H1: Woordraadstrategieën

Nederlands 16-12
Wat gaan we doen deze les?
  1. Spullen op tafel en telefoons in de telefoontas
  2. Doornemen planner periode 1
  3. H1 Woordenschat: woordraadstrategieën 
  4. Klassikaal opdracht maken
  5. Zelfstandig werken
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

Nederlands 16-12
Wat gaan we doen deze les?
  1. Spullen op tafel en telefoons in de telefoontas
  2. Doornemen planner periode 1
  3. H1 Woordenschat: woordraadstrategieën 
  4. Klassikaal opdracht maken
  5. Zelfstandig werken

Slide 1 - Slide

Periode 1

Slide 2 - Slide

Onbekend woord
Als je een onbekend woord tegenkomt, kun je vijf dingen doen:
  1. Synoniem zoeken
  2. Betekenis zoeken
  3. Voorbeeld zoeken
  4. Tegenstelling zoeken
  5. Bekend woorddeel in het onbekende woord zoeken

Slide 3 - Slide

Synoniem 
Twee verschillende woorden met dezelfde betekenis

Slide 4 - Slide

Synoniem
Schiermonnikoog heeft een rijke flora en fauna, maar we hadden geen zin om naar die planten en dieren te kijken.

  • Flora en fauna = planten en dieren

Slide 5 - Slide

Betekenis zoeken
Je gaat op zoek naar de betekenis van het onbekende woord door terug- of vooruit te lezen.

Tijdens het jutten na de storm zochten we allerlei overblijfselen op het strand.

  • Jutten = zoeken naar overblijfselen/spullen op het strand

Slide 6 - Slide

Voorbeeld zoeken
In de tekst ga je op zoek naar een voorbeeld. Dit doe je door vooruit- of terug te lezen. Let op de volgende woorden: bijvoorbeeld, als, zoals

We zochten naar overblijfselen op het strand, zoals resten van boten, scheepstouwen en visnetten.
  • overblijfselen = resten van spullen/spullen die zijn overgebleven

Slide 7 - Slide

Tegenstelling zoeken
In de tekst ga je op zoek naar een tegenstelling. Dat zijn twee woorden die het tegenovergestelde van elkaar zijn.

Gisteren heeft zij de verkering ontkent, maar vandaag zegt zij dat het wel zo is. 

  • ontkent = zeggen dat iets wel zo is

Slide 8 - Slide

Bekend woorddeel
In het onbekende woord ga je op zoek naar een woord dat je wel kent. Met het bekende woord ga je kijken of je de betekenis kan raden. 

We hebben in het donker over een bijna onbegaanbaar pad gewandeld.
  • onbegaanbaar = niet begaanbaar/moeilijk te bewandelen.

Slide 9 - Slide

Opdrachten bespreken
Wat verwacht ik van je?
  1. Tijdens het bespreken van de opdracht is het stil.
  2. Je luistert goed naar de antwoorden die worden gegeven.
  3. Je controleert je eigen antwoorden en verbetert zo nodig.
  4. Wil je een antwoord geven --> hand opsteken.

Slide 10 - Slide

Zelfstandig werken 
Maak nu de volgende opdrachten:
basis: 1 t/m 3 op blz. 30-33
kader: 1 t/m 3 op blz. 24-26

Werk zelfstandig en geconcentreerd.
Dit is huiswerk voor de les van maandag

Slide 11 - Slide