- uitleggen waarom de werkloosheid onder allochtonen hoger is.
- uitleggen waarom de inkomsten van mannen hoger is dan vrouwen
- wat de begrippen kansarm en kansrijk betekenen.
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4
This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Leerdoelen
Aan het einde van de les weet je/ kan je:
- uitleggen waarom de werkloosheid onder allochtonen hoger is.
- uitleggen waarom de inkomsten van mannen hoger is dan vrouwen
- wat de begrippen kansarm en kansrijk betekenen.
Slide 1 - Slide
De ___________________ naar arbeid en het aanbod van arbeid noem je samen de
___________________ .
Je spreekt van een ___________________ arbeidsmarkt als het ___________________
groter is dan de vraag naar arbeid.
Is het aanbod van arbeid kleiner dan de vraag naar arbeid dan spreek je van een
___________________ arbeidsmarkt.
Arbeidsmarkt
Krappe
Ruime
Aanbod
Vraag
Slide 2 - Drag question
werkgelegenheid
A
iedereen die werkt + iedereen die een baan zoekt
B
iedereen die een baan heeft + alle vacatures
C
iedereen die een baan zoekt + vacatures
Slide 3 - Quiz
Conjuncturele werkloosheid
Structurele werkloosheid
Frictie-werkloosheid
Seizoen-werkloosheid
Regionale werkloosheid
Tussen twee banen
Bepaald deel van het jaar
In bepaalde gebieden
Door een daling in koopkracht
Door technologie
Door een opleiding die niet geschikt is
Slide 4 - Drag question
Twee stellingen over de internationale concurrentiepositie van een land I: de internationale concurrentiepositie verbetert als de arbeidsproductiviteit toeneemt. II: de internationale concurrentiepositie verbetert als de infrastructuur van het land verbetert.
A
Stelling I is juist
en stelling II onjuist
B
Stelling I is onjuist
en stelling II is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist
Slide 5 - Quiz
Metaalbedrijven hebben de werkweek van alle werknemers met één uur verminderd. Er zijn in de metaalsector bij elkaar net zoveel uren werk als voorheen. Kies wat er gebeurt door deze arbeidsduurverkorting met de werkloosheid in de metaalsector.
A
De werkloosheid blijft gelijk.
B
De werkloosheid daalt.
C
De werkloosheid stijgt.
Slide 6 - Quiz
In een hoge conjunctuur is de bezettingsgraad van de productiecapaciteit
A
Laag
B
Hoog
C
Geen verschil
Slide 7 - Quiz
1. De overheid verlaagt de inkomstenbelasting 2. Bedrijven verhogen hun productie. 3. De consumptie (en dus de vraag) stijgt. 4. Bedrijven hebben meer personeel nodig (de vraag naar arbeid stijgt) 5. Het besteedbare inkomen neemt toe. Zet in de juiste volgorde. Begin met stap 1.
A
1 – 3– 5 – 2 – 4
B
1 – 2 – 3 – 4 – 5
C
1 – 5 – 3 – 2 – 4
D
1 – 2 – 3 – 5 – 4
Slide 8 - Quiz
Noem dingen die bedrijven kunnen doen om ervoor te zorgen dat meer mensen kunnen werken.
Slide 9 - Open question
Wat voor maatregelen kan de overheid nemen om de economie te verbeteren?
Slide 10 - Open question
Nederland heeft de meeste deeltijd werkers
Slide 11 - Slide
Zelfstandig werken
Maken paragraaf 3.7 van boek 4A
Neem voor morgen je boek 4A en 4B mee.
Maken: ......bladzijde 102 opdrachten 6 tot en met 12...