Les 6: Se impersonal + Presente perfecto

1 / 34
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

¿Qué vamos a hacer hoy?
A. Opstarten: les en absentie
B. Terugblik: Pretérito Indefinido & imperfecto 
C. Doornemen: Se impersonal
D. Oefenen: Se impersonal
E. Doornemen: Presente perfecto
F. Oefenen: Presente perfecto
G. Afsluiting


Después de la clase...
Kun je el Pretérito indefinido herkennen en toepassen
Kun je el imperfecto herkennen en toepassen.
Kun je el Se impersonal herkennen en toepassen.
Kun je el presente perfecto herkennen en toepassen.



Los deberes para la próxima clase:
Lezen:  VOC B pagina 104 & 105
SO: 14 DEC (Zie Magister voor toetsinhoud)

Lesprogramma

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

1. Pretérito Indefinido & imperfecto 
1. Pretérito Indefinido & imperfecto 
Herhaling

Slide 4 - Slide

Welk ww is NIET in de imperfecto vervoegd?
A
pensaban
B
bebías
C
comieron
D
vivíamos

Slide 5 - Quiz

Ibamos
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto

Slide 6 - Quiz

¿Indefinido o imperfecto?
Hace 3 años mi abuelo (ganar).........la lotería.
A
ganaba
B
ganabas
C
ganó
D
ganaste

Slide 7 - Quiz

Welk signaalwoord duidt NIET op een imperfecto?
A
siempre
B
en abril
C
normalmente
D
todos los días

Slide 8 - Quiz

Het signaalwoord "antes" hoort bij de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto

Slide 9 - Quiz

Schrijf drie signaalwoorden naar keuze op die horen bij de imperfecto.

Slide 10 - Open question

Beschrijft in 5 zinnen wat je gisteren heb gedaan. Gebruikt el Pretérito Indefinido.
Je kan bijvoobeeld antwoord geven op de volgende vragen:
¿Qué hiciste (hacer) ayer en el instituto? ¿Qué aprendiste (aprender)?
¿A qué hora llegaste (llegar) a casa?
¿Qué comiste (comer) por la noche?
¿Qué hiciste (hacer) después de la cena?
¿A qué hora te acostaste (acostarse)?

Slide 11 - Open question

1. Pretérito Indefinido & imperfecto 
2.  Se impersonal 

Slide 12 - Slide

Se impersonal

Deze vorm wordt gebruikt als  het onderwerp niet naar een specifieke persoon verwijst. Het wordt gebruikt  voor :
1) het geven van instructies: "Se prohibe fumar"
2) en bij generaliseren: "En España se habla español"  o
"Se bebe mucho en Inglaterra" 

Slide 13 - Slide

Se impersonal
  • Lijdende vorm/ onpersoonlijke vorm
  • Se + werkwoord in de 3e persoon (enkelvoud of meervoud)
  • Kun je vertalen met "men" of "er worden"

Voorbeeld:
Se habla espanol
Men spreekt Spaans of Er wordt Spaans gesproken.

Slide 14 - Slide

Se impersonal + werkwoord + zelfstandig naamwoord
  • Se come pan                                         Er wordt brood gegeten.
  • Se comen narajas                               Er worden sinaasappels gegeten.

  • Se habla espanol                                 Er wordt brood gegeten.
  • Se hablan muchas lenguas            Er worden veel talen gesproken.

  • Se canta una canción                        Er wordt een liedje gezongen.
  • Se cantan muchas canciones       Er worden veel liedjes gezongen.


Slide 15 - Slide

No _______ vino en la comida.
A
se toma
B
se toman

Slide 16 - Quiz

No _______ la siesta después de comer.
A
se duerme
B
se duermen

Slide 17 - Quiz

_______ patatas, verduras y carne
A
se cena
B
se cenan

Slide 18 - Quiz

En invierno, _______ sopa de verdura
A
se hace
B
se hacen

Slide 19 - Quiz

No _______ platos picantes
A
se sirve
B
se sirven

Slide 20 - Quiz

_______ las tiendas a las 10.00 de la mañana.
A
se abre
B
se abren

Slide 21 - Quiz

¡A practicar!
Maken:
Opdracht 48 a, b en c pagina 98 en 99

Slide 22 - Slide

Huiswerk controle
Opdracht 48 a, b en c pagina 98 en 99

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Opdracht 48c: Zinnen met se impersonal.

Voer twee zinnen in die je hebt geformuleerd met se impersonal

Slide 25 - Open question

1. Pretérito Indefinido & imperfecto 
3.  Presente perfecto

Slide 26 - Slide

De voltooid tegenwoordige tijd
1.  Wat is de presente perfecto?
2. De vorm van presente perfecto.
3. Wanneer gebruik je presente perfecto?
4. Signaalwoorden
Presente perfecto

Slide 27 - Slide

Presente perfecto
De voltooid tegenwoordige tijd
In het nederlands:

Ik heb een mooi boek gelezen.
Ik ben bij de kapper geweest.

hulpwerkwoord + voltooid deelwoord

Slide 28 - Slide

Presente perfecto
hulpwerkwoord + voltooid deelwoord:
 


ww-ar: stam + ado
ww-er: stam + ido
ww-ir: stam + ido
haber +

Slide 29 - Slide

¿Cuándo se usa el Presente Perfecto?
De voltooid tegenwoordige tijd (Presente perfecto)
Om handeling of gebeurtenis aan te duiden die al plaats gevonden heeft, maar die nog relatie heeft met het heden.

Ejemplo:   Esta mañana he desayunado (Vanmorgen heb ik ontbeten)
 Voorbeeld:  Hoy he trabajado (Vandaag heb ik gewerkt)


Slide 30 - Slide

Vervoeging Presente perfecto

Slide 31 - Slide

Woorden waarmee je de Presente Perfecto
kunt herkennen
Signaalwoorden:

Ejemplo: Este año no he ido de vacaciones
Voorbeeld: Dit jaar ben ik niet op vakantie geweest.



Ejemplo: Has estado alguna vez en Amsterdam?
Voorbeeld: Ben je wel eens in Amsterdam geweest?

Slide 32 - Slide

¡A practicar!
1. Yo (visitar)__________
2. Ella (dormir)__________
3. Tú (beber)__________
4. Nosotros (bailar)__________
5. Vosotros (vivir)__________
6. Ellas (nadar)__________

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide