T2 Spelling volt dw bijv gebruikt

je hebt voor jouw neus jouw laptop met jouw aantekeningen werkwoordspelling liggen
A
ja
B
ja, natuurlijk!
C
o, even zoeken nog....
D
sowieso
1 / 25
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

je hebt voor jouw neus jouw laptop met jouw aantekeningen werkwoordspelling liggen
A
ja
B
ja, natuurlijk!
C
o, even zoeken nog....
D
sowieso

Slide 1 - Quiz

Lesdoelen:
- je weet wat een voltooid deelwoord
- Je weet wat een bijvoeglijk naamwoord is
- je weet wat een voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt is
- je kunt deze werkwoorden goed spellen

Slide 2 - Slide

Een voltooid deelwoord:
A
is sowieso verleden tijd
B
dan is de pv altijd een vorm van 'zijn, worden of hebben'
C
antwoord A, B en D
D
kan eindigen op een 't', een 'd' en 'en'

Slide 3 - Quiz

Voltooid deelwoord
De e-mail is beantwoord
Het kunstwerk is afgestoft
De boef is gevangen

Slide 4 - Slide

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 5 - Mind map

Bijvoeglijk naamwoord
zegt iets over een zelfstandig naamwoord (zn)
DE RODE AUTO
De =lidwoord(lw)
auto =zn
rode + bijvoeglijk naamwoord (bn)

Slide 6 - Slide

Noteer in je aantekeningen
Voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt:
stap 1. voltooid deelwoord
stap 2. plus een 'e'
stap 3. zo weinig mogelijk letters
stap 4. denk om de uitspraak!

Slide 7 - Slide

Dus:
Het huiswerk is gemaakt (vd)-- Het gemaakte huiswerk (vd bijv gebruikt)
Het werkstuk is geprint (vd)--Het geprinte werkstuk (vd bij gebruikt)

Slide 8 - Slide

Maar let op!
De verf is gespat.
gespat + e (uitspraak?)
dus:
gespatte
De gespatte verf

Slide 9 - Slide

Let op (2)
De aardappels zijn gepoot.
vd = gepoot + e = gepoote (stap 3 = 'zo weinig mogelijk letters) , dus
De gepote aardappels (de uitspraak blijft goed!)

Slide 10 - Slide

Dus ook:
De kamer is behangen ----- De behangen kamer
voltooid deelwoord + e is hier niet nodig

Slide 11 - Slide

De Nederlandse les is ingelast.
Het bijvoeglijk naamwoord is
A
les
B
ingelast
C
Nederlandse
D
staat geen bijvoegelijk naamwoord in

Slide 12 - Quiz

Het voltooid deelwoord van de zin:
De Nederlandse les is ingelast
A
is
B
ingelast
C
les
D
Nederlandse

Slide 13 - Quiz

De Nederlandse les in ingelast.
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord voor les

Slide 14 - Open question

Maak van de volgende zin van het voltooide deelwoord een bijvoeglijk naamwoord
De brief heb ik ingezonden

Slide 15 - Open question

Ik heb de antwoorden goed vergeleken.
Noteer het voltooid deelwoord als bijvoegelijk naamwoord

Slide 16 - Open question

Maak van het volgende voltooid deelwoord een bijvoegelijk naamwoord
Poetin heeft het geschut ingezet

Slide 17 - Open question

Hij heeft de vraag goed beantwoor...
A
beantwoord
B
beantwoordt
C
beantwoord

Slide 18 - Quiz

Hij word..... door zijn mentor gecoach.....
A
word gecoacht
B
wordt gecoachd
C
wordt gecoacht
D
word gecoachd

Slide 19 - Quiz

Hij is verhuis....
A
verhuisd
B
verhuist
C
verhuisdt

Slide 20 - Quiz

'D' of 'T' op het eind bij voltooid deelwoord?
1. langer maken ( de/ te)
2. weet of hoor je het niet (zoals ik met het woord 'verhuizen'), dan:

Slide 21 - Slide

't exkofschip
1. hele werkwoord
2. - en
3. wat is de laatste letter?
4. staat deze letter in 't kofschiptaxi?
5. Zo ja, + te(n)
6. zo nee, + de(n)

Slide 22 - Slide

verhuisde / verhuiste??
1. verhuizen
2. verhuiz
3. z
4. de 'z' staat niet in 't kofschiptaxi
6. verhuisde

Slide 23 - Slide

Wat heb je geleerd?

Slide 24 - Mind map

Wat vind je nog moeilijk?

Slide 25 - Mind map