6.4 ongelijknamige breuken optellen en aftrekken

STARTREKENEN 1F deel A
1 / 12
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

STARTREKENEN 1F deel A

Slide 1 - Slide

STARTREKENEN 1F - H 5 - NAKIJKEN LES 3

Slide 2 - Slide

STARTREKENEN 1F - H 5 - NAKIJKEN LES 3

Slide 3 - Slide

STARTREKENEN 1F - H 5 - NAKIJKEN LES 3

Slide 4 - Slide

STARTREKENEN 1F - H 5 - NAKIJKEN LES 3

Slide 5 - Slide

STARTREKENEN 1F - H 5 - NAKIJKEN LES 3

Slide 6 - Slide

STARTREKENEN 1F - H 5 - NAKIJKEN LES 3

Slide 7 - Slide

DOEL VAN DE LES
Je leert breuken gelijknamig maken.

Je leert ongelijknamige breuken optellen en aftrekken.


Slide 8 - Slide

UITLEG
ONGELIJKNAMIGE BREUKEN + EN -
Les 4
Blz. 115
Breuken gelijknamig maken betekent dat je de noemer van de breuken gelijk maakt. Soms kan dat door één van de breuken te vereenvoudigen.

Maak 2/8 en 3/4 gelijknamig.

Slide 9 - Slide

UITLEG
ONGELIJKNAMIGE BREUKEN + EN -
Les 4
Blz. 116
Je kunt breuken meestal niet gelijknamig maken door te vereenvoudigen. Je kunt de breuken dan wel gelijknamig maken door één van de noemers te vermenigvuldigen. Je moet de teller van die breuk dan óók vermenigvuldigen!

Maak 1/5 en 1/10 gelijknamig.

Slide 10 - Slide

UITLEG
ONGELIJKNAMIGE BREUKEN + EN -
Les 4
Blz. 117
Als je breuken met een ongelijke noemer wilt optellen of aftrekken, moet je ze eerst gelijknamig maken.

Hoeveel is 1/4 - 1/8

Stap 1: maak de breuken gelijknamig. De noemers moeten gelijk zijn.
Stap 2: trek de breuken elkaar af.
Stap 3: kijk of je het antwoord kunt vereenvoudigen. 

Slide 11 - Slide

ONGELIJKNAMIGE BREUKEN + EN -
Les 4
WAT?
KLAAR?
opdracht 22 blz. 116 tot en met
opdracht 25 blz. 119

Slide 12 - Slide