V3 ne spellingcontrole vervolg

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

10 minuten lezen

Slide 2 - Slide

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Terugblik vorige les etymologie (herkomst van woorden) en analogie (overeenkomst in spelling van vergelijkbare woorden)
  3. Taalverzorging 2, Spellingcontrole
  4. Afsluiting en vooruitblik

Slide 3 - Slide

Doel: Je leert hoe je de spellingcontrole in een tekstverwerkingsprogramma gebruikt.​

Slide 4 - Slide

Welke informatie geeft een woordenlijst NIET?
A
grammaticale categorieën
B
de spelling van woorden
C
lidwoorden
D
verbuigingen

Slide 5 - Quiz

Grammaticale categorie
Een grammaticale categorie is een aan de semantiek gebonden onderscheid in de taal met een of meer exponenten, die zijn vastgelegd in morfologische paradigma's. Voorbeelden van universele grammaticale categorieën zijn geslacht en getal. De eerste categorie heeft in veel talen de exponenten "mannelijk", "vrouwelijk" en "onzijdig". De tweede categorie heeft de exponenten enkelvoud en meervoud en soms ook nog andere vormen zoals de dualis.
Grammaticale categorieën worden meestal weergegeven door middel van affixen en clitica. Een voorbeeld in het Nederlands is de manier waarop binnen de categorie "getal" de exponent "meervoud" gewoonlijk wordt weergegeven, nl. door middel van de suffixen -(e)n en -s.

Grammaticale categorieën worden meestal weergegeven door middel van affixen en clitica. Een voorbeeld in het Nederlands is de manier waarop binnen de categorie "getal" de exponent "meervoud" gewoonlijk wordt weergegeven, nl. door middel van de suffixen -(e)n en -s.

Slide 6 - Slide

Spellingcontrole helpt niet bij
  • Woorden die op elkaar lijken- leiden & lijden, rauw en rouw
  • Werkwoordsvormen: context afhankelijk
  • Samenstellingen: tot en met drie losse woorden aan elkaar;  huisvredebreuk, spellingscontrolemisser
  • verwijswoorden; de persoon dat  die
  • Incongruentie; de groep leerlingen lopen loopt
  • Verhaspelingen; op ieder potje past een kurk


Slide 7 - Slide

2.Welke uitdrukkingen zijn hier verhaspelt?
Simone lijkt ontzettend op haar vader; de appel valt niet ver van de peer.

Slide 8 - Open question

Welke uitdrukkingen zijn hier verhaspelt?
Ik lette echt goed op, maar er was geen speld vast te knopen aan zijn verhaal.

Slide 9 - Open question

Welke uitdrukkingen zijn hier verhaspelt?
Je moet het in ieder geval proberen, want wie niet schiet wie niet raakt.

Slide 10 - Open question

7. Welke fout wordt hier gemaakt en waarom herkent de spellingcontrole het niet als fout?
Zeg, hoe oud word je vader eigenlijk dit jaar?

Slide 11 - Open question

Welke fout wordt hier gemaakt en waarom herkent de spellingcontrole het niet als fout?
Autobedrijf Janssen: de grootste in personen en bedrijfswagens.

Slide 12 - Open question

Welke fout wordt hier gemaakt en waarom herkent de spellingcontrole het niet als fout?
Het schijnt morgen weer te ontdooien.

Slide 13 - Open question

2.Welke uitdrukkingen zijn hier verhaspelt?
Simone lijkt ontzettend op haar vader; de appel valt niet ver van de peer.

Slide 14 - Open question

Welke uitdrukkingen zijn hier verhaspelt?
Ik lette echt goed op, maar er was geen speld vast te knopen aan zijn verhaal.

Slide 15 - Open question

Welke uitdrukkingen zijn hier verhaspelt?
Je moet het in ieder geval proberen, want wie niet schiet wie niet raakt.

Slide 16 - Open question


Waar moet je goed op letten als je een spellingcontrole in bijvoorbeeld Word gebruikt?
Lesdoelcheck! 

Slide 17 - Open question

(Huiswerk)Opdrachten
  • Maak opdracht 3, 4, 5 en 9 op pagina 40-41 van je boek. 
  • Je krijgt de rest van de les de tijd.
  • Je mag gebruikmaken van internet.
  • Je mag zachtjes overleggen met je buur.
  • Deze opdrachten zijn huiswerk voor volgende les.
  • Klaar? Bestudeer vast blz 42 en 43, stijlfiguren of ga nog even stillezen.

Slide 18 - Slide