H3 13.4.2023

Deutsch
13.4.2023
1 / 31
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Deutsch
13.4.2023

Slide 1 - Slide

Heute
  • Ziele
  • Wiederholung
  • Lesen
  • An die Arbeit
  • Pause
  • Wiederholung
  • Besprechen Aufgaben
  • Grammatik
  • An die Arbeit

Slide 2 - Slide

Ziele
Am Ende dieser Stunde kennt ihr die a-ä und e-i Wechsel, und habt ihr euren Wortschatz ergrößert.

Aan het einde van deze les kennen jullie de a-ä en e-i wissel en hebben jullie je woordenschat vergroot.

Slide 3 - Slide

Wiederholung
Wie heeft als eerste de vertaling gevonden?

Slide 4 - Slide

het voordeel

Slide 5 - Open question

in ieder geval

Slide 6 - Open question

de stage

Slide 7 - Open question

luieren

Slide 8 - Open question

Lesen
Seite 62 Aufgabe 15

Slide 9 - Slide

Kijk naar de titel en de plaatjes. Wat denk je dat "Die Zukunft von damals" betekent?

Slide 10 - Open question

Welk voorwerp van nu,
was 100 jaar geleden ondenkbaar?

Slide 11 - Mind map

Wat betekent: Erfindung?
A
vinder
B
uitvinding
C
bedacht
D
gevonden

Slide 12 - Quiz

Wat betekent: Geräte
A
machines
B
geraden
C
gratis
D
graden

Slide 13 - Quiz

Wat betekent: Unterwasser
A
ondergoed
B
onder water
C
mineraalwater
D
zakkewasser

Slide 14 - Quiz

Wat betekent: gelingen
A
lukken
B
tweelingen
C
geel
D
dwingen

Slide 15 - Quiz

Wat betekent: Realitätsfaktor

Slide 16 - Open question

Aufgabe b
Kijk naar de plaatjes op bladzijde 63. Welke subtitel past bij welk plaatje?

3 minuten

Slide 17 - Slide

An die Arbeit



machen: Seite 62 Aufgabe 15c, 16, 17, 22 t/m 27
Lernen: Wörter Seite 88, a-ä, e-i, e-ie Wechsel
Aan het einde van deze les krijg ik van iedereen een woord uit de tekst, waarvan je niet zeker bent wat het betekent.

Slide 18 - Slide

Welk woord kende je niet?

Slide 19 - Mind map

Zweite Stunde
  • Wiederholung
  • Besprechen Hausaufgaben
  • Grammatik
  • An der Arbeit
  • Schlussfolgerung 

Slide 20 - Slide

Juiste vorm van du bij arbeiten

Slide 21 - Open question

Juiste vorm van er bij schlafen

Slide 22 - Open question

Juiste vorm van sie (ev) bij tanzen

Slide 23 - Open question

Juiste vorm van du bij gefallen

Slide 24 - Open question

Besprechen Aufgaben
Seite 66 18 bis zu 21

Slide 25 - Slide

Grammatik
Sterke werkwoorden met e in de stam.
1. Hoor je een korte 'e', zoals in kerk, dan verandert de e in een i. Bijvoorbeeld helfen: ich helfe, du hilfst, er/sie/es hilft
2. Hoor je een lange 'e', zoals in beven, dan verandert de e in ie.
Zoals bij lesen: ich lese, du liest, er/sie/es liest.
Let op uitzondering!!! geben, nehmen, treten, hierbij krijg je niet ie maar i

Slide 26 - Slide

Zijn deze woorden met i of met ie?
  1. bewegen
  2. essen
  3. stehen
  4. vergessen
  5. nehmen

Slide 27 - Slide

An die Arbeit
machen: Seite 62 Aufgabe 15c, 16, 17, 22 t/m 27
Lernen: Wörter Seite 88, a-ä, e-i, e-ie Wechsel

Slide 28 - Slide

Juiste vorm van du bij tragen

Slide 29 - Open question

Juiste vorm van er bij lesen

Slide 30 - Open question

Juiste vorm van es bij halten

Slide 31 - Open question