Hoofdstuk 2.3 Lezen• Je weet wat feiten en meningen zijn
• Je kunt feiten en meningen herkennen
• Je kunt de moeilijkewoordenwijzer toepassen
• Je kunt signaalwoorden herkennen die een opsomming aangeven (leer ze uit je hoofd!)
• Je kunt vragen over teksten beantwoorden
Hoofdstuk 2.5 Woorden
• Je kent alle woorden van de woordenlijst uit je hoofd
• Je weet wat synoniemen zijn
• Je weet hoe je een synoniem in een tekst kan opmerken