H 16 woorden die werken

Leerdoel
Ik leer waar lezers op letten bij het lezen en hoe schrijvers hierop inspelen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Leerdoel
Ik leer waar lezers op letten bij het lezen en hoe schrijvers hierop inspelen

Slide 1 - Slide

Hebben schrijven en lezen met elkaar te maken?
ja
nee

Slide 2 - Poll

Lezer en schrijver
Wat je ook leest: de schrijver wil er iets mee bereiken en gebruikt woorden om dat te doen. 
De schrijver kiest bewust die woorden die invloed uitoefenen op hoe een lezer denkt.
Schrijven is de kunst van woorden die werken, die effect hebben.

Slide 3 - Slide

Wanneer krijg jij een tekst onder ogen?

Slide 4 - Open question

Wat maakt uit dat je besluit om door te lezen?

Slide 5 - Open question

Wat zijn cookies
A
kleine brokjes informatie
B
koekruimels
C
advertenties
D
websites van bedrijven

Slide 6 - Quiz

hebzucht

Slide 7 - Mind map

angst

Slide 8 - Mind map

status

Slide 9 - Mind map

Boek
samen maken we opdracht 1 +2 + 3

Slide 10 - Slide

Framing
Woorden die een beeld op een gevoel oproepen

Het blijft hangen: mensen onthouden het.
Mensen zijn het er intuitief mee eens; het klinkt logisch.
Het speelt in op gevoelens die leven in de samenleving.
Het vereenvoudigt en structureert de werkelijkheid.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Welk woord is een voorbeeld van framing?
A
Coronavirus
B
avondklok
C
straatagent
D
plofkip

Slide 16 - Quiz

Is hier sprake
van framing?
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quiz

waarom is Framing zo overtuigend?
A
je brein begrijpt concrete uitspraken beter dan abstracte
B
het tegendeel is niet waar
C
je kunt er moeilijk iets tegenin brengen
D
omdat mensen metaforen mooi vinden

Slide 18 - Quiz

Boek
Opdracht 8

Slide 19 - Slide