Fast Fashion les 2

Fast Fashion les 2

Burgerschap

Wat denken jullie dat het verschil is tussen fast fashion en fair fashion?

Fast Fashion herhaling

Kenmerken:

• Snel geproduceerde kleding die goedkoop is en trends volgt.
  
• Korte productcycli (seizoensgebonden trends komen en gaan snel).
  
• Lage kosten voor productie en verkoop.
  
• Vaak lage kwaliteit, snel versleten.
  

Impact:

• Milieu: Hoge vervuiling, veel afval, veel waterverbruik.
  
• Arbeidsomstandigheden: Lage lonen, onveilige werkplekken, uitbuiting van arbeiders
  

Fair fashion 

Kenmerken:

• Duurzaam geproduceerde kleding met aandacht voor de mens en het milieu.
  
• Lange productcycli, kleding is vaak van hogere kwaliteit.
  
• Duurzaam in de productie: gebruik van gerecyclede materialen, biologische stoffen.
  
• Transparantie in productieproces.
  

Impact:

• Milieu: Verminderde vervuiling, minder afval, gebruik van duurzame materialen.
  
• Arbeidsomstandigheden: Eerlijke lonen, veilige werkplekken, respect voor de rechten van arbeiders.
  

Opdracht: Waar komt jouw kleding vandaan?

🔍 Stap 1: Zoek het label

Check het etiket van je kledingstuk.

Waar staat "Made in..."? Schrijf het land op.

🛤️ Stap 2: De reis van jouw kleding

Beantwoord samen deze vragen:

✅ Waarom wordt kleding vaak in andere landen gemaakt en niet in Nederland?

✅ Welke materialen zitten in jouw kledingstuk? Waar zouden die vandaan kunnen komen?

✅ Denk je dat je kledingstuk alleen in dat ene land is geweest? Of een langere reis heeft gemaakt?

💡 Tip: Gebruik je telefoon om snel op te zoeken waar materialen zoals katoen of polyester vandaan komen!

💬 Stap 3: Bespreek & Ontdek

Vergelijk jouw antwoorden met een klasgenoot.

Wat valt je op?

Heeft dit invloed op hoe je over kleding denkt? Waarom wel/niet?

Waar kwam de kleding vandaan
die jij vandaag aan hebt?

Zet de productie van een kledingstuk in de juiste volgorde

1

2

3

4

5

grondstofwinning

stoffenproductie

kledingproductie

transport

verkoop

De reis van een kledingstuk

1.  Grondstofwinning – Katoen uit India, China of de VS / Polyester uit olie (bijv. uit Saudi-Arabië)
2.  Stoffenproductie – De grondstof wordt verwerkt tot stof in fabrieken (bijv. in Bangladesh of Turkije)
3.  Kledingproductie – De stof wordt in elkaar genaaid in een kledingfabriek (bijv. in Vietnam of China)
4.  Transport – De kleding reist per schip of vliegtuig naar distributiecentra (bijv. in Nederland of Duitsland)
5.  Winkel – De kleding komt in een winkel terecht, waar jij het koopt

Analyseer een merk naar keuze

Werk in tweetallen

Elke groep kiest een merk (bijv. Shein, H&M, Patagonia).

Onderzoek:

1. Is het merk duurzaam? Waarom wel/niet?

2. Hoe kan het merk verbeteren?

Maak samen het opdrachtenblad