Opbouw CE kua

examen kunst algemeen
1 / 12
next
Slide 1: Slide
KunstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

examen kunst algemeen

Slide 1 - Slide

Vraagstelling
Het examen bestaat uit verschillende soorten vragen:

  • vragen over kunstbeschouwing
  • vragen over kenmerken van stijlen en stromingen
  • vragen over kunsthistorische context

Slide 2 - Slide

Vragen over kunstbeschouwing
Vereist: kunstbeschouwelijke begrippen herkennen en toepassen 

Voor alle disciplines moet je iets kunnen zeggen over:
  • Voorstelling: wat is er te zien/horen?
  • Inhoud: wat is het onderwerp/verhaal/thema/idee/concept?
  • Vormgeving: hoe wordt de voorstelling vormgegeven/afgebeeld door middel van beeld/ dans/spel/muziek/filmtechniek?
  • Materialen/technieken (bij beeldende kunst) of theatervormgeving (bij podiumkunsten): waarmee, met welke materialen en technieken, wordt de voorstelling vormgegeven?

Oefenen via teams, CE training, map kunstbeschouwing

Slide 3 - Slide

Bekijk afbeelding 1 en lees tekst 2. Giorgio Vasari schreef in de zestiende eeuw over de levens van Italiaanse kunstenaars. Hij roemde het werk van zijn tijdgenoot Michelangelo: “... een kunstenaar ... die in elke vaardigheid bekwaam is en wiens werk ons laat zien hoe wij volmaaktheid kunnen bereiken”.
Bespreek drie aspecten van de vormgeving van Michelangelo’s piëta die beantwoorden aan het schoonheidsideaal van de renaissance.
Geef daarna aan welke spirituele betekenis dit schoonheidsideaal had.

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Video

De New Yorkse jazzmuzikant Paul Whiteman organiseerde in 1924 een concert, getiteld An Experiment in Modern Music. Tijdens het concert van Whiteman zorgde George Gershwin voor een sensatie met zijn compositie Rhapsody in Blue. In dit fragment hoor je het begin ervan. Rhapsody in Blue werd geprezen vanwege de vele aansprekende jazzelementen. Toch is bij beluistering meteen duidelijk dat het niet om een standaard jazzcompositie (van rond 1924) gaat.
Geef voorde volgende aspecten van Rhapsody in Blue aan waardoor deze compositie afwijkt van jazz uit die tijd: - toonhoogte, - ritme, en – tempo.

Slide 6 - Open question

Vragen over stijlen en stromingen

Vereist: kenmerken van  stijl of stroming herkennen en toepassen

Let op!  Met stijlen en stromingen worden niet alleen (kunst)historische periodes/stijlen zoals ‘de romantiek’ of ‘barok’ bedoeld, maar ook begrippen als ‘melodrama,’ ‘jazz,’ of ‘operette’.
info LessonUp/boek
Maak overzicht voor jezelf!

Slide 7 - Slide

Het Nederlands Dans Theater voerde L’Histoire du soldat op in 1988.
De choreografie is van Jiří Kylián. In het fragment zie je de opening van
het stuk: de soldaat is met verlof en gaat op weg naar huis.
De choreografie van Kylián is expressionistisch te noemen.
Geef aan waarom de dans in dit fragment expressionistisch te noemen is.

Slide 8 - Open question

Lees tekst 3. In Bollywood bestaat al een langere traditie van het produceren van films die geïnspireerd zijn op Hollywoodfilms. De omgekeerde beweging, interesse van westerse filmmakers in Bollywoodfilms, is van recentere datum. De interesse voor Bollywoodfilms vanuit westerse filmmakers valt te verklaren vanuit de postmoderne kunstopvatting. Geef vanuit kenmerken van Bollywoodfilms drie verklaringen voor deze postmoderne interesse.

Slide 9 - Open question

Vragen over kunsthistorische context
 
Vereist: kunsthistorische ontwikkelingen in bepaalde periode benoemen en verklaren; weten hoe historische ontwikkelingen de kunst hebben beïnvloed en hoe er in een bepaald tijdvak tegen verschillende kunstvormen werd aangekeken en hoe en waarom dat is veranderd door de tijd heen
Info via LessonUp/boek

Slide 10 - Slide

Bekijk afbeelding 3. Tussen 1524 en 1534 bouwde Giulio Romano in opdracht van Federico II Gonzaga het Palazzo del Te, net buiten de stad Mantua.
Romano stond bij deze opdrachtgever in buitengewoon hoog aanzien.
Federico gaf hem veel vrijheid bij het ontwerpen.
Deze verhouding tussen opdrachtgever en kunstenaar past binnen de hofcultuur in de zestiende eeuw. Leg dit uit.

Slide 11 - Open question

Martha Graham wordt gezien als een van de grondleggers van de moderne dans. Graham bestudeerde de religieuze rituelen van Indianen in New Mexico. Avant- gardekunstenaars aan het begin van de twintigste eeuw, zoals Graham, lieten zich vaak inspireren door ‘primitieve’ culturen. Geef aan waarom zij zich lieten inspireren door deze culturen.

Slide 12 - Open question