geval".

Slide 9 - Slide

Cynisme
Cynisme is wrede, gevoelloze spotternij. Een cynicus is krenkend en spot met elke menselijke waarde of thema, bijvoorbeeld dood, liefde, haat… 
Vaak als een vorm van zelfverdediging,



"We gaan hem nu opereren. Als hij blijft leven, hadden we het bij het rechte eind; als hij sterft, hebben we toch wat bijgeleerd."

Slide 10 - Slide

Waar herken je afkeer in voor natuurbeschermers?
A
Natuurbeleid dat de factor mens verwaarloost mislukt meestal
B
Weer kwam een standaard ecologenargument op de proppen over wolven en wilde underdogs.
C
Ecologische treurwilgen zien het wild in eigen bos niet.
D
De dertig jaar durende klaagzang van natuurbescherming frustreert.

Slide 11 - Quiz

Wat is de opvatting over preventiebeleid van de overheid in onderstaande zin?
'Dit is nu precies het mistige, moerassige terrein van de zwakke statistische verbanden, waarop de overheid tegenwoordig steeds vaker haar preventiebeleid baseert.'
Uit de tekst 'Bemoeiziek'

Slide 12 - Slide

Noteer hier wat jij denkt dat er staat.

Slide 13 - Open question

Functiewoorden
In een examen zitten vaak vragen over de functie van een tekstgedeelte in het geheel.

Kijk op pagina 402 tot 405 voor de lijst met functiewoorden.
Noteer op de volgende slide van welke functiewoorden je nog nooit gehoord hebt

Slide 14 - Slide

De functie van een tekstgedeelte bepalen
Met functiewoorden!!!

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

Deze functiewoorden zijn voor mij volslagen onbekend

Slide 17 - Open question

Lees de tekst op p. 408 uit 'We leven veel te snel'. Wat is hier de functie van de inleiding?
A
Het aanduiden van een onderwerp
B
Het formuleren van een probleemstelling
C
Het stellen van de hoofdvraag
D
Het verwoorden van een constatering

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Vragen over de titel?
Zoek de betekenis!
Informeren, teasen, motiveren?

Slide 20 - Slide

'Zelfkastijding op wielen' is een titel van een examentekst. Wat is de gedachte hierachter?
A
De automobilist ondervindt hinder van files, maar neemt die voor lief
B
De auto is zo belangrijk geworden dat een file niet meer echt negatief is
C
Het ministerie straft mensen die hardnekkig vasthouden aan slecht rijgedrag
D
Je kan tegenwoordig niet zonder auto dus files moet je accepteren.

Slide 21 - Quiz

Huiswerk
Neem paragraaf 9 tot en met 12 door.
Maak de vragen van par. 12. Opdracht 20 en 21. (p. 416)
Lever deze in via Teams

Slide 22 - Slide

  • Een tekst indelen
  • Functies van een tekst bepalen 
  • Woorden of zinnen uit de tekst citeren
  • Iets met eigen woorden zeggen / samenvatten
  • Hoofdgedachte van een tekstgedeelte vaststellen
  • Argumentatieve vragen
  • Hoofdgedachte van een tekst bepalen
  • Schrijfdoel van een tekst vaststellen
Welk tussenkopje past bij welke alinea?
Wat is de functie van alinea X t.o.v. alinea Y?
Standpunt / (verzwegen) argumenten / redeneringen / aanvaardbaarheid / drogredenen

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Link

Vragen

Slide 26 - Slide

De hoofdgedachte van een tekst is ....
A
het onderwerp van een tekst
B
de belangrijkste alinea
C
in een zin samengevat waar de tekst over gaat
D
de kernzin van de eerste alinea

Slide 27 - Quiz

Welke functies kan een titel hebben?
A
activeren
B
teasen
C
informeren
D
overtuigen

Slide 28 - Quiz

een betoog wordt een activerende tekst door een ...
A
argument
B
standpunt
C
oproep
D
voorbeeld

Slide 29 - Quiz

om ... te, door te, opdat, door middel van, daarmee, daartoe, teneinde, met als doel
A
Voorwaarde
B
argumentatie voor argumenten die andere argumenten verdedigen
C
Doel / middel
D
Conclusie

Slide 30 - Quiz

Bij een column in de krant of een ingezonden brief hoort het tekstdoel:
A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
activeren/overhalen

Slide 31 - Quiz

Een inleiding kan verschillende functies hebben. Welke functie heeft de inleiding niet?
A
het onderwerp introduceren
B
aandacht trekken
C
een korte samenvatting geven
D
een advies geven

Slide 32 - Quiz

Aanbeveling
A
de schrijver beschrijft hoe een bepaalde theorie in de praktijk wordt toegepast
B
de schrijver geeft aan wat hij wil bereiken
C
de schrijver toont aan dat een bewering of argumentatie niet juist is
D
de schrijver komt tot een goede raad of advies, meestal aan einde artikel

Slide 33 - Quiz

Wat wordt bedoeld met: 'Citeer een zinsgedeelte uit de tekst'
A
neem 1 zin uit de tekst over
B
neem 1 woord uit de tekst over
C
neem een stukje zin uit de tekst over
D
neem een paar zinnen uit de tekst over

Slide 34 - Quiz

Wat wordt bedoeld met 'de aanleiding van een tekst'
A
Lezers aanraden om iets wel of niet te doen
B
De reden waarom iemand over een onderwerp schrijft.
C
Mensen zover krijgen dat ze jouw mening overnemen
D
De eerste alinea van een tekst

Slide 35 - Quiz

Opdracht
1. Bekijk via de volgende link jouw antwoorden op de oriëntatietoets: 

https://tm.thiememeulenhoff.nl/orientatietoets/antwoorden.aspx?t=551&n=&a=

2. Bekijk je studieadvies en bepaal: welke paragrafen moet je zeker bestuderen?  


Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide