Les 5 Huiselijk geweld en mishandeling

Kindermishandeling 
en 
Huiselijk geweld


Praktijkscholing periode 3
1 / 31
next
Slide 1: Slide
Praktijkscholing periode 3MBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Kindermishandeling 
en 
Huiselijk geweld


Praktijkscholing periode 3

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les heeft de student kennis van:
- Welke soorten huiselijk geweld er zijn.
- Welke 6 vragen er gesteld moeten worden om huiselijk geweld te kunnen signaleren (checklist).
- Wat te doen bij een vermoeden van huiselijk geweld
- Instanties mbt tot huiselijk geweld.
- Wat de kindcheck is.

Slide 2 - Slide

waar denken jullie aan bij (kinder) mishandeling en huiselijk geweld?

Slide 3 - Mind map

Soorten van mishandeling:

- ouderenmishandeling
-partnergeweld
- kindermishandeling
( huiselijk geweld)


- psychisch / geestelijk /mentaal
- fysiek / lichamelijk

- verwaarlozing
- sexueel misbruik
- (financiele) uitbuiting
- eergerelateerd geweld
- huwelijksdwang
- achterlaten
- genitale verminking

Slide 4 - Slide

Als je er niet aan denkt, zie (of hoor) je het niet

Huiselijk geweld gaat in de meeste gevallen schuil achter andere klachten. Daarom kent de NHG-TriageWijzer geen ingangsklacht ‘kindermishandeling’ of ‘huiselijk geweld’.

Kindermishandeling of huiselijk geweld is moeilijk te herkennen; en signaleren aan de telefoon is heel lastig. Ook hier geldt: ‘als je er niet aan denkt, zie (of hoor) je het niet.’ Maar wanneer moet je er aan denken? 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Beschermende- en risicofactoren

Slide 7 - Slide

Risicofactoren
Beschermende factoren
psychiatrische problemen

gehandicapt kind

Verslaving ouders

1-ouder gezin
schulden
werkeloosheid
Steun van familie, vrienden, buren.
veel vrienden
stabiele woonsituatie
sociale vaardigheden
Positief zelfbeeld

Slide 8 - Drag question

Checklist kindermishandeling
Zoek in je triagewijzer de checklist op.

Daarna behandelen we klassikaal de checkpunten

Slide 9 - Slide

Vraag 1:
Past de soort klacht of het letsel bij de situatiebeschrijving?

Slide 10 - Slide

Beschrijving van het ongeval en de klacht passen niet bij elkaar.
- Bij lichamelijk letsel dat door ouder of gezinslid is toegebracht, doen slachtoffer en dader vaak alsof er een ongeluk(je) is gebeurd. 

- Ook komt voor dat het letsel niet past bij het ongevalsmechanisme dat wordt beschreven

Slide 11 - Slide

Vraag 2
Past het beschreven letstel bij de leeftijd en het ontwikkelingsniveau van het kind?

Slide 12 - Slide

Klopt het verhaal?
Een brandwond aan voetzool of billen kan bijvoorbeeld niet komen doordat het kind hete thee over zich heen kreeg. Het ongeval en het traumamechanisme passen niet bij elkaar. 


Betrek ook het ontwikkelingsstadium van het kind bij het verhaal. Bijvoorbeeld: een kind dat nog niet eens kan kruipen, kan zichzelf niet allerlei letsels bezorgen.

Slide 13 - Slide

Vraag 3
Is het vertraging tussen het ontstaan en het inroepen van hulp?

Slide 14 - Slide

Ouders/melders hebben lang gewacht met het inroepen van hulp.
Het is opvallend als ouders of andere melders lang wachten met het inroepen van medische hulp: 

- Hebben ze de ernst letsel niet in de gaten of hoopten ze dat het over zou gaan?

-Is het misschient te confronterend om de gevolgen van de mishandeling te aanvaarden? (bang voor gevolgen, loyaliteit etc)

Slide 15 - Slide

Vraag 4
Is er vaker hulp gezocht voor letsels/verwondingen?

(Toen ook aanwijzingen voor onveilige situatie?)

Slide 16 - Slide

Ouders/melders hebben vak.er hulp gezocht voor letsels en verwondingen.
Bij lichamelijk geweld:
- Verwondingen op niet logische plekken.

Bij verwaarlozing:
- Ouders/verzorgers letten niet goed op kind waardoor vaker ongelukken (kind valt van trap,  snoept pillen, brandt zich aan oven etc)


-Let op:
Sommige kinderen/ volwassenen zijn gewoon pechvogels

Slide 17 - Slide

Vraag 5
Reageren melders/verzorgers op een manier 
die NIET past bij de omstandigheden?

Slide 18 - Slide

Ouder/melders reageren op een manier die niet past bij de omstandigheden
Mogelijk gedrag:

- Overdreven bezorgd (dader geschrokken)

- Bagatelliseren (loyaal aan dader - mogelijk afhankelijk van dader)

Slide 19 - Slide

Vraag 6
Waren er anderen bij het voorval aanwezig?

Slide 20 - Slide

Er waren geen anderen bij het voorval aanwezig.
Als er andere mensen bij het ongeval aanwezig waren, is de kans dat het om mishandeling gaat, kleiner.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Link

Gebruik je zintuigen!
- Wat hoor je?
- Wat zie je?
- Wat ruik je?
- Wat geven je 'voelsprieten' door?


Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

DUS:
Signaleringsfunctie -- > stel de juiste vragen en overleg met collega

Betrokken instanties:
- Veilig Thuis
- Slachterofferhulp
- Kindertelefoon / De luisterlijn
- Centrum sexueel geweld 

https://www.huiselijkgeweld.nl/organisaties/voor-wie-hulp-zoekt




Slide 26 - Slide

Wat is de Kindcheck?
A
Een huisbezoek van de arts om de thuissituatie van een kind te checken
B
Nagaan of er een kind hulp nodig heeft als een volwassen patient in zorgelijke toestand verkeert.
C
Een medisch onderzoek waarbij gekeken wordt of iemand zwanger is na een sexueel trauma
D
Een kind vragen of hij/zij mishandeld wordt

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Link

Slide 29 - Video

Zoek een foto of artikel over mishandeling die jou raakt

Slide 30 - Open question

en dan nog het HUISWERK:
Studeren:  Hoofdstuk 24 Kindermishandeling uit het boek: Poliklinieken, jeugdgezondheidszorg en arbodienst

Slide 31 - Slide