Week 4 Politieke stelsel

Startklaar:
-JdW map                 -Laptop in tas
-Telefoon in zakkie  -Werkboekje
-Pen
1 / 38
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Startklaar:
-JdW map                 -Laptop in tas
-Telefoon in zakkie  -Werkboekje
-Pen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma
  1. Uitleg: nationale politiek
  2. Quiz
  3. Uitleg: Gemeentepolitiek
  4. Opdracht: gemeentepolitiek

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van deze les:
  1. Kun je uitleggen hoe de nationale politiek werkt.
  2. Kun je uitleggen hoe de gemeentepolitiek werkt.
*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Nationale politiek
Nationaal=


Politiek=

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Nationale politiek
Nationaal= Gaat over het hele land.


Politiek= De mensen die de wetten maken en de belasting uitgeven.

Nationale politiek: De mensen die de landelijke wetten maken en belasting uitgeven.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Nationale politiek
Bestaat uit:
Kabinet
Tweede kamer
Eerste kamer

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Nationale politiek
Kabinet:
  • Bestaat uit ministers en staatssecretarissen.
  • Deze worden gekozen bij de formatie.
  • Maakt wetsvoorstellen en voert wetten uit.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Nationale politiek
Tweede kamer:
  • Leden worden gekozen bij landelijke verkiezingen.
  • Debatteert en stemt over alle wetsvoorstellen.
  • Mag ook wetten maken
  • Controleert het kabinet.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Nationale politiek
Eerste kamer:
  • Leden worden gekozen bij de provinciale verkiezingen.
  • Kijkt of wetten mogen van de grondwet.
  • Mag geen wetten maken
  • Controleert het kabinet.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Waar of niet waar
Hand omhoog= Waar
Hand omlaag= Niet waar.

Je gaat zitten als je het fout hebt

Slide 10 - Slide

1. De nationale politiek bestaat uit het kabinet, de tweede kamer en de eerste kamer.
2. Het kabinet bestaat uit de ministers en de tweede kamer.
3. De tweede kamer wordt één keer in de acht jaar gekozen.
4.
Waar of niet waar
De nationale politiek bestaat uit het kabinet, de tweede kamer en de eerste kamer.

Slide 11 - Slide

1. De nationale politiek bestaat uit het kabinet, de tweede kamer en de eerste kamer.
2. Het kabinet bestaat uit de ministers en de tweede kamer.
3. De tweede kamer wordt één keer in de acht jaar gekozen.
4.
Waar of niet waar
Het kabinet bestaat uit ministers en eerste kamerleden.

Slide 12 - Slide

1. De nationale politiek bestaat uit het kabinet, de tweede kamer en de eerste kamer.
2. Het kabinet bestaat uit de ministers en de tweede kamer.
3. De tweede kamer wordt één keer in de acht jaar gekozen.
4.
Waar of niet waar
De tweede kamer wordt één keer in de vijf jaar gekozen.

Slide 13 - Slide

1. De nationale politiek bestaat uit het kabinet, de tweede kamer en de eerste kamer.
2. Het kabinet bestaat uit de ministers en de tweede kamer.
3. De tweede kamer wordt één keer in de acht jaar gekozen.
4.
Waar of niet waar
De eerste kamer mag wetsvoorstellen maken. 
(Nieuwe plannen bedenken)

Slide 14 - Slide

1. De nationale politiek bestaat uit het kabinet, de tweede kamer en de eerste kamer.
2. Het kabinet bestaat uit de ministers en de tweede kamer.
3. De tweede kamer wordt één keer in de acht jaar gekozen.
4.
Waar of niet waar
De koning heeft de meeste macht in Nederland. 

Slide 15 - Slide

1. De nationale politiek bestaat uit het kabinet, de tweede kamer en de eerste kamer.
2. Het kabinet bestaat uit de ministers en de tweede kamer.
3. De tweede kamer wordt één keer in de acht jaar gekozen.
4.
Waar of niet waar

Slide 16 - Slide

1. De nationale politiek bestaat uit het kabinet, de tweede kamer en de eerste kamer.
2. Het kabinet bestaat uit de ministers en de tweede kamer.
3. De tweede kamer wordt één keer in de acht jaar gekozen.
4.
Gemeentepolitiek
Gemeente=


Politiek= 

Slide 17 - Slide

https://schooltv.nl/video-item/wat-betekent-links-en-rechts-in-de-politiek-progressief-conservatief-of-een-beetje-van-allebei/politiek-en-verkiezingen
Gemeentepolitiek
Gemeente= Een stad (of meerdere dorpen) met een burgemeester en gemeenteraad.

Politiek= De mensen die de wetten maken en de belasting uitgeven.
Gemeentepolitiek: De mensen die beslissingen maken en geld uitgeven in een gemeente.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Gemeentepolitiek
Bestaat uit:

Burgemeester
Wethouders
Gemeenteraad

Slide 19 - Slide

https://schooltv.nl/video-item/wat-betekent-links-en-rechts-in-de-politiek-progressief-conservatief-of-een-beetje-van-allebei/politiek-en-verkiezingen
Gemeentepolitiek
Burgemeester:
  • Leidt de vergaderingen.
  • Is de baas van de wethouders.
  • Belangrijk voor ceremonies
  • Verantwoordelijk voor de orde.

Slide 20 - Slide

https://schooltv.nl/video-item/wat-betekent-links-en-rechts-in-de-politiek-progressief-conservatief-of-een-beetje-van-allebei/politiek-en-verkiezingen
Gemeentepolitiek
Wethouders
  • Soort ministers van de gemeente
  • Maakt plannen en voert ze uit
  • Komen uit de grootste partijen van de gemeenteverkiezingen.

Slide 21 - Slide

https://schooltv.nl/video-item/wat-betekent-links-en-rechts-in-de-politiek-progressief-conservatief-of-een-beetje-van-allebei/politiek-en-verkiezingen
Gemeentepolitiek
Gemeenteraad
  • Soort tweede kamer van de gemeente.
  • Stemt over alle plannen.
  • Wordt gekozen bij de gemeenteverkiezingen

Slide 22 - Slide

https://schooltv.nl/video-item/wat-betekent-links-en-rechts-in-de-politiek-progressief-conservatief-of-een-beetje-van-allebei/politiek-en-verkiezingen
Aan de slag
  • Maak opdracht 4 (pagina 9) in je werkboek
  • Gebruik Google voor de informatie
  • Werk voor jezelf
  • Als je eerder klaar bent maak
      je opdrachten van de vorige
      weken.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Jeugdjournaal
Kijk naar het jeugdjournaal en vul het schema in op pagina vijf, week 4

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kan je:
  1. Kun je uitleggen hoe de nationale politiek werkt.
  2. Kun je uitleggen hoe de gemeentepolitiek werkt.

*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Tot volgende week

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Mind map

This item has no instructions

Leerdoelen
  1. R
  2. T1
  3. T2
  4. I


*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  1. R
  2. T1
  3. T2
  4. I


*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Instructie 

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Instructie

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Controlevraag
A
a.
B
b.
C
c.
D
d.

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Nabespreking

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Begrippen uit deze les

Slide 36 - Slide

This item has no instructions


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 37 - Open question

This item has no instructions


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 38 - Open question

This item has no instructions