5.3 Nat en droog_aangepast (delen)

Introductie
In deze paragraaf behandelen wij het onderwerp 'water' in Europa. Het continent kent veel verschillende klimaten; van een koud klimaat in Noord-Scandinavië tot woestijnen in het zuiden van Europa.
Dit zorgt voor een verschillend hoeveelheid beschikbaar water.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Introductie
In deze paragraaf behandelen wij het onderwerp 'water' in Europa. Het continent kent veel verschillende klimaten; van een koud klimaat in Noord-Scandinavië tot woestijnen in het zuiden van Europa.
Dit zorgt voor een verschillend hoeveelheid beschikbaar water.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Leerdoelen
  • Je kunt op een kaart aangeven waar natte en droge gebieden in Europa liggen.
  • Je weet welke gebieden in Europa voldoende of te weinig beschikbaar water hebben.
  • Je begrijpt waarom steeds meer gebieden in Europa kampen met overstromingsgevaar.

Slide 3 - Slide

Waterkringloop
Waterkringloop
Bekend moet zijn de waterkringloop.
De korte kringloop is verdampt zeewater wat hier direct weer uitregent.
Bij de lange kringloop wordt het verdampte water naar land gevoerd, waar het uit kan regenen of sneeuwen.

*Zie dat het hoogste punt de bergen zijn waar veel neerslag kan vallen.

Slide 4 - Slide

Klimaten
Europa kent diverse klimaten. 
Koude klimaten in het noorden.
Warme klimaten in het zuiden.
Landklimaat in het oosten.
Gematigd zeeklimaat in het midden- en westen.
De klimaten zorgen voor een specifiek neerslagpatroon, maar ook of er veel of weinig verdamping is.

Met name in het zuiden is er weinig water beschikbaar vanwege de hoge temperaturen.

Slide 5 - Slide

Reliëf
Europa bestaat voor het grootste deel uit heuvels, middel- en hooggebergte. Er is dus veel reliëf.
Wanneer wolken (uit de waterkringloop) tegen een berg aan komt, kan dit er niet doorheen. Door de bergen worden de wolken omhoog gestuwd. Hierdoor ontstaan er meer wolken en kan het gaan regenen (stuwingsneerslag).
In de buurt van bergen is daardoor (altijd) veel neerslag te vinden.

Slide 6 - Slide

Neerslag
Aan de hand van de vorige slides is hiermee de neerslag in Europa te verklaren. Veel neerslag in de buurt van de zee en gebergtes. Weinig neerslag in het uiterste zuiden en het binnenland.

Slide 7 - Slide

Waterbalans
- Verhouding tussen beschikbare water en gebruik 

Positieve waterbalans: er is meer water beschikbaar dan wordt gebruikt.

Negatieve waterbalans: er is meer water nodig dan beschikbaar is.

Slide 8 - Slide

Beschikbaar water?
  • Zuid- en Oost Europa weinig beschikbaar water
  • Kust- en berggebieden voldoende water

Waterbalans is verschillend per gebied
Afhankelijk van neerslag, verdamping, reliëf, afstand tot zee en gebruik door de mens

Slide 9 - Slide

Overstromingen
Overstromingen
Omdat er in Europa veel neerslag valt, betekent dit ook dat er veel plekken zijn die kunnen overstromen. Door het reliëf zijn er veel rivieren. Bijna driekwart van Europa wordt omringd door zee.
Hierdoor worden de kusten bedreigd door overstroming vanuit de zee.
Langs rivieren is tevens de kans groot op overstromingen.

Uit het hoofdstuk 'Steden' heb je geleerd dan mensen graag in de buurt van water wonen. Dit brengt de nodige risico's met zich mee.

Slide 10 - Slide

Risicogebieden overstromingen
Deze afbeelding komt uit het hoofdstuk 'Water' met gebieden waar kans bestaat op overstromingen.
Zorg dat je deze (weer) kent.

Slide 11 - Slide

Leerdoelen
  • Je weet welke gebieden in Europa voldoende of te weinig beschikbaar water hebben.
  • Je begrijpt waarom steeds meer gebieden in Europa kampen met overstromingsgevaar.
  • Je kunt op een kaart aangeven waar natte en droge gebieden in Europa liggen.

Slide 12 - Slide