What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H5 woordsoorten voorzetsels
De bepaalde lidwoorden zijn?
A
het
B
de
C
een, het
D
de, het
1 / 20
next
Slide 1:
Quiz
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
De bepaalde lidwoorden zijn?
A
het
B
de
C
een, het
D
de, het
Slide 1 - Quiz
Noem een kenmerk van een zelfstandig naamwoord
Slide 2 - Open question
H5 voorzetsels
Doel: Je kunt in een zin de voorzetsels aanwijzen
Slide 3 - Slide
Noem een kenmerk van een werkwoord
Slide 4 - Open question
Wat is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
Slide 5 - Open question
Maak met de volgende afkortingen van woordsoorten een goed lopende zin: BLW, BN, ZN, WW, OLW, ZN.
Slide 6 - Open question
Wat zijn de werkwoorden in de volgende zin?:
"Ruim je kamer nou eens op," zegt die moeder van Bart altijd.
A
ruim
B
ruim, op
C
zegt, ruim
D
ruim, op, zegt
Slide 7 - Quiz
Wat is het lidwoord in de volgende zin?:
"Ruim je kamer nou eens op," zegt die moeder van Bart altijd.
A
van
B
op
C
die
D
Er is geen lidwoord
Slide 8 - Quiz
Welke voorzetsels ken je?
Slide 9 - Mind map
Voorzetsels
Een voorzetsel geeft tijd, plaats of reden/oorzaak aan.
plaats
: op de tafel, in de kast, bij het hek etc.
tijd
: om 4 uur, na de vakantie, tijdens de les etc.
reden/oorzaak
: vanwege de file, door het succes.
Dit zijn dus de kast/feest woorden
Slide 10 - Slide
Voorzetsels
Een voorzetsel staat voor een lidwoord en een zelfstandig naamwoord.
Voorbeelden:
In (vz) de trommel (zn)
Tussen (vz) die papieren (zn),
over (vz)welke brug (zn)?
Slide 11 - Slide
Let op:
Delen van een scheidbaar werkwoord (aankijken, uitzwaaien..) is geen voorzetsel, maar hoort bij het werkwoord.
Voorbeeld:
Ik
kijk
mijn moeder altijd
aan
.
(aan hoort bij het werkwoord aankomen)
Slide 12 - Slide
vaste voorzetsels
met behulp
van
een kruiwagen
zich verdiepen
in
de gewoontes van een land
zich voorbereiden
op
de test
zich verheugen
op
de vakantie
geld uitgeven
aan
games
naar aanleiding
van
deze gebeurtenis
etc. etc. zoek in het woordenboek als je het niet weet
Slide 13 - Slide
Even oefenen
Slide 14 - Slide
Een gesprek voeren ... je mentor.
A
met
B
aan
C
tot
D
voor
Slide 15 - Quiz
Ik houd heel erg ... gitaar spelen
A
met
B
tussen
C
voor
D
van
Slide 16 - Quiz
Wat is het voorzetsel?
Vorige week konden we nog spelen in de sneew.
A
de
B
vorige
C
in
D
x
Slide 17 - Quiz
Wat is het voorzetsel?
Ik geef al mijn geld uit aan paaseieren.
A
al
B
uit
C
aan
D
x
Slide 18 - Quiz
Even alle woordsoorten oefenen
Slide 19 - Slide
Aan de slag
Maken van hoofdstuk 6 voorzetsels opdracht 4 en 5.
Slide 20 - Slide
More lessons like this
H5 woordsoorten voorzetsels
February 2021
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
H5 woordsoorten voorzetsels
May 2020
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
H5 woordsoorten voorzetsels
June 2021
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
H5 woordsoorten voorzetsels
September 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Opfrissen voor de toets - woordsoorten
January 2024
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
K3 H4 Woordsoorten
December 2023
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
woordsoorten 1hv
March 2018
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
m3 h3 woordsoorten
January 2022
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3