Herhalen Erfelijkheid en Evolutie

Welkom klas 3!
Deze les heb jij jouw aantekeningenschrift,
pen en potlood nodig!
1 / 43
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Welkom klas 3!
Deze les heb jij jouw aantekeningenschrift,
pen en potlood nodig!

Slide 1 - Slide

Herhaling thema 3,
Erfelijkheid en 
evolutie

Slide 2 - Slide

Planning
Planning en leerdoelen bespreken.
Herhalen hoofdstuk 3
Vragen
Opdrachten maken

Slide 3 - Slide

Doelen voor vandaag...
Je kunt vertellen wat je moet leren voor de toets.

Je weet wat je wel en niet kunt en dus nog goed moet leren.

Slide 4 - Slide

Genotype & fenotype

Slide 5 - Slide

Genotype fenotype

Slide 6 - Slide

Leg uit hoe je fenotype tot stand komt?
(waarom zie je er zo uit zoals je doet?)

Slide 7 - Open question

DNA
Chromosomen bestaan voor een groot deel uit DNA.
DNA=informatie voor al je erfelijke eigenschappen.
Een gen is een stukje DNA.
Cellen gebruiken alleen de genen die ze nodig hebben.

Slide 8 - Slide

DNA
Chromosomen bestaan uit DNA en eiwitten

Niet alleen DNA bepaald
Ook je omgeving (bijvoorbeeld wat je eet)

Slide 9 - Slide

Mutatie
Een mutatie is en verandering van het DNA.

Meestal is het door een beschadiging.

Slide 10 - Slide

homozygoot / heterozygoot

Slide 11 - Slide

Homozygoot - heterozygoot

Slide 12 - Slide

Intermediar fenotype
Als er geen dominante of recessieve allelen
zijn, is er sprake van een intermediar 
fenotype.  (een tussenvorm tussen de 2 
allelen)

Slide 13 - Slide

Het gen voor konijnen met bruine kleur is dominant over wit. Konijn 1 heeft een witte vader. Geef het juiste genotype aan. 
AA
Aa
aa

Slide 14 - Drag question

De kruising 

Slide 15 - Slide

Het ras Labrador kan bruin zijn of wit zijn van kleur. 
Bruin is dominant boven wit. De vader is homozygoot dominant (Bruin) de moeder is wit.

Hoe groot is de kans dat er in de volgende generatie een witte Labrador pup geboren wordt. 

Slide 16 - Slide

Geslachtelijke/ongeslachtelijke voortplanting bij planten
Planten kunnen zich geslachtelijk en ongeslachtelijk voortplanten.
Als je iets leest als:
bollen
knollen
uitloper
wortelstok    ..... dan is het ongeslachtelijke voortplanting

Slide 17 - Slide

variatie in genotypen

Slide 18 - Slide

Geslachtelijke voortplanting

Slide 19 - Slide

geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting

Bij geslachtelijke voortplanting -> eicel + zaadcel!

Slide 20 - Slide

Geslachtelijke voortplanting

Slide 21 - Slide

Wat is het voordeel van geslachtelijke voortplanting boven ongeslachtelijke voortplanting?

Slide 22 - Open question

Leg uit wat een mutatie is?

Slide 23 - Open question

Soorten
Organismen behoren tot hetzelfde soort:
  • als ze zich samen kunnen voortplanten
  • en de nakomelingen vruchtbaar zijn

Slide 24 - Slide

Natuurlijke selectie

Slide 25 - Slide

Natuurlijke selectie

Slide 26 - Slide

Nieuwe soorten

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

Mitose is de
A
Gewone celdeling
B
Reductiedeling (vorming geslachtscellen)

Slide 30 - Quiz


Mitose
Waar vindt geen mitose plaats?
A
Het ontstaan van een huidcel in de huid van een olifant.
B
Het ontstaan van een bastcel in de stengel van een klimop.
C
De celdeling van een bevruchte eicel.
D
Het ontstaan van een stuifmeelkorrel.

Slide 31 - Quiz

Meiose
  • Geslachtscellen worden gemaakt door meiose.
  • Van één lichaamscel worden twee geslachtscellen gemaakt
  • Willekeurig!

Slide 32 - Slide

Meiose
  • Zaadcellen en eicellen worden gemaakt door meiose
  • Bij meiose wordt het aantal chromosomen gehalveerd 
  • noem je ook reductiedeling

Slide 33 - Slide

Reductiedeling/Meiose
  • Meiose
  • Wat betekent reductie?
  • Meiose gebeurt bij geslachtscellen
  • Waarom hebben geslachtscellen 23 chromosomen?

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Wat is een ander woord voor Meiose?
Wat ontstaat bij Meiose?
A
Gewone celdeling, er ontstaan gewone cellen
B
Gewone celdeling, er ontstaan eicellen en zaadcellen
C
Reductiedeling, er ontstaan gewone cellen
D
Reductiedeling, er ontstaan eicellen en zaadcellen

Slide 36 - Quiz

Wat is een meiose?
Bij een meiose worden...
A
nieuwe cellen gevormd
B
geslachtscellen gevormd
C
reductiedeling
D
gewone celdeling

Slide 37 - Quiz

Bij meiose ...
A
Blijft het aantal chromosomen gelijk
B
Wordt het aantal chromosomen gehalveerd
C
Komen er meer chromosomen

Slide 38 - Quiz

Wat is een meiose?
Na een meiose heeft de dochtercel...
A
het gewone aantal chromosomen
B
de helft van het normale aantal chromosomen
C
Het dubbele van het normale aantal chromosomen
D
evenveel chromosomen als de moedercel

Slide 39 - Quiz

Wat is een meiose?
Bij een meiose worden...
A
nieuwe cellen gevormd
B
geslachtscellen gevormd
C
reductiedeling
D
gewone celdeling

Slide 40 - Quiz

Tabel met alle mogelijke combinaties van allelen bij een kruising.
Twee organismen die met elkaar nakomelingen krijgen.
De nakomelingen van hetzelfde ouderpaar.
Schematisch overzicht van een erfelijke eigenschap binnen een familie.
stamboom
generatie
kruisingsschema
kruisen

Slide 41 - Drag question

Nummer 5 en 6 in de stamboom zijn beiden heterozygoot voor het gen dat taaislijmziekte veroorzaakt. Ze krijgen nog een dochter.
Hoe groot is de kans dat deze dochter geen taaislijmziekte heeft?

Sleep het vinkje naar het goede antwoord.



0%
25%
50%
75%
100%

Slide 42 - Drag question

4) Aan welke groep zijn de gorilla’s
het meest verwant volgens de stamboom? Geef aan met X
apen van de nieuwe wereld
apen van de oude wereld
aan de chimpansees
aan de gibbons
aan de halfapen
aan de orang-oetans
X

Slide 43 - Drag question