tl4_Talkshow

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Herzlich Willkommen!

Münster: Presentatie 

Inhalt dieser Präsentation

1. Lernziele dieses Themas
2. Situation 3 - Präsentation 
3. Beispiel: "Müll" 


4. Aufgabe dieser Situation

1. Lernziele dieses Themas

Am Ende dieses Themas kann ich ...

• ... ein Thema präsentieren.

Als ik aan Duitsland denk, dan denk ik aan ...

Waarin verschillen Duitsers en Nederlanders?

2. Situation 3 - Präsentation (1/2)

1. Kies uit de lijst op de volgende pagina een onderwerp (1 t/m 20). 
   
2. Bekijk op https://learngerman.dw.com/de/das-deutschlandlabor/c-53074503 het bijbehorende filmpje. 
3. Maak bijbehorende opdrachten, zodat je het filmpje beter begrijpt. 
4. Vat het filmpje in eigen woorden samen (in het Duits).
5. Zoek bij het onderwerp een Duitse tekst. 
6. Lees de tekst en vat de tekst in eigen woorden samen.
7. Lever de samenvattingen in op Magister. 
8. Doel: oefenen met luister- & leesvaardigheid & schrijfvaardigheid. 

2. Situation 3 - Präsentation (2/2)

1. De samenvatting gebruik je voor je presentatie. Die bouw je als volgt op:
2. Stel jezelf voor (30 seconden - 1 minuut)
   : wie ben je? Waar woon je? Hoe oud ben je?
3. Stel je onderwerp voor. Wat is je onderwerp? Waarom heb je voor dit onderwerp gekozen? Waar gaat het onderwerp over? (30 seconden - 1 minuut)
   
4. Inhoudelijke gedeelte: vertel over het onderwerp. Beschrijf hoe de Nederlanders (jij) met het desbetreffende onderwerp omgaan en hoe de Duitsers dat doen. Welke overeenkomsten en verschillen zijn er? Je gebruikt hier de informatie uit het filmpje, de leestekst & de eventuele extra informatie die je gezocht hebt. (3 minuten)
   
5. Afsluiting: vraag of er eventueel nog vragen zijn. (30 seconden)

Hoe doe je dit? Bekijk het voorbeeld "Müll" 

3. Beispiel "Müll" - stap 1

1. Het filmpje duurt ongeveer 5 minuten.
2. Luisterdoel: grote lijnen begrijpen, zodat ik een samenvatting van het filmpje kan geven. 
3. Ik maak eerst een woordspin over het onderwerp, voordat ik naar het filmpje ga kijken. Als ik weet wat ik al over het onderwerp weet, kan ik het filmpje ook beter begrijpen. 
4. Moeilijk?
   Als ik het niet goed begrijp, moet ik het filmpje nog een keer bekijken. Misschien nog wel een 3e keer. Ik kan het filmpje ook tussendoor stopzetten en iets terug kijken. 

Bijvoorbeeld: 

3. Beispiel "Müll" - woordspin

Over Müll (afval) weet ik het volgende al: 

• recycling - afval scheiden - oud papier - glasbak - plastic scheiden - lege flessen inleveren
  
• milieu - klimaatverandering - minder vlees eten - opwarming aarde
  
• Duitsers: biologisch - groen 
  
• Nederlanders: oud papier en glas scheiden - discussie over afvalscheiding - kosten
  

3. Beispiel "Müll" - stap 2

1. Ik bekijk het filmpje over 'Müll' op de site een eerste keer in het geheel. Tip 1: Bij 'Manuskript' kun je de tekst meelezen. Tip 2: Ondertiteling loopt mee, je kunt de tekst meelezen.
2. Het filmpje blijkt toch wel lastig te zijn, dus ik kijk het filmpje nog een tweede keer. Soms zet ik het even stil, zodat ik wat Duitse woorden op kan schrijven. Dit zijn alvast wat aantekeningen. 
3. Ik maak nu de 'Übungen' bij het filmpje, want het is nog steeds best lastig. 
4. Ik kijk het filmpje nog een keer en maak nu extra aantekeningen van de grote lijnen. Bij het samenvatten en presenteren hoef ik niet alle details te vertellen. Ik hoef dus niet elk woord te begrijpen. 

3. Beispiel "Müll" - stap 2

Aantekeningen: 

• In Deutschland: viel Müll.
• pro Deutsche: 450 kg pro Jahr
• trennen & recyclen: verschiedene Mülltonnen, zum Beispiel: Container für Altglas - Batterien abgeben - Elektroschrott op Wertstoffhof
• Umfrage: Trennen Sie Müll? Antwort = ja
• Recyclinghof: Wie macht man das? Welche Müll kommt wo?
• 80% recycle / 10% verbrannt > warmes Wasser
• Altpapier: 2/3 recycling; Karton sogar 100%

3. Beispiel "Müll" - stap 2

Aantekeningen: 

• Besser ist: Müll vermeiden
• Markt & Bio-Supermarkt
• Markt: viele unverpackte Waren, aber auch Plastik
• Supermarkt: nicht verpackt. Vieles ohne Verpackung

• Also (dus): Deutsche trennen Müll. Viel Recycling

3. Beispiel "Müll"  - stap 3

1. Bedenk of je in 2-3 zinnen kunt vertellen waar het filmpje over gaat. Dit kun je in het Nederlands doen. 
   
2. Mijn filmpje gaat over: Duitsers scheiden hun afval. Er wordt veel gerecycled, bijna 80%. Nog beter is om afval te vermeiden. Dat kan bijvoorbeeld bij bio-supermarkt of op de markt. 
   
3. Vat je filmpje samen. Maak van de aantekeningen hele, korte en eenvoudige zinnen. Bijvoorbeeld: 

              (de rode woorden op de volgende pagina zijn mijn aantekeningen)

3. Beispiel "Müll" - stap 3

In Deutschland gibt es jedes Jahr viel Müll. Jeder Deutsche hat 450 kg Müll pro Jahr. 

In Deutschland wird Müll getrennt und gerecycled. Es gibt verschiedene Mülltonnen, zum Beispiel: Container für Altglas, Batterien werden in Geschäften abgegeben und Elektroschrott ist für das Wertstoffhof. 

Toelichting: 

In dit voorbeeld zie je dat je heel veel woorden uit het filmpje kunt gebruiken. Je voegt daaraan toe:

• vaste constructies, als 'gibt es ...' (= er is/er zijn)
  
• werkwoordsvormen die je al kent: hat  - wird - werden - ist
  
• Zinsvolgorde blijft zoals in het Nederlands. 

3. Beispiel Müll - Stap 4

1. Naast het filmpje zoek je ook een Duitse tekst over het onderwerp. Je kunt dezelfde stappen volgen als bij het filmpje om de tekst samen te vatten. 
2. Bereid vervolgens de presentatie voor. Die bestaat uit de volgende onderdelen: 

• Stel jezelf voor (30 seconden - 1 minuut)
  

• Stel je onderwerp voor (30 seconden - 1 minuut)
  
• Inhoudelijke gedeelte (3 minuten)
  
• Afsluiting: vraag of er eventueel nog vragen zijn. (30 seconden)

3. Beispiel Müll - stap 4, bijvoorbeeld

1. Stel jezelf voor: Hallo! Ich bin Tobias und ich bin vierzehn Jahre alt. Ich wohne in Utrecht. Meine Schule heißt das Amadeus Lyceum und ich bin in der zehnte Klasse. 
2. Stel je onderwerp voor: Das Thema meiner Präsentation ist Müll. Ich habe das Thema gewählt, weil ich das Thema sehr interessant und sehr wichtig finde. 
3. Inhoudelijke gedeelte: In Deutschland gibt es jedes Jahr viel Müll. Jeder Deutsche hat 450 kg Müll pro Jahr. In Deutschland wird Müll getrennt und gerecycled. Es gibt verschiedene Mülltonnen, zum Beispiel: Container für Altglas, Batterien werden in Geschäften abgegeben und Elektroschrott ist für das Wertstoffhof.
4. Afsluiting: Das war meine Präsentation. Vielen Dank für Ihre Aufmerksamkeit. Gibt es noch Fragen? 

4. Aufgabe dieser Situation

• Kies nu zelf een onderwerp uit - geen Müll - en volg de stappen die hierboven beschreven zijn. 
  
• Lever je samenvatting van het filmpje en de tekst in via Magister. Dit wordt naar Duitsland gestuurd, zodat de Duitsers zich kunnen voorbereiden.