ASV: Back to school

• ASV
• Buitengewoon secundair onderwijs

GASV: Back to school

Start na de kerstvakantie

Na de kerstvakantie starten er heel wat nieuwe leerlingen in de klas. Daarom wordt de basisleerstof nogmaals herhaald.

Sta op als ...

Sta op als ...

Je vaak hebt uitgeslapen.

Sta op als ...

je veel klusjes hebt moeten doen thuis

Sta op als ...

je een boek hebt gelezen

Sta op als ...

je lekker hebt gegeten.

Sta op als ...

je ziek bent geweest.

Sta op als ... 

je genoten hebt van de vakantie

Sta op als ...

Je veel vrienden hebt gezien.

Sta op als ...

je gefietst hebt.

Sta op als ...

je aan school hebt gedacht.

Sta op als ...

je school hebt gemist

Sta op als ...

je gedanst hebt

Sta op als ...

je op vakantie bent geweest

Sta op als ...

je de zon hebt gezien in het buitenland

Sta op als ...

je naar een pretpark bent geweest

Sta op als ...

je veel naar Netflix hebt gekeken.

Sta op als ...

je gesport hebt

Sta op als ...

je iets nieuws hebt geleerd.

Sta op als ...

je nieuwe vrienden hebt gemaakt.

Sta op als ...

je blij bent om terug te zijn.

Persoonlijkheidstest

Welke rol neem je op als je bij jouw vrienden bent?

1. Ik neem de leiding.
2. Ik doe voorstellen.
3. Ik ben een serieuze vriend.
4. Ik kan goed luisteren.

Wat zeg jij vaak?

1. Laten we het op mijn manier doen.
2. Geen zorgen
3. Hoe werkt dat?
4. Het is belangrijk dat we goed met elkaar overeenkomen.

Wat beschrijft jou het best?

1. Onafhankelijk
2. Ideeënfontein
3. Doener
4. Kalm

Jouw plannen veranderen op het laatste moment. Hoe ga jij daar mee om?

1. Ik hou van uitdagingen.
2. Ik hou van verandering.
3. Ik vind wel een oplossing.
4. Ik ben geduldig en flexibel.

Heeft iemand je ooit verteld dat je te veel lawaai maakt?

1. Ja, maar dat is OK.
2. Soms ben ik héél enthousiast.
3. 1 of 2 keer, meestal ben ik aan de stille kant.
4. Totaal niet, mensen verstaan me nauwelijks.

Wat beschrijft jou het best?

1. Zelfzeker en moedig.
2. Mensen zoals ik
3. Netjes en verzorgd.
4. Ik plaats andere mensen op de eerste plaats.

Welk woord gebruiken jouw vrienden om jou te beschrijven?

1. Competitief
2. Vriendelijk
3. Betrouwbaar
4. Loyaal

Welke rol neem jij op bij een groepswerk?

1. Ik ben de leider.
2. Ik zorg ervoor dat we plezier hebben.
3. Ik ga er volledig voor.
4. Ik doe wat van mij verwacht wordt.

Waaraan denk je als je iets nieuws probeert?

1. Ik ga hier geweldig in zijn.
2. Ik ga hier van genieten.
3. Ik ga hier mijn best voor doen.
4. Ik hoop dat iedereen een leuke tijd heeft.

Wat doe je als je ontgoocheld bent door een vriend?

1. Ik roep tegen mijn vriend.
2. Ik lach mijn vriend uit.
3. Vrienden ontgoochelen me niet vaak.
4. Ik zwijg erover.

Resultaten

• Ik heb vooral A gekozen;: ik ben een leeuw.
•  Ik heb vooral B gekozen: ik ben een otter
• Ik heb vooral C gekozen: ik ben een bever.
• Ik heb vooral D gekozen: ik ben een golden retriever.