Les 4: Leestekens: hoofdletters, punten en komma's

 Het gebruik van leestekens in teksten
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

 Het gebruik van leestekens in teksten

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doel van de les 
Je oefent met het gebruiken van leestekens in teksten.


Welke is goed? 
Zitten: Schiet op oma! 
Staan: Schiet op, oma!

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Schiet op oma!                                    Schiet op, oma!

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Opbouw van de les
  • Opdracht leestekens 
  • Uitleg leestekens 
  •  Lesopdrachten NUNederlands
  • Evaluatie: 2 goed, 1 fout 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Opdracht leestekens
  • In tweetallen 

  • Bedenk waar hoofdletters, punten en komma's in de tekst moeten staan. 
timer
2:00

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Uitleg leestekens

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Een hoofdletter gebruik je...

Slide 7 - Open question

De Punt

Gebruik je
om zin af te sluiten.

bij sommige afkortingen:
 Wil je daar a.u.b. mee ophouden?

Maar geen punt bij:
dvd, cd, btw, mbo

Aan het begin van de zin.
Uitzondering: bij afgekort woord
Uitzondering: cijfer/symbool
'
Namen van personen

Namen van organisaties, merken en producten

 Aardrijkskundige namen

Woorden die afgeleid zijn van een naam

Historische gebeurtenissen/feestdagen




Je begint een zin met een hoofdletter.
's Ochtends eet ik brood.
2 jaar geleden kwam ik in Nederland.

Sophie Jansen | Jan van den Bos | meneer Van den Bos

Verenigde Naties | Apple | Pink Lady

Brussel | Amerika | de Rijn

Amerikaanse president | Engelse taal | een Italiaan
Tweede Wereldoorlog | Kerstmis | Vaderdag

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Een komma gebruik je...

Slide 10 - Open question

in opsommingen:
 Een goede thuishulp is verzorgende, verpleegkundige, psychiater en hulp in de huishouding tegelijk.

tussen twee persoonsvormen:
 Als ik dat wist, zou ik het wel zeggen.

bij een aanspreking:
 Hé daar, ik heb het tegen jou!

voor voegwoorden (terwijl, omdat) :
 Ik heb veel geleerd, omdat er altijd wel wat te doen was tijdens mijn stage.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Het vraagteken gebruik je...

Slide 12 - Open question


Na een vraag

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Het uitroepteken gebruik je...

Slide 14 - Open question


gebruik je
na een bevel:
 Hou daar onmiddellijk mee op!

na een uitroep:
 Wat erg!

Pas op met het uitroepteken in verslagen en werkstukken. Het kan al snel een beetje kinderachtig overkomen:
Ik heb van mijn begeleider veel geleerd!
Soms was mijn stage best moeilijk!

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Opdrachten NuNederlands

NUNederlands deel B 1F  
Bladzijde 9 opdracht 2 
Bladzijde 15 opdracht 1, 2 
Bladzijde 27, 28 opdracht 1, 2 
- Extra: Opdracht 1,2 Test jezelf bladzijde 25, 26 

Klaar? Mail de opdrachten naar je docent. 
 Alles goed? Dan mag je verder oefenen op een hoger niveau. 

NUNederlands deel B 2F 
Bladzijde 194/195 
opdracht 1, 2, 3, 4, 5  










timer
20:00

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Hoe ging de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

This item has no instructions

2 goed, 1 fout: Welke zinnen zijn goed en welke is fout?

1. Ik heb een afspraak met Mevrouw De Vries. 

2. Ik wil graag een afspraak maken met Marjan de Vries. 

3. Kan ik een afspraak maken met mevrouw De Vries?  
A
1 en 2 goed, 3 fout
B
2 en 3 goed, 1 fout
C
1 en 3 goed, 2 fout

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Een punt gebruik je...

Slide 19 - Open question

De Punt

Gebruik je
om zin af te sluiten.

bij sommige afkortingen:
 Wil je daar a.u.b. mee ophouden?

Maar geen punt bij:
dvd, cd, btw, mbo