1 vmbo-kgt 2.5 Organen en cellen: Celdeling

Thema 2 Organen en cellen
2.5 Celdeling
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 2 Organen en cellen
2.5 Celdeling

Slide 1 - Slide

wat gaan we vandaag doen?
herhalen vorige les: 2.4 De celkern
leerdoelen vandaag
nieuwe theorie: 2.5 Celdeling
zelf aan de slag
herhalen leerdoelen

Slide 2 - Slide

2. Regelt de celkern alles wat er in de cel gebeurt?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quiz

In de kern van de cel van een mens zitten 48 chromosomen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Erfelijke informatie over de grootte van je voet is alleen opgeslagen in de cellen van je voet.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

Welk onderdelen heeft een dierlijke cel?
A
Celwand, celplasma, celkern
B
Celplasma, celkern, vacuole
C
Celmembraan, celplasma, celkern
D
Celwand, vacuole, celkern

Slide 6 - Quiz

Welke onderdelen van de plantencel worden hier aangegeven? Sleep het juiste onderdeel naar het juiste vakje. 
Celwand
Celkern
Bladgroenkorrel
Cytoplasma
Vacuole

Slide 7 - Drag question

leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- kan je de stappen van de celdeling noemen

Slide 8 - Slide

Inleiding
Je lichaam bestaat uit wel dertig biljoen cellen.
In je lichaam ontstaan steeds nieuwe cellen.

Slide 9 - Slide

2.5 Celdeling
De buitenste laag van je huid bestaat uit dode cellen.

Elke dag verlies je miljoenen van deze cellen.
Maar ze zijn zo klein, dat je dat niet merkt.



Slide 10 - Slide

2.5 Celdeling
In je huid ontstaan steeds nieuwe cellen. Daardoor blijft het aantal cellen in je huid ongeveer gelijk.

Ook op andere plaatsen in je lichaam gaan cellen dood en ontstaan nieuwe cellen. De nieuwe cellen vervangen de dode cellen.

Ook om te groeien maak je nieuwe cellen.

Slide 11 - Slide

2.5 Celdeling
Nieuwe cellen ontstaan door celdeling.
Bij een celdeling deelt één cel zich in twee.


Slide 12 - Slide

2.5 Celdeling
Mensen hebben in elke celkern 46 chromosomen.
Voor de celdeling ontstaat van elk chromosoom een kopie.

In de celkern zitten dan 2 keer 46 chromosomen.

Slide 13 - Slide

2.5 Celdeling
Daarna gaat de celkern zich delen. Er ontstaan 2 kernen. In elke kern zitten nu weer 46 chromosomen.

Dan deelt ook de rest van de cel zich.

Slide 14 - Slide

2.5 Celdeling
Uit 1 cel, de moedercel, ontstaan zo 2 nieuwe cellen, de dochtercellen.

Deze bevatten dezelfde informatie als de moedercel.

Slide 15 - Slide

2.5 Celdeling
Na de celdeling gaan de dochtercellen groeien.
De hoeveelheid celplasma neemt toe. Dit heet plasmagroei.

De dochtercellen worden daardoor even groot als de moedercel.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Slide 20 - Slide

VRAGEN??

Slide 21 - Slide

zelf aan de slag
2.5 Celdeling: lees de tekst en maak de opdrachten:

opdracht 1 t/m 6 maken
(vanaf blz. 108)


Slide 22 - Slide

herhalen leerdoelen
Aan het einde van de les:
- kan je de stappen van de celdeling noemen

Slide 23 - Slide