Spelling C7, P5+6 (meervoudsvorming + verkleinwoorden)

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Welkom

Ga alvast zitten. 

Pak je laptop erbij en open 'Dagen van gras'. 

                                                    Nederlands havo4

Deze les

• Check huiswerk vorige week
• C7, P5: meervoudsvormen
• C7, P6: verkleinwoorden

• Evt. leesautobiografie afmaken 
  

Spelling

• Ik kan meervouden correct spellen.
• Ik kan verkleinwoorden correct spellen.

Terugblik

Plaats in de zinnen de hoofdletters en de leestekens.

1. mevrouw van de weyde vroeg me gisteren ben jij wel eens in zuid-amerika geweest irene
   
2. de kapitein van cruiseschip costa concordia gaat waarschijnlijk niet vrijuit zei een italiaanse rechter desgevraagd in het journaal van rai uno

Terugblik

Plaats in de zinnen de hoofdletters en de leestekens.

1. Mevrouw Van de Weyde vroeg me gisteren: ‘Ben jij wel eens in Zuid-Amerika geweest, Irene?’
   
2. ‘De kapitein van cruiseschip Costa Concordia gaat waarschijnlijk niet vrijuit’, zei een Italiaanse rechter desgevraagd in het journaal van Rai Uno.
   

Meervoudsvorming

De meeste Nederlandse woorden hebben een meervoud op -s of op -en.

• -s: als de uitspraak gelijk blijft

goeroes, televisies, logés, oevers, garages, chimpansees

• -'s: om uitspraakproblemen te voorkomen

        > bij afkortingen: vwo’ers, dvd’s, wc’tje

        > in woorden die eindigen op a, i, o, u, y,  (ik hou van ys): taxi’s, lama's 

maar: etuis, bureaus, displays

Maar: etuis, bureaus, milieus, jockeys, cowboys, essays; hier is geen uitspraakprobleem.

            

speel af

Meervoudsvorming

• -en: schrijf je aan het woord vast: klanten, paarden, wensen
  

woorden op -ie: 

- klemtoon op -ie → -ën: industrie – industrieën

- klemtoon niet op -ie →  -n; porie – poriën

Meervoudsvorming

• Woorden met twee meervoudsvormen  (met -s en met -en)

sponsors – sponsoren, gemeentes - gemeenten

• Woorden met meervouden met -eren

ei – eieren, rund – runderen.

• Vreemde meervoudsvormen
  

Oorspronkelijk Latijnse woorden hebben soms twee meervoudsvormen, maar niet altijd:

- basis – bases of basissen

- datum – data of datums

speel af

Opdracht

Maken:

• C7, P5: opdr. 2 t/m 8

Verkleinwoorden

Van veel zelfstandige naamwoorden kun je een verkleinwoord maken.

Dit zijn de regels voor de vorming van verkleinwoorden:

• kje, pje, tje erachter: cakeje, boompje, sprietje
• korte klanken worden soms lang: blaadje, lootje
• apostrof bij afkortingen en y: dvd'tje, A4'tje, buggy'tje, baby'tje
• dubbele klinker: lamaatje, autootje, reçuutje

maar: kiwietje, karbonaadje, slaatje, blaadje, jongetje etc.

speel af

Opdracht

Maken:

• C7, P5: opdr. 2 t/m 8
• C7, P6: opdr. 2 t/m 6

Toetsweek

H5 Formuleren P1, P3 t/m P7 en heel H7 Spelling (2x)

werkwoordspelling, hoofdletters, leestekens, meervoud, verkleinwoorden, samenstelling, aan elkaar/los, tekens, getallen, sommige/sommigen. Herhaling onderbouw, zinnen begrenzen, voorzetselgebruik, verwijzen, woordgebruik, zinsbouw

Huiswerk

Woensdag 27 september:

C7, P5: opdr. 2 t/m 8

C7, P6: opdr. 2 t/m 6