M2 CH2 Samenvatting

Herhaling CH2
Doel: Herhalen, opfrissen en oefenen wat we geleerd hebben in hoofdstuk 2.
Voor de vakantie hebben we hoofdstuk 2 behandeld. De toetsweek start al bijna. Bedenk bij ieder onderdeel of je het volledig begrijpt. Stel je vragen nu, of schrijf ze op en geef ze aan mij door. 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Herhaling CH2
Doel: Herhalen, opfrissen en oefenen wat we geleerd hebben in hoofdstuk 2.
Voor de vakantie hebben we hoofdstuk 2 behandeld. De toetsweek start al bijna. Bedenk bij ieder onderdeel of je het volledig begrijpt. Stel je vragen nu, of schrijf ze op en geef ze aan mij door. 

Slide 1 - Slide

De toetsstof
Woorden bron E + F
Zinnen Frans --> Nederlands
Werkwoorden die eindigen op 'er'
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 2 - Slide

Tips:
Voor de woorden en de zinnen --> WRTS + Slim stampen
Oefen de woorden ook door te schrijven!
werkwoorden -er --> verbuga.eu
Werkwoorden en bijvoeglijknaamwoord: slim stampen

Slide 3 - Slide

Werkwoorden -er
stap 1: de stam (hele werkwoord -er)
stap 2: plak de uitgang achter de stam
uitgangen: e - es - e - ons - ez - ent

Slide 4 - Slide

ik
jij
hij
zij (vr. ev.)
Men/wij
wij
u
zij (vr. mv)

zij (ml. mv.)

Je stam + e
Tu stam + es

Il stam + e
Elle stam + e
on stam + e
Nous stam + ons
vous stam + ez
Elle stam + ent
Ils stam + ent

Slide 5 - Drag question

bijvoeglijk naamwoord
De algemene regel: 
Het bijvoeglijk naamwoord in het Frans komt ACHTER het zelfstandig naamwoord. 
"Le chien noir"

Slide 6 - Slide

In het Frans past het bijvoeglijk naamwoord zich aan het zelfstandig naam waar het bij hoort. 
ml
vr
ev
-
-e
mv
-s
-es

Slide 7 - Slide

onregelmatige vormen (page 91)
ml. ev.
vr. ev.
ml. mv.
vr. mv. 
vertaling
bon
bonne
bons
bonnes
goed
beau
belle
beaux
belles
mooi
nouveau
nouvelle
nouveaux
nouvelles
nieuw
vieux
vieille
vieux
vieilles
oud

Slide 8 - Slide

Uitzonderingen
Bon - vieux - beau - grand - petit - nouveau
Deze bijvoeglijk naamwoorden komen VOOR het zelfstandig naamwoord!!

Slide 9 - Slide

Kies het juiste bijvoeglijk naamwoord:
J'ai une _________ famille
A
petit
B
petite
C
petits
D
petites

Slide 10 - Quiz

Kies het juiste bijvoeglijk naamwoord:
J'ai seulement un _________ frère
A
grand
B
grande
C
grands
D
grandes

Slide 11 - Quiz

Kies het juiste bijvoeglijk naamwoord:
Le français est une matière __________
A
important
B
importante
C
importants
D
importantes

Slide 12 - Quiz

Kies het juiste bijvoeglijk naamwoord:
Dans la rue, il y a une _______ maison
A
vieux
B
vieille
C
vieux
D
vieilles

Slide 13 - Quiz

Kies het juiste bijvoeglijk naamwoord:
Il a les yeux (= ml.mv.) ______
A
bleu
B
bleue
C
bleus
D
bleues

Slide 14 - Quiz

En nu de phrases-clés :-)
Ouvre ton livre à la page 90!

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide