This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
De Koude Oorlog
EINDE VAN DE KOUDE OORLOG
Slide 1 - Slide
Plan van vandaag:
Herhalen 5.1 tm 5.4
Extra uitleg 5.4 want is belangrijk
Werkboek op orde. tot en met 5.3 MOET af anders blijf je zitten vanmiddag. (dit haal je prima)
Verder werken aan je PO (30 mei deadline)
Slide 2 - Slide
Leerdoel
Je kan uitleggen hoe de volgende gebeurtenissen verlopen zijn:
Welke veranderingen zette Gorbatsjov in gang?
Wat gebeurde er met de Berlijnse muur en het ijzeren gordijn?
Wat betekende de Duitse eenwording voor de Duitser
Van deze leerdoelen maak je een google presentatie, je beantwoord de leerdelen. Per leerdoel 3 slides gebruiken EN plaatjes (dus 9 slides in totaal)
Je gebruikt de lesson up die in classroom staat en je tekstboek (5.4)
Je moet dit deze les af hebben anders blijf je zitten om dit af te maken (dit laat je aan mij zien)
Slide 3 - Slide
CRISIS IN DE SOVJETUNIE
Slide 4 - Slide
De planeconomie blijkt niet te werken
Planeconomie: voor bepaald aantal jaar vastleggen wat er geproduceerd moet worden (5 jaar in het geval SU)
Economisch gezien een rampzalig idee => Altijd tekorten, heel veel regeltjes en slechte kwaliteit producten=> Veel armoede onder bevolking SU
Gevolg> Veel onvrede onder de bevolking
Slide 5 - Slide
DE WAPENWEDLOOP
De wapenwedloop met het Westen kostte enorm veel geld.
De SU kon deze kosten, gezien de falende planeconomie, moeilijk opbrengen
De VS dreven de kosten voor de wapenwedloop nog verder op met Reagans Star Wars Program (SDI)
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
De hervormingen van Gorbatsjov
PERESTROJKA ofwel economische hervormingen > De Staat gaat zich minder bemoeien met economie, er wordt meer initiatief van burgers toegestaan.
Einde wapenwedloop (ontwapening) (>meer geld voor economie)
GLASNOST ofwel meer openheid => een meer democratischer bestuur, meer partijen werden toegestaan. Meer vrijheid voor burgers dus...
Slide 8 - Slide
De gevolgen van deze hervormingen.
Gorbatsjov wilde het communisme hervormen, niet afschaffen!
Glasnost > meer openheid > mensen begonnen hun mening te geven > overheid greep niet meer in.
Perestrojka > men mocht weer eigen bedrijfjes stichten, het westen werd gevraagd deze ontwikkeling te steunen.
Ronald Wilson Reagan was de 40e president van de Verenigde Staten van 1981 tot 1989. Reagan ging, na een carrière als filmacteur, in de politiek.
Michail Sergejevitsj Gorbatsjov is een voormalig secretaris-generaal van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie van 1985 tot 1991 en president van de Sovjet-Unie van 1990 tot 1991.
Slide 9 - Slide
Het Oostblok valt uiteen
Verzet tegen de communistische dictatuur > roep om democratische vrijheden en het recht om in vrijheid te reizen.
In het kader van glasnost nam de censuur af, burgers durfden meer te schrijven en wensen.
De partijleiding in de DDR wijst de glasnost en perestrojka => De bevolking van de DDR komt in opstand.
Vóór Gorbatsjov > hard militair optreden tegen anti-communistische opstanden (DDR in '53, Polen en Hongarije in '56, Praagse Lente '68)
Gorbatsjov: weigert militair in te grijpen in de DDR
Slide 10 - Slide
Gevolgen
Val van de Muur (1989)
Val van overige communistische regimes (Polen, Hongarije )
Einde éénpartijstaat in SU > Sovjet-Unie wordt opgeheven (1991)
Burgeroorlog in voormalig Joegoslavië
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
De Duitse Eenwording
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Duitsland herenigd
De bevolking groeide naar 79 miljoen inwoners
De hereniging was een droom voor veel Oost-Duitsers
De kosten om het communistische Oost-Duitsland om te zetten naar het kapltalismse waren hoog.
De belasting werd verhoogd.
Prijzen van levensmiddelen en huren stijgen
Sluiting van Oost-Duitse fabrieken leidde tot werkloosheid.
Slide 15 - Slide
Helmut Kohl
In 1990 werd Duitsland weer één land.
Velen maakten zich zorgen over een groot Duitsland. Ze waren tenslotte al twee keer een oorlog begonnen?
Duitsland speelt een belangrijke rol in de Europese Eenwording.
Helmut Kohl is bondskanselier tijdens de hereniging.
Slide 16 - Slide
Einde van de Sovjet-Unie- 1991
Veel verschillende volken willen niet meer bij de Sovjet-Unie horen. Nationalisme komt sterk op in Oost-Europa
In 1991 houdt de Sovjet-Unie dan ook op te bestaan: grote delen van de Sovjet- Unie worden onafhankelijke landen, zoals Oekraïne, Wit-Rusland en Armenië, Estland, Letland, Lithouwen etc.
Het deel dat nog overblijft gaat verder als Rusland o.l.v. Boris Jeltsin.
Slide 17 - Slide
Gevolgen voor het Oostblok
Communistische regimes komen ten val en worden democratisch.
Het Warschaupact wordt opgeheven
Oost-Europese landen worden lid van de NAVO
2004: Een aantal Oost-Europese landen wordt lid van de EU
In 1991 breekt in Joegoslavië een bloedige burgeroorlog uit.
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Welke leiders waren aan de macht ten tijde van de val van de Berlijnse Muur?
A
Chroetsjov en Kennedy
B
Stalin en Roosevelt
C
Reagan en Chroetsjov
D
Bush en Gorbatsjov
Slide 20 - Quiz
Welke bewering over de politiek van Gorbatsjov is juist? Gorbatsjov wilde:
A
afschaffing van het communisme.
B
hervorming van het communisme.
C
uitbreiding van de macht van de Sovjet-Unie.
D
versterking van de staatsbedrijven.
Slide 21 - Quiz
Hoe werden de ECONOMISCHE HERVORMINGEN in de SU in de tweede helft van de jaren '80 genoemd?
A
Glasnost
B
Nieuwe Economische Politiek
C
Perestrojka
D
Collectivisatie
Slide 22 - Quiz
GLASNOST was openheid over het bestuur van het land. Mensen kregen ook meer vrijheid om hun mening te uiten. Welke politicus voerde deze hervormingen in?
A
Chroesjtsjov
B
Gorbatsjov
C
Brezjnev
D
Stalin
Slide 23 - Quiz
Welke gebeurtenis wordt meestal gezien als het einde van de Koude Oorlog?
A
De val van de Berlijnse Muur (november 1989)
B
De eenwording van Duitsland (oktober 1990)
C
Het einde van de Sovjet-Unie (december 1991)
D
De aanval op de Verenigde Staten (september 2001)
Slide 24 - Quiz
Welke staten zijn na het einde van de Koude Oorlog uiteengevallen?
A
de Sovjet-Unie en Duitsland
B
Joegoslavië en de Sovjet-Unie
C
Frankrijk en Hongarije
D
Hongarije en Italië
Slide 25 - Quiz
In 1991 viel de Sovjet-Unie uit elkaar. Dit had grote gevolgen voor veel landen in Oost-Europa. Welk gevolg geldt voor veel landen van Oost-Europa?
A
de invoering van de euro
B
de invoering van het kapitalisme
C
de toetreding tot de EU
D
Het nationalisme kwam in veel landen opzetten.
Slide 26 - Quiz
Aan de slag!
Verplicht
De eerste vier vragen van hoofdstuk 5.4 Het einde van de Koude Oorlog