H11.1 Werken met formules

11.1 
Werken met formules
1 / 39
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

11.1 
Werken met formules

Slide 1 - Slide

Afspraken
  • Je hebt AL je spullen bij je.
  • Telefoons in de zak
  • Er wordt niet door mijn uitleg en vragen heen gepraat.
  • Heb je vragen, steek je je hand op

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

  • start van de les
  • Huiswerk nakijken
  • Werken met formules
  • Pijlenketting
  • Werken aan opgaven
  • voorbereiding voor de volgende les
  • afsluiting 

Doel van vandaag:
Aan het einde van de les weet je:
  • Hoe je van een woordformule een letterformule maakt;
  • Hoe je een pijlenketting bij een formule maakt.
Huiswerk: opgave 1 t/m 7
Klaar? K maakt O6
             M maakt U1
+ Leerdoelen bereikt

Slide 4 - Slide

Antwoord opgave V1
a. 206 slagen
b. 183 slagen

Slide 5 - Open question

Opgave V1 a
= 12 : 2 + 5 
= 24 + 5

Opgave V2
a. 12
b. 11
c. 160
d. 3
e. 42
f. 15

Slide 6 - Slide

Opgave V1 a
= 12 : 2 + 5 
= 24 + 5

Opgave V3
a. De opgaven 3 en 4.
b. 10 x (2,25 + 0,50) = 27,50 euro

Slide 7 - Slide

Opgave V1 a
= 12 : 2 + 5 
= 24 + 5

Opgave V4
de tegels
1 hoort bij tegelpad B
2 hoort bij tegelpad A
3 hoort bij tegelpad C
b. Het aantal grijze (12) tegels gedeeld door 2 is het aantal (6) rode tegels

Slide 8 - Slide

Opgave V1 a
= 12 : 2 + 5 
= 24 + 5

Opgave V5
1. 41
2. 15
3. 9
4. 22

Slide 9 - Slide

Wat is de rekenvolgorde?
haakjes
machten en wortels
x en :
+ en -

Slide 10 - Drag question

WAT IS DE REKENVOLGORDE?
1
2
3
4

Slide 11 - Drag question

Wat is de rekenvolgorde?

eerst


dan
laatst
 ( )
  x
 +
  :
  -

Slide 12 - Drag question

timer
10:00
Vragen over het huiswerk?

opgaven V1 t/m V8 Welke?

Slide 13 - Slide

Uitleg
Van woordformule naar letterformule
Maar eerst de vlek som van de basisschool.

Slide 14 - Slide

Uitleg
Van woordformule naar letterformule
winst aantal cakes x 0,75 - 4 

Slide 15 - Slide

Uitleg
Van woordformule naar letterformule
winst = aantal cakes x 0,75 - 4 
= a x 0,75 - 4 

Slide 16 - Slide

Uitleg
Van woordformule naar letterformule
winst = aantal cakes x 0,75 - 4 
= a x 0,75 - 4 
...
IN-getal
UIT-getal

Slide 17 - Slide

Uitleg
Van woordformule naar letterformule
winst = aantal cakes x 0,75 - 4 
= a x 0,75 - 4 
a
...
IN-getal
UIT-getal

Slide 18 - Slide

Uitleg
Van woordformule naar letterformule
winst = aantal cakes x 0,75 - 4 
= a x 0,75 - 4 
a
w
...
IN-getal
UIT-getal

Slide 19 - Slide

Uitleg
Van woordformule naar letterformule
winst = aantal cakes x 0,75 - 4 
= a x 0,75 - 4 
a
w
...
x 0,75
IN-getal
UIT-getal

Slide 20 - Slide

Uitleg
Van woordformule naar letterformule
winst = aantal cakes x 0,75 - 4 
= a x 0,75 - 4 
a
w
...
x 0,75
-4
IN-getal
UIT-getal

Slide 21 - Slide

Uitleg
Van woordformule naar letterformule
1. zet de letter die bij het IN-getal hoort vooraan in de pijlenketting (het getal waarmee je iets gaat doen)

Slide 22 - Slide

Uitleg
Van woordformule naar letterformule
1. zet de letter die bij het IN-getal hoort vooraan bij in pijlenketting (de letter waarmee je iets gaat doen)
2. zet de letter die bij het UIT-getal hoort achteraan in de pijlenketting (de uitkomst)

Slide 23 - Slide

Uitleg
Van woordformule naar letterformule
1. zet de letter die bij het IN-getal hoort vooraan bij in pijlenketting (de letter waarmee je iets gaat doen)
2. zet de letter die bij het UIT-getal hoort achteraan in de pijlenketting (het antwoord) 
3. Zet boven elke pijl de juiste bewerking 
(denk aan de rekenvolgorde!)

Slide 24 - Slide

Uitleg
Van woordformule naar letterformule
bedrag = 150 + 20 x aantal maanden 

Slide 25 - Slide

Uitleg
Van woordformule naar letterformule
bedrag = 150 + 20 x aantal maanden 
= 150 + 20 x a 
...
IN-getal
UIT-getal

Slide 26 - Slide

Uitleg
Van woordformule naar letterformule
bedrag = 150 + 20 x aantal maanden 
= 150 + 20 x a 
a
...
IN-getal
UIT-getal

Slide 27 - Slide

Uitleg
Van woordformule naar letterformule
bedrag = 150 + 20 x aantal maanden 
= 150 + 20 x a 
a
b
...
IN-getal
UIT-getal

Slide 28 - Slide

Uitleg
Van woordformule naar letterformule
bedrag = 150 + 20 x aantal maanden 
= 150 + 20 x a 
a
b
...
x 20
IN-getal
UIT-getal

Slide 29 - Slide

Uitleg
Van woordformule naar letterformule
bedrag = 150 + 20 x aantal maanden 
= 150 + 20 x a 
a
b
...
x 20
+ 150
IN-getal
UIT-getal

Slide 30 - Slide

Uitleg

Slide 31 - Slide

timer
2:00
Klaar? ga verder met opgave 54  
Is het niet af, dan is het huiswerk
blz. 150

Slide 32 - Slide

timer
2:00
Samen doen.
Som 1 blz. 162

Duidelijk? Dan in stilte verder werken.
Anders kom je bij mij zitten.

Slide 33 - Slide

Lees de theorie blokken door!

Wat:            opgave 1 t/m 7
Tijd:             10 minuten  
Hoe:             Zelfstandig in stilte 
Hulp:           Boek 
Resultaat: De uitwerkingen van de opgaven in je boek en nagekeken
Klaar:          Maak de ondersteunende en de uitdagende opgaven
                     en de leerdoelen E1 en E2 bereikt
timer
10:00

Slide 34 - Slide

Lees de theorie blokken door!

Wat:            opgave 1 t/m 10
Tijd:             enkele minuten 
Hoe:             Zelfstandig of in zacht overleg
Hulp:           Boek, Medeleerling, Docent
Resultaat: De uitwerkingen van de opgaven in je boek en nagekeken
Klaar:          ga voor een ander vak werken

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Waar zijn we in deze les mee bezig geweest?

Slide 37 - Open question

Hier heb je aan gewerkt:
  • Hoe je van een woordformule een letterformule maakt;
  • Hoe je een pijlenketting bij een formule maakt.
Volgende les
  • Controleren of formules gelijk zijn
  • Omgekeerde pijlenketting maken

Slide 38 - Slide

1 t/m 7, O 6 of U1 en E1 en E2

Slide 39 - Slide