Herhaling: present simple + present continuous

Today
  • Stil lezen (10 minuten)
  • Herhaling grammatica (present simple, present continuous)
  • Oefenen, oefenen, oefenen
timer
10:00
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Today
  • Stil lezen (10 minuten)
  • Herhaling grammatica (present simple, present continuous)
  • Oefenen, oefenen, oefenen
timer
10:00

Slide 1 - Slide

grammar - 
present simple & present continuous



Tijdens het bespreken en oefenen van de grammatica is het belangrijk dat je zelf de inschatting maakt of je mee moet schrijven of niet. Het is je eigen verantwoordelijkheid.

Slide 2 - Slide

present simple & present continuous
Present simple - tegenwoordige tijd
- Deze tijd gebruik je om feiten, gewoonten en regelmatige gebeurtenissen aan te geven. 
- Werkwoord (take) of werkwoord +s (takes)   (SHIT REGEL)

Feit: The train arrives at six o'clock.
Gewoonte: Joe always wears a helmet at work.
Regelmatige gebeurtenis: I usually take orders from costomers.

Slide 3 - Slide

present simple & present continuous
Present continuous - duurvorm tegenwoordige tijd
- Deze vorm gebruik je om te zeggen dat iets NU bezig is of om irritatie aan te geven. 
- am / are / is + werkwoord + ing

NU bezig: I am stacking shelves right now.
Irritatie: She is always teasing me!



Slide 4 - Slide

Present simple - tegenwoordige tijd

- Deze tijd gebruik je om feiten, gewoonten en regelmatige gebeurtenissen aan te geven.

- Werkwoord (take) of werkwoord +s (takes) (SHIT REGEL)

Present continuous - duurvorm tegenwoordige tijd

- Deze vorm gebruik je om te zeggen dat iets NU bezig is of om irritatie aan te geven.

- am / are / is + werkwoord + ing

Slide 5 - Slide

Exercise 1
5x Multiple choice 
Choose the right answer; 
Present Simple or Present Continuous

Slide 6 - Slide

My grandmother ___ a sweater for me each year.
A
knits
B
is knitting
C
are knitting
D
knit

Slide 7 - Quiz

Look! The cat ___ with the dog!
A
are playing
B
is playing
C
playing
D
play

Slide 8 - Quiz

I ___ for my glasses. Do you know where they are?
A
look
B
am looking
C
are looking
D
looking

Slide 9 - Quiz

I always ___ Julian a birthday card.
A
is sending
B
send
C
sends
D
am sending

Slide 10 - Quiz

Usually, I ___ until late.
A
are sleeping
B
sleep
C
sleeps
D
am sleeping

Slide 11 - Quiz

Present simple - tegenwoordige tijd

- Deze tijd gebruik je om feiten, gewoonten en regelmatige gebeurtenissen aan te geven.

- Werkwoord (take) of werkwoord +s (takes) (SHIT REGEL)

Present continuous - duurvorm tegenwoordige tijd

- Deze vorm gebruik je om te zeggen dat iets NU bezig is of om irritatie aan te geven.

- am / are / is + werkwoord + ing

Slide 12 - Slide

Exercise 2
5x open questions
Write the right answer; 
Present Simple or Present Continuous
Only write the answer, NOT the whole sentence.

Slide 13 - Slide

Look! That boy ___ us! (watch)

Slide 14 - Open question

We always ___ to school by bus. (go)

Slide 15 - Open question

The supermarket ___ at eight. (close)

Slide 16 - Open question

He ___ the keyboards in his room now. (play)

Slide 17 - Open question

Hurry up, kids! Dad ___ the car already! (start)

Slide 18 - Open question

Present simple - tegenwoordige tijd

- Deze tijd gebruik je om feiten, gewoonten en regelmatige gebeurtenissen aan te geven.

- Werkwoord (take) of werkwoord +s (takes) (SHIT REGEL)

Present continuous - duurvorm tegenwoordige tijd

- Deze vorm gebruik je om te zeggen dat iets NU bezig is of om irritatie aan te geven.

- am / are / is + werkwoord + ing

Slide 19 - Slide

Ik begrijp wat ik moet doen bij present simple vs present continuous
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz