§3.2 - Reactievergelijkingen (les 2)

Welkom!
Ga zitten volgens het plattegrond

Pak je boeken en tablet erbij

Login bij LessonUp


timer
3:00
1 / 13
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Ga zitten volgens het plattegrond

Pak je boeken en tablet erbij

Login bij LessonUp


timer
3:00

Slide 1 - Slide

Terugblik
  • Wat zijn de vier toestandsaanduidingen?
  • Wat is de wet van behoud van massa?
  • Welke 5 factoren zijn van invloed op de reactiesnelheid?

Slide 2 - Slide

§3.2 Reactievergelijkingen
Je kan aan het einde van deze les:
• Een reactievergelijking kloppend maken
• Reactievergelijkingen opstellen

Slide 3 - Slide

Reactieschema
Als we het hebben over "het verbranden van methaan" kunnen we dit in een reactieschema zetten:
methaan      +          zuurstof       ->      koolstofdioxide    +     water

In een reactieschema staan dus alle beginstoffen voor de reactiepijl en alle reactieproducten na de pijl.
De stoffen worden in woorden opgeschreven.

Slide 4 - Slide

Reactieschema
In een reactieschema staan ook de fases van de stoffen:
vaste stof                                 krijgt als symbool              (s)
vloeistof                                    krijgt als symbool              (l)
gas                                               krijgt als symbool              (g)
opgeloste stof in water      krijgt als symbool             (aq)
Dus met faseaanduidingen wordt het reactieschema dan:
methaan (g)   +   zuurstof (g)   ->   koolstofdioxide (g) +  water (g)

Slide 5 - Slide

Reactievergelijking
Maar in scheikunde gebruiken we niet het reactieschema:
methaan      +          zuurstof       ->      koolstofdioxide    +     water

Maar de stoffen worden geschreven in molecuulformules en dan noemen we het een reactievergelijking.
De reactievergelijking van de reactie wordt dan:
     CH4 (g)   +      O2 (g)     ->     CO2 (g)     +     H2O (g)

Slide 6 - Slide

Reactievergelijking kloppend maken
Denk aan: De wet van behoud van massa

Kloppend maken:

     CH4 (g)   +    2  O2 (g)     ->     CO2 (g)     +   2  H2O (g)

Slide 7 - Slide

Reactievergelijking kloppend maken
In de vorige slide zag je dat de atomen niet in dezelfde aantallen vóór en na de pijl aanwezig zijn. Je moet nog puzzelen om dit "kloppend te maken". Dus aantal moleculen veranderen zodat alles klopt.
                   CH4         +       2 O2       ->                                   CO2           +            2 H2O
C-atoom:  1                                                       C-atoom:      1
H-atoom:  4*1 = 4                                          H-atoom:                                      2*2        = 4
O-atoom:                         2*2 = 4                   O-atoom:     2                +            2*1         = 4                                  

Slide 8 - Slide

Tips voor het kloppend maken
1) Voordat je begint schrijf je de atoomsoorten die voorkomen in de reactievergelijking onder elkaar en tel je de aantallen die je nu al hebt.
2) Begin met een atoomsoort die maar in 1 stof vóór de pijl en in 1 stof na de pijl voorkomt en maak deze gelijk.
3) Als er een stof is met maar 1 atoomsoort in de stof, dan maak je die als laatste kloppend (bijv O2 in het vorige voorbeeld)
4) Controleer op het einde ALTIJD of alles klopt.

Slide 9 - Slide

Oefenen met kloppend maken

  1. …FeCl3 (s) + …Na (s) -> …Fe (s) + …NaCl (s) 
  2. ...NH4Cl (s) + ...NaOH (l) -> ...NH3 (g) + ...NaCl (aq) + ...H2O (l)

Slide 10 - Slide

Oneven aantallen
Stel je krijgt de volgende reactievergelijking voor je neus (volledige verbranding van butaan):
…C4H10 (g) + …O2 (g) -> …CO2 (g) + …H2O (g)

Probeer eens kloppend te maken.

Slide 11 - Slide

Zelfstandig
Maken: 16 t/m 25 
blz 83

Meer uitleg of samen oefenen? -> VIP

  1. natrium(s) + zuurstof(g) -> dinatriummono-oxide(s)
  2. ...C3H8 + ...O2 -> ...CO2 + ...H2

Slide 12 - Slide

Oefenen met kloppend maken
Je gaat aan de slag met de Phet-app:
Reactievergelijkingen doen kloppen

Maak eerst de inleiding

Start daarna het spel


Slide 13 - Slide