Examentraining H1 Retailmarketing & H2 Assortiment

RECAP
1 / 50
next
Slide 1: Slide
Marketing & CommunicatieMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

RECAP

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Trade marketing

Slide 4 - Slide

Trade marketing = Push strategie

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Examenterm
1.7.1 vormen van e-commerce, succesfactoren e-commerce

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Koppel de Segmentatiestrategie
E-business
E-commerce
E-tailing
Online-marketing
inkopen en verkopen van producten via internet door retailers aan consumenten
alle manieren van zaken doen via internet
inkopen en verkopen van producten via internet door producenten of groothandels
marketing die via de digitale weg verloopt

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

Examenterm
1.7.2 commerciële mogelijkheden van omni-, multi- en cross-channel in de retail, clicks-bricks-ticks

Slide 8 - Slide

Hoe heet het als je niet alleen klikt maar ook iets koopt
Examenterm
1.7.2 commerciële mogelijkheden van omni-, multi- en cross-channel in de retail, clicks-bricks-ticks

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Een retailer biedt de consument de keuze tussen verschillende verkoopkanalen. Het ene kanaal weet niet wat het andere doet. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld de prijzen in de winkel anders zijn dan online.
A
Monochannel
B
Multichannel
C
Crosschannel
D
Omnichannel

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Examentermen
1.7.3 aandachtspunten webshop, content, belang van zoektermen, klantenprofiel, productinformatie, algemene voorwaarden, dropshipping, bereikbaarheid servicedesk,

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Recap

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Ieder groep presenteert een onderdeel 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Waarvoor dient het randassortiment niet?
A
Winst
B
Vertrouwen
C
Service & klantenbinding
D
Imago

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Wat is een artikelvariëteit binnen de Hema?
A
Kantoorartikelen
B
herenblouses
C
blauwe balpen
D
taarten

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Lees Hoofdstuk 2.3 hierna volgen een aantal quizvragen (20 sec per vraag)

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

'De verfspeciaalzaak' is een winkel waar alleen verf wordt verkocht. Allerlei merken, kleuren en soorten. Welke twee eigenschappen heeft het assortiment van deze winkel?
A
Smal assortiment
B
Breed assortiment
C
diep assortiment
D
ondiep assortiment

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Een supermarkt heeft een...
A
Smal assortiment
B
Breed assortiment
C
diep assortiment
D
ondiep assortiment

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Een schoenwinkel heeft een...
A
Smal assortiment
B
Breed assortiment
C
diep assortiment
D
ondiep assortiment

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Het assortiment van een speciaalzaak is doorgaans:
A
breed en diep
B
breed en ondiep
C
smal en ondiep
D
smal en diep

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Het assortiment van een aanbieder van mountainbikes bestaat uit fietsen, fietshelmen, fietskleding, brillen, hartslagmeters, fietsnavigatie en sportvoeding.

Van welke dimensie van het assortiment is hier sprake?

A
Breedte
B
Hoogte
C
Diepte
D
Lengte

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Exclusieve dure merken in de winkel

Om welke dimensie van het assortiment gaat het hier?
A
Breedte
B
Hoogte
C
Diepte
D
Lengte

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Zaak heeft enkele auto's op voorraad, omdat dit te hoge kosten met zich meebrengt.

Om welke dimensie van het assortiment gaat het hier?
A
Breedte
B
Hoogte
C
Diepte
D
Lengte

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Follow up Artikel

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Koopverwantschap
  • Koopgedrag

Doel:
  • Bijverkoop
  • Service

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Koopverwantschap
  • Koopgedrag

Doel:
  • Bijverkoop
  • Service

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Productieverwantschap
  • Gelijke productiemethode/grondstof

Doel:
  • Service
  • Praktisch

Slide 38 - Slide

This item has no instructions







Lees H2.5 & maak opdracht 10 & 11 

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

De televisies van Samsung hebben een hoge naamsbekendheid, een hoge distributiegraad en een relatief hoge prijs.

Wat voor merk is Samsung?

A
A-merk
B
C-merk
C
B-merk

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

Een fabrikant brengt onder dezelfde merknaam verschillende producten op de markt, zoals mixers, scheerapparaten en elektronische tandenborstels.

Wat voor merk is dit?

A
Huismerk
B
Paraplumerk
C
Keurmerk
D
Individueel fabrikantenmerk

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Examenterm
1.2.3 berekenen van brutorendementsgetal
(brutowinst/gemiddelde voorraad x 100%) of (brutowinst in % van de inkoopwaarde x omzetsnelheid)

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Van een product worden jaarlijks gemiddeld 125 stuks verkocht. Er zijn altijd 12 stuks op voorraad. De inkoopprijs is € 244, de verkoopprijs is € 300.

Bereken het brutorendementsgetal van het artikel. Rond af op een geheel getal. Laat je berekening zien!
timer
2:00

Slide 50 - Open question

239%
brutorendementsgetal = brutowinst / gemiddelde voorraad tegen inkoopprijs x 100%
brutowinst is jaaraafzet x brutowinst 125 x € 56 = € 7.000
gemiddelde voorraad tegen inkoopprijs = 12 x € 244 = € 2.928
brutorendement = € 7.000 / € 2.928 x 100% = 239%