This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Toetsen periode 2
Begrijpend lezen 3x
Schrijven column 4x
Boekenbattle 2x
Slide 2 - Slide
Lezen
timer
6:00
Slide 3 - Slide
Deze les
Korte terugblik onderwerp en hoofdgedachte
Tekstdoelen
Tekstsoorten
Slide 4 - Slide
Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
weet je welke tekstdoelen er zijn
weet je welke tekstsoorten er zijn
Kun je tekstdoelen en tekstsoorten herkennen
Slide 5 - Slide
Hoofdgedachte
Wat wil de schrijver bereiken of duidelijk maken met de tekst?
De hoofdgedachte van de tekst is in één zin samengevat waar de tekst over gaat.
Meestal staat de hoofdgedachte in de inleiding of in het slot van de tekst.
De hoofdgedachte is nooit een vraag.
Onderwerp
Het onderwerp van een tekst vind je door te letten op:
de kop
de eerste zin of de eerste alinea
een illustratie bij de tekst
het onderwerp schrijven we altijd op in één of enkele woorden.
Slide 6 - Slide
Wat is de juiste vorm van het onderwerp?
A
Een volledige zin
B
Eén of een paar woorden
C
Een werkwoord
D
Slechts één woord
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Slide
Je hebt net een tekstje gelezen. Wat is daarin de hoofdgedachte?
A
Een aantal derdejaars vmbo-leerlingen van het Carmel College Salland is van start gegaan met het project Xperience.
B
Bij het project gaat het om 'grenzen verleggen'.
C
Twee groepen vertrokken naar het buitenland.
D
Eén groep gaat in de eigen omgeving aan de slag.
Slide 9 - Quiz
Termen
Tekstvorm -> de vorm waarin in een tekst is geschreven. Is de tekst geschreven als reclame, voor een lesboek, voor een krant, voor een website, als handleiding etc.
Tekstdoel -> hangt samen met de hoofdgedachte van de tekst: met welk doel heeft de schrijver de tekst geschreven?
Tekstsoort -> bedoelen we: is de tekst een informatieve, betogende, aansporende/activerende, beschouwende, uiteenzettende of een amuserende tekst
Slide 10 - Slide
Tekstdoelen
Schrijvers van teksten hebben altijd een doel voor ogen. Ze vragen zich bij het schrijven altijd af wat ze willen bereiken.
In totaal zijn er vijf tekstdoelen:
Informeren
Opiniëren/beschouwen
Overtuigen/betogen
Activeren
Amuseren
*Instrueren is een bonus.
Slide 11 - Slide
Informatieve teksten
Informerende teksten geven geen oordeel over de inhoud. Ze presenteren de feiten zonder poespas. Ze zijn dus objectief en leggen iets uit.
We zien dit terug in encyclopedieën, nieuwsberichten, schoolboeken, recepten, notulen en gebruiksaanwijzingen.
Objectief
Slide 12 - Slide
Opiniërende teksten
Opiniërende teksten zijn bedoeld om de lezer een mening te laten vormen en aan het denken te zetten.
De schrijver geeft zelf niet heel duidelijk zijn persoonlijke mening, maar laat wel merken dat er over het onderwerp nagedacht/gediscussieerd moet worden.
Opiniërende teksten zijn beschouwingen, ingezonden brieven en columns.
Objectief/subjectief
Slide 13 - Slide
Betogende teksten
Schrijver probeert de lezer te overtuigen van zijn mening en probeert de lezer zijn mening over te laten nemen. De schrijver zoekt dus medestanders.
Je ziet dit in betogen, recensies, ingezonden stukken en in columns
Subjectief
Slide 14 - Slide
Amuserende teksten
Amuserende teksten willen de lezer vermaken. Het verhaal hoeft dus niet serieus of waar te zijn, zolang de lezer het maar leuk vind om te lezen.
Boeken/roman, sprookjes, gedichten en andere verzonnen verhalen.
Objectief/subjectief of verzonnen
Slide 15 - Slide
Activerende teksten
Activerende teksten hebben als doel om de lezer aan te zetten om iets te doen.
Je ziet dit terug in betogen , ingezonden stukken, columns, maar bijvoorbeeld ook in reclames. Daar word je immers aangezet tot het kopen van een product.
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
uiteenzetting
betoog
schoolboektekst
recensie
roman
beschouwing
gedicht
ingezonden brief
Informeren
Opniniëren
Amuseren
overtuigen
Slide 18 - Drag question
Zet de juiste tekstsoorten bij de juiste tekstdoelen.
Informeren
Betogend
Activeren
nieuwsbericht
Folder van dierenarts om je huisdier in te laten enten
Een oproep op een website om te gaan protesteren.
Artikel op website Voedingswijzer om elke dat fruit en groente te eten.
folder over verschillende workshops in het buurthuis.