Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2
This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
11.6 Reactietijd en veiligheid
Slide 1 - Slide
Planning
Terugblik 11.5
Uitleg 11.6
Vragen
Extra uitleg hefbomen
Slide 2 - Slide
Jan is aan het fietsen en produceert een spierkracht van 360 N. De luchtweerstand is 330 N Wat gebeurt er met zijn snelheid?
A
Die is constant
B
Er is vertragen
C
Er is versnelling
D
Hij remt
Slide 3 - Quiz
Niet alle fietsen hebben dezelfde soort banden. Welke uitspraak is waar?
A
Met bredere banden heb je minder grip
B
Smallere banden hebben minder rolweerstand
C
Bredere banden zijn aerodynamischer
D
Smalle of brede banden maken totaal geen verschil
Slide 4 - Quiz
Wielrenners zitten voorover gebogen op hun fiets. Leg uit waarom.
Slide 5 - Open question
Aangrijpingspunt
Grootte van de kracht
richting
Slide 6 - Drag question
Uitleg
Slide 7 - Slide
Reageren op prikkels
Prikkel = chocolade bonbons
Zintuig = ogen.
Impuls = signaal naar hersenen
Impuls = signaal naar spieren
Reageren = bonbon pakken
Slide 8 - Slide
Reageren!
hoe sneller hoe veiliger
In het verkeer is snel reageren belangrijk. Dat heeft te maken met de stopafstand.
Slide 9 - Slide
0
Slide 10 - Video
Waardoor kan je reactiesnelheid minder goed worden?
Slide 11 - Mind map
Stopafstand
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Hoe maak je een botsing veiliger?
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Slide 16 - Video
De valhelm
De helm bestaat uit 3 lagen
harde laag
schuimlaag
zachtelaag
De binnenkant van de helm bestaat uit zacht materiaal. Dit vormt zich goed naar je hoofd en wordt ingedrukt bij een ongeluk.
De buitenkant van de helm bestaat uit een hard laag. De harde laag beschermt tegen scherpe voorwerpen.
De middelste laag bestaat uit een schuimlaag. Deze laag verdeelt de kracht van de val over de hele helm. Deze laag werkt niet meer goed als de helm een keer gevallen is, daarom moet een helm soms vervangen worden.
Slide 17 - Slide
Vragen?
VRAGEN?
Slide 18 - Slide
Mevrouw van Kooij rijdt met een snelheid van 72 km/h. Zij moet remmen voor een kind. haar reactieafstand is 30 m en de remweg is 25 m. Wat is haar stopafstand?
A
30 m
B
25 m
C
55m
D
5m
Slide 19 - Quiz
Een valhelm beschermt het hoofd op verschillende manieren. De eigenschap "beschermt tegen scherpe voorwerpen" past bij........................
A
binnenkant van de helm
B
buitenkant van de helm
C
zowel binnenkant als buitenkant van de helm
Slide 20 - Quiz
Een valhelm beschermt het hoofd op verschillende manieren. De eigenschap "remt het hoofd langzaam af" past bij........................
A
binnenkant van de helm
B
buitenkant van de helm
C
zowel binnenkant als buitenkant van de helm
Slide 21 - Quiz
Een valhelm beschermt het hoofd op verschillende manieren. De eigenschap "werkt maar één keer" past bij........................