VMBO-TH2 Herhalen H2, paragraaf 1, 2 en 3

VMBO-TH2 
Herhalen H2, paragraaf 1, 2 en 3
1 / 13
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

VMBO-TH2 
Herhalen H2, paragraaf 1, 2 en 3

Slide 1 - Slide

Welke soort steden heb je?

Slide 2 - Mind map

Soorten steden
  1. Wereldstad: een stad met veel inwoners én veel invloed op de wereld (de economie, cultuur, politiek). New York, Tokyo, Londen en Parijs.  
  2. Megastad: een stad met meer dan 10 miljoen inwoners. 
  3. Hoofdstad: in deze stad zit vaak de regering. Het is vaak de grootste stad van het land, maar niet altijd. 
  4. Primate City: een stad die vele malen groter is dan 2e stad in het land qua inwoneraantallen. 

Slide 3 - Slide

Welke uitspraak over verstedelijkingsgraad is goed?
A
Spanje: 20%
B
Nederland: 50%
C
Nigeria: 45%
D
Kenia: 80%

Slide 4 - Quiz

Rijk land
Arm land
Hoog verstedelijkingstempo
Laag verstedelijkingstempo
Laag verstedelijkingsgraad
Hoog verstedelijkingsgraad

Slide 5 - Drag question

Wat zijn de oorzaken van urbanisatie?

Slide 6 - Open question

Suburbs
Central Business District
Werken
Hoogbouw
Laagbouw
Wonen
In het centrum
Buiten de stad

Slide 7 - Drag question

Suburbs
CBD

Slide 8 - Slide

Hoe noemen we het als groepen gescheiden van elkaar leven? Denk aan de foto met de huizen.

Slide 9 - Open question

Segregatie

Slide 10 - Slide

Wat van soort werk past
bij de informele sector?

Slide 11 - Mind map

Informele sector
= zwart betaald, geen belasting, geen minimumloon.

  • Schoenenpoetsen. 
  • Taxi rijden. 
  • Diensmeisje.
  • Spullen verkopen op straat.
  • Schoonmaken.


Formele sector
= belasting , werk staat geregistreerd, minimumloon.

  • Docenten.
  • Autoverkopers.
  • Kappers.
  • Dokters.
Eigenlijk bijna alles in Nederland.

Slide 12 - Slide

Zelf leren.
  • Begrippen in Quizlet en leren.
  • Herhalingsparagraaf maken in je wb.
  • Samenvatting schrijven. 
  • Filmpjes met extra uitleg kijken (met oortjes).
  • Elkaar overhoren. 
  • Lezen. 
  • Samenvattingsopdracht maken online. 
  • Extra oefenen door de extra opdrachten bij paragraaf 2 en 3 maken. 

Slide 13 - Slide