This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Wat gaan we doen vandaag?
herhalen paragraaf 6
behandelen paragraaf 7
Opdrachten nakijken
zelfstandig werken
Wat hebben we geleerd
Slide 1 - Slide
Terugblik
Slide 2 - Slide
De ___________________ naar arbeid en het aanbod van arbeid noem je samen de
___________________ .
Je spreekt van een ___________________ arbeidsmarkt als het ___________________
groter is dan de vraag naar arbeid.
Is het aanbod van arbeid kleiner dan de vraag naar arbeid dan spreek je van een
___________________ arbeidsmarkt.
Arbeidsmarkt
Krappe
Ruime
Aanbod
Vraag
Slide 3 - Drag question
werkgelegenheid
A
iedereen die werkt + iedereen die een baan zoekt
B
iedereen die een baan heeft + alle vacatures
C
iedereen die een baan zoekt + vacatures
Slide 4 - Quiz
Conjuncturele werkloosheid
Structurele werkloosheid
Frictie-werkloosheid
Seizoen-werkloosheid
Regionale werkloosheid
Tussen twee banen
Bepaald deel van het jaar
In bepaalde gebieden
Door een daling in koopkracht
Door technologie
Door een opleiding die niet geschikt is
Slide 5 - Drag question
Twee stellingen over de internationale concurrentiepositie van een land I: de internationale concurrentiepositie verbetert als de arbeidsproductiviteit toeneemt. II: de internationale concurrentiepositie verbetert als de infrastructuur van het land verbetert.
A
Stelling I is juist
en stelling II onjuist
B
Stelling I is onjuist
en stelling II is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist
Slide 6 - Quiz
Metaalbedrijven hebben de werkweek van alle werknemers met één uur verminderd. Er zijn in de metaalsector bij elkaar net zoveel uren werk als voorheen. Kies wat er gebeurt door deze arbeidsduurverkorting met de werkloosheid in de metaalsector.
A
De werkloosheid blijft gelijk.
B
De werkloosheid daalt.
C
De werkloosheid stijgt.
Slide 7 - Quiz
Hoe verzwakt een laag consumentenvertrouwen de conjunctuur?
A
Consumenten gaan veel besteden
B
Consumenten houden extra geld achter de hand
Slide 8 - Quiz
In een hoge conjunctuur is de bezettingsgraad van de productiecapaciteit
A
Laag
B
Hoog
C
Geen verschil
Slide 9 - Quiz
1. De overheid verlaagt de inkomstenbelasting 2. Bedrijven verhogen hun productie. 3. De consumptie (en dus de vraag) stijgt. 4. Bedrijven hebben meer personeel nodig (de vraag naar arbeid stijgt) 5. Het besteedbare inkomen neemt toe. Zet in de juiste volgorde. Begin met stap 1.
A
1 – 3– 5 – 2 – 4
B
1 – 2 – 3 – 4 – 5
C
1 – 5 – 3 – 2 – 4
D
1 – 2 – 3 – 5 – 4
Slide 10 - Quiz
Stel dat in een land in een bepaald jaar de totale productie gelijk blijft maar dat het aantal deeltijdwerkers stijgt met 20%. Leg uit wat er gebeurt met de werkgelegenheid in arbeidsjaren.
A
Stijgt
B
Daalt
C
Blijft gelijk
Slide 11 - Quiz
Leerdoelen
- Ik kan uitleggen hoe de kansen op de arbeidsmarkt verdeeld zijn.
Slide 12 - Slide
Autochtoon en allochtoon
Voor een deel van de allochtone groep is het lastig om een baan te vinden.
Ze spreken bijvoorbeeld gebrekkig Nederlands
hun buitenlandse opleiding wordt niet erkend.
sprake van discriminatie
Slide 13 - Slide
Vrouw of man
Meer vrouwen doen betaald werk.
discriminatie op grond van sekse mag niet volgens de wet
Toch worden sommige beroepen vooral door vrouwen of door mannen uitgeoefend. Bij een aantal is dat aan het veranderen.
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Kansrijk en kansarm
Voorbeelden van oorzaken voor een hoger inkomen bij mannen dan bij vrouwen:
- vrouwen werken in deeltijd
- mannen hebben beter betaalde banen
- discriminatie
Slide 16 - Slide
Voltijd en deeltijd
Deeltijd werk je een gedeelte van de week.
Voltijd werk je de hele week.
In Nederland werken relatief veel mensen deeltijd. Hierdoor zijn er meer werkende mensen en is de werkloosheid lager.
Slide 17 - Slide
Nederland heeft de meeste deeltijd werkers
Slide 18 - Slide
Verandering arbeidsmarkt
robotisering: robots nemen van deel het werk over van werknemers maar er ontstaat ook nieuwe banen
percentage vrouwen in de beroepsbevolking stijgt
er wordt steeds meer in deeltijd gewerkt
Slide 19 - Slide
Meer in deeltijd wordt gewerkt
werkgelegenheid in personen meer toe dan de werkgelegenheid in arbeidsjaren
Slide 20 - Slide
opdrachten bespreken
Slide 21 - Slide
opdrachten maken
Slide 22 - Slide
Zelfstandig werken
Maken opdrachten hoofdstuk 2 paragraaf 7
Lees de theorie op bladzijde 71
Maak de opdrachten 1 t/m 12
Slide 23 - Slide
Wat heb je geleerd?
Slide 24 - Slide
Wat hebben we geleerd vandaag?
Slide 25 - Open question
Leerdoelen
- Ik kan uitleggen hoe de kansen op de arbeidsmarkt verdeeld zijn.