a. Onderstreep met markeerstift hoofdzaken per alinea.
b. Omcirkel moeilijke woorden.
Tijd?
8 minuten. Daarna moeilijke woorden bespreken.
Slide 7 - Slide
Examenvragen maken
- Je maakt iedere keer 1 vraag.
- We kijken direct na + bespreken strategie voor antwoord vinden.
- Je mag inloggen met laptop, om vragen beter te zien.
Slide 8 - Slide
timer
1:30
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
timer
2:00
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
timer
2:00
Slide 13 - Slide
immers ( reden is bekend)
namelijk ( reden is nog niet bekend)
bovendien ( opsomming)
Slide 14 - Slide
timer
2:00
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Uitleg vraag 5: citeren
Slide 17 - Slide
timer
1:30
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
timer
2:00
Slide 20 - Slide
schaal
schaal
lijn met streepjes of reeks getallen waarmee je aangeeft hoe groot, sterk, hoog enz. iets naar verhouding is: barometerschaal; loonschaal, salarisschaal; de schaal van Richter norm voor de kracht van aardbevingen
2
getalsverhouding waarmee je aangeeft hoeveel keer iets kleiner of groter is dan iets anders: een kaart met een schaal van 1:10.000 één centimeter op de kaart is in werkelijkheid 10.000 centimete