What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
3kader 2.5 Woordenquiz
In welk zin herken je het woord "afnemen"?
A
Ik zie het aantal besmettingen alleen maar vermeerderen.
B
De Sinterklaasinkopen zijn minder dan vorig jaar.
C
Wat fijn dat jullie vandaag een rustige dag hebben.
D
De Middeleeuwse kerk begint te vervallen.
1 / 14
next
Slide 1:
Quiz
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
This lesson contains
14 slides
, with
interactive quizzes
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
In welk zin herken je het woord "afnemen"?
A
Ik zie het aantal besmettingen alleen maar vermeerderen.
B
De Sinterklaasinkopen zijn minder dan vorig jaar.
C
Wat fijn dat jullie vandaag een rustige dag hebben.
D
De Middeleeuwse kerk begint te vervallen.
Slide 1 - Quiz
Welk werkwoord kun je maken van 'resultaat'
A
resulten
B
consultant
C
resulteren in
D
concluderen
Slide 2 - Quiz
Welke woorden horen bij 'een wetenschapper'?
A
universiteit, onderzoek, academisch
B
universiteit, studeren, mbo
C
professor, directeur
D
schappen in supermarkt
Slide 3 - Quiz
Wat is een ander woord voor 'registreren'?
A
in een register zetten
B
vastleggen
C
opschrijven
D
nakijken
Slide 4 - Quiz
'Kun jij je keuze onderbouwen?'
Wat betekent dat?
A
Je kunt een goede basis vormen voor een gebouw.
B
Je kunt je ertegen verzetten.
C
Je bent onderaannemer voor een bouwmaatschappij.
D
Je kunt redenen geven waarom je dat gekozen hebt.
Slide 5 - Quiz
een 'onderzoeksrapport'
Wat is een ander woord?
A
een onderzoeksverslag
B
een rapport van een huisarts
C
rapportcijfers voor dat onderzoek
D
geheim document
Slide 6 - Quiz
Wat betekent 'aanbevelingen doen'?
A
Zeggen of opschrijven wat iemand het best kan doen.
B
Een bedrijf vertellen hoe goed iemand is.
C
Complimenten geven.
D
Een bevel aan iemand geven.
Slide 7 - Quiz
analyseren:
Wat betekent het niet?
A
iets onderzoeken
B
ontleden
C
onderdelen bekijken en beoordelen
D
bevindingen van onderzoek samenvoegen
Slide 8 - Quiz
In welke zin is het woord 'anoniem' goed gebruikt?
A
Noteer je naam en adres op dit formulier.
B
Je kunt minimaal je gegevens noteren.
C
Je mag de enquête anoniem invullen.
D
naw-gegevens zijn verplicht.
Slide 9 - Quiz
Welke woord hoort niet bij 'autoriteit'?
A
autonoom
B
deskundig
C
gezag
D
overheid
Slide 10 - Quiz
Welk woord kun je gebruiken i.p.v. 'benadrukken'?
A
aanzetten
B
druk opleggen
C
beklemtonen
D
vervangen
Slide 11 - Quiz
Welke twee woorden uit de lijst horen bij elkaar?
A
bewering/gegevens
B
bewering/hypothese
C
hypothese/onderbouwing
D
bewering/bewijs
Slide 12 - Quiz
'de cijfers laten spreken'
In welke zin is dit woordgebruik goed?
A
Die cijfers praten namens ons.
B
Een computerprogramma is opgebouwd uit cijfers.
C
We voeren een discussie over zijn cijfers.
D
De uitkomst van de stemming is overduidelijk.
Slide 13 - Quiz
'Ik wil het naadje van de kous weten over het incident van vorige week.'
Wat betekent dat?
A
Ik zoek het tot op de bodem uit.
B
Ik ga alle kousen en sokken nakijken.
C
Ik zorg dat het wordt opgelost.
D
Ik laat het erbij.
Slide 14 - Quiz
More lessons like this
3kader 2.5 Woordenquiz
June 2022
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
3kader 2.5 Woorden
November 2022
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
2.5 WOORDEN KADER
October 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Woorden - H.2.15
September 2023
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Woorden - H.2.15
September 2024
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
oefentoets3kb
January 2024
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
woordenschat toets BK3 oefenen
June 2020
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Goed gebekt deel 1 taak 1
August 2020
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3